Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 december 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van de rechtbank van 22 mei 2019 waarin een datum voor comparitie is bepaald;
- de brief van mr. Van Dijk van 21 augustus 2019 met producties 11 tot en met 13;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 september 2019;
- de brief van mr. Schep van 2 oktober 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
Bericht meldkamer
Bij de halte gaat Meneer onderuit en heeft last van zijn heup en een hand opengehaald Meneer kwam van achteren naar voren lopen terwijl ik aan het remmen ben en op het laatste stukje (1 meter voor de haltepaal) onderuit”
een aan u overkomen ongeval dat voor rekening van de vervoerder komt of
een omstandigheid die de vervoerder als een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan de vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat RET aansprakelijk en schadeplichtig is voor de ten gevolge van het op 5 februari 2018 aan [naam eiser] in Zoetermeer overkomen ongeval ontstane schade;
- RET te veroordelen tot betaling aan [naam eiser] van de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van dit ongeval, een en ander op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- RET te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.
4.De beoordeling
- dagvaarding € 103,38;
- griffierecht € 291-;
- salaris advocaat € 1.086,- (2 punten x tarief € 543,- per punt);