ECLI:NL:RBROT:2020:1408
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- M.J.M. Marseille
- M.C.J. Holierhoek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing in een jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) om een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. De zaak betreft de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2008, en de ouders, de moeder en de vader, die in België woont. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door beide ouders.
De GI had op 21 augustus 2019 een schriftelijke aanwijzing gegeven aan de moeder met betrekking tot de verzorging en opvoeding van de minderjarige, waarin zij werd verzocht om de identiteitskaart van de minderjarige voor een bepaalde datum te overhandigen. De moeder heeft echter niet voldaan aan deze aanwijzing, en het verzoek van de GI om deze aanwijzing te bekrachtigen en een dwangsom op te leggen, is afgewezen. De kinderrechter oordeelde dat de schriftelijke aanwijzing niet meer nagekomen kon worden, aangezien de gestelde termijn al was verstreken.
De kinderrechter benadrukte dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder de ID-kaart van de minderjarige aflevert. Indien de moeder haar medewerking blijft weigeren, kan de GI opnieuw een aanwijzing geven en de kinderrechter verzoeken deze te bekrachtigen of om vervangende toestemming voor het afgeven van een reisdocument. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig.