In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 januari 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind], geboren in 2005. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige apart is gehoord in het bijzijn van de bijzondere curator, mr. J.A. Smits, en de ouders, die bijgestaan werden door hun advocaat, mr. L.M. Verkuil. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om de uithuisplaatsing van [naam kind] te verlengen voor de duur van drie maanden, omdat er een plan moet worden opgesteld voor de terugplaatsing van [naam kind] naar huis. De ouders hebben aangegeven dat zij blij zijn met de vooruitgang in de contacten met [naam kind], maar dat zij ook bezorgd zijn over haar welzijn en schoolprestaties.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is voor haar verzorging en opvoeding, en dat er ondersteuning vanuit MST-CAN moet komen om de ouders en [naam kind] te begeleiden. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 9 mei 2020, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beslissing is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld in februari 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.