ECLI:NL:RBROT:2020:1346

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 januari 2020
Publicatiedatum
18 februari 2020
Zaaknummer
C/10/585900 / JE RK 19-3448
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 7 januari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2011. De kinderrechter heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden, ingaande op 22 januari 2020. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die aangaf dat de minderjarige in een gesloten accommodatie moet worden opgenomen vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De minderjarige verblijft momenteel in de gesloten jeugdhulpinstelling Bergse Bos en heeft aangegeven het naar haar zin te hebben, maar ook de wens geuit om bij haar moeder te wonen.

Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, bijgestaan door haar advocaat mr. S.C. Dikkers. De moeder van de minderjarige was ook aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zichzelf en anderen in gevaar heeft gebracht, wat de noodzaak voor gesloten jeugdhulp onderstreept. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmerd wordt door haar gedrag en dat het noodzakelijk is om haar in een veilige omgeving te plaatsen waar zij de benodigde begeleiding en structuur kan krijgen.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend, met de opmerking dat de situatie van de minderjarige in de komende periode verder onderzocht zal worden, inclusief de mogelijkheid om de bezoeken met de moeder uit te breiden. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/585900 / JE RK 19-3448
datum uitspraak: 7 januari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI,
gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2011 te [geboorteplaats minderjarige] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de verklaring d.d. 15 november 2019 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 31 december 2019 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 7 januari 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [voornaam minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat mr. S.C. Dikkers, die voorafgaand aan de zitting op locatie apart is gehoord,
- de moeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] en mw. [naam vertegenwoordigster 2] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Engelse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van dhr. A.M.R. Zeevaarder, tolk in de Engelse taal.

De feiten

Bij beschikking van 11 juli 2017 is [voornaam minderjarige] onder voogdij gesteld van de GI.
Bij beschikking van 9 juli 2019 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 22 januari 2020.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek. [voornaam minderjarige] heeft aangegeven het naar haar zin te hebben bij Bergse Bos waar zij graag wil blijven. Zij heeft ook gezegd dat als zij naar een open groep moet, dat zij heel stout zal zijn zodat zij terug kan naar haar huidige groep. [voornaam minderjarige] is echter wel wisselend in haar wensen. Ze wil ook graag bij haar moeder wonen. De GI vindt het in het belang van [voornaam minderjarige] dat zij op haar huidige stabiele plek zal verblijven. Zij ontwikkelt zich positief binnen de gesloten jeugdhulpaccommodatie. De afgelopen periode hebben er minder incidenten plaatsgevonden. Daarnaast is er goed contact tussen de mentor en [voornaam minderjarige] en de moeder en de mentor. De komende periode zal worden onderzocht of de bezoeken met de moeder kunnen worden uitgebreid.

De standpunten

De moeder wil graag dat [voornaam minderjarige] weer thuis komt wonen, maar begrijpt dat dit vooralsnog niet mogelijk is. De moeder wenst een uitbreiding van de omgangsregeling.
Mr. Dikkers bepleit ter zitting het verzoek van de GI af te wijzen. [voornaam minderjarige] heeft het naar haar zin op Bergse Bos, maar wil het liefste weer bij de moeder wonen. Indien dit niet mogelijk is wil [voornaam minderjarige] graag in een pleeggezin, bij voorkeur in het pleeggezin waar ze eerder kort is geweest, verblijven.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] in de gesloten jeugdhulp is geplaatst omdat zij zichzelf en anderen fysiek in gevaar bracht door met spullen te gooien en te dreigen uit het raam te springen. De veiligheid van [voornaam minderjarige] dient daarom te worden gewaarborgd. Binnen de gesloten jeugdhulp krijgt [voornaam minderjarige] de sturing en begrenzing die zij nodig heeft. Ook is gebleken dat [voornaam minderjarige] zich binnen de gesloten jeugdhulp positief ontwikkelt. Er bestaan echter nog zorgen en doelen waaraan gewerkt dient te worden. De kinderrechter is daarom van oordeel dat het verblijf van [voornaam minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp dient te worden gecontinueerd. De komende periode dient te worden onderzocht wat de passende vervolgstappen zijn voor [voornaam minderjarige] . Ook is het in het belang van [voornaam minderjarige] dat wordt onderzocht of de bezoeken met de moeder kunnen worden uitgebreid.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 22 januari 2020 tot 22 juli 2020 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Arduin als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.