ECLI:NL:RBROT:2020:13337

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2020
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/596332 / HA ZA 20-458
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over scheepsmotor en vrijwaring tussen Aqua Vitae Beheer B.V. en Koning’s Technisch Bedrijf B.V.

In deze zaak, die diende bij de Rechtbank Rotterdam, is er een geschil ontstaan over een scheepsmotor tussen de besloten vennootschap Aqua Vitae Beheer B.V. en de gedaagden, waaronder Koning’s Technisch Bedrijf B.V. (KTB) en een niet nader genoemde gedaagde. Aqua Vitae vorderde in de hoofdzaak onder andere de ontbinding van een overeenkomst en schadevergoeding wegens tekortkomingen in de levering van een motor. De motor zou niet voldoen aan de afgesproken specificaties, wat leidde tot een onrechtmatige daad van de gedaagden. KTB heeft in een incident vrijwaring ingeroepen tegen een derde partij, YC-Europe, die de motor had geleverd. Aqua Vitae refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank, wat betekent dat zij zich niet verzet tegen de vorderingen van KTB en [naam eiser]. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen tot vrijwaring van KTB en [naam eiser] zijn toegewezen, omdat er voldoende rechtsverhoudingen zijn vastgesteld die tot vrijwaring verplichten. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 12 augustus 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/596332 / HA ZA 20-458
Vonnis in incidenten van 12 augustus 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AQUA VITAE BEHEER B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in de incidenten,
advocaat mr. P.E. van Dam te Capelle aan den IJssel,
tegen

1..[naam gedaagde] H.O.D.N. [handelsnaam],

wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het tweede incident,
advocaat mr. G.P. Jongeneel te Sliedrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONING’S TECHNISCH BEDRIJF B.V.,
gevestigd te Staphorst,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het eerste incident,
advocaat mr. R. van Eck te Deventer.
Partijen zullen hierna Aqua Vitae, [naam gedaagde] en KTB genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, betekend op 28 april 2020 en 30 april 2020, met producties;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van 24 juni 2020 van KTB;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van 1 juli 2020 van [naam eiser], met producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident tegen KTB, tevens akte tot referte;
  • de conclusie van antwoord in het incident tegen [naam eiser], tevens akte tot referte.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2..De vordering in de hoofdzaak

2.1.
Aqua Vitae vordert – samengevat en zakelijk weergegeven – in de hoofdzaak bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat een tussen Aqua Vitae en [naam eiser] gesloten overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden, althans die overeenkomst te ontbinden;
- [naam eiser] en KTB hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Aqua Vitae van schadevergoeding, rente en kosten, inclusief nakosten.
2.2.
Aan de vordering in de hoofdzaak wordt – samengevat en zakelijk weergegeven – ten grondslag gelegd dat tussen Aqua Vitae en [naam eiser] een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan hermotorisering van het motorschip “[naam schip]” zou plaatsvinden. Door een niet deugdelijk werkende motor aan Aqua Vitae te leveren en te installeren en/of door in verband daarmee onjuist te adviseren zijn [naam eiser] en KTB toerekenbaar te tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen.

3..Het geschil in de incidenten

Het eerste incident

3.1.
KTB vordert dat haar wordt toegestaan YC-Europe GmbH, (hierna: YC-Europe), gevestigd te Rödermarkt, Duitsland in vrijwaring op te roepen alsmede Aqua Vitae te veroordelen in de kosten van het incident.
3.1.1.
KTB heeft daartoe – kort samengevat – het volgende aangevoerd. Aqua Vitae heeft KTB gedagvaard ter zake van een onrechtmatige daad bestaande uit de levering van een motor aan haar toeleverancier ofwel aannemer [naam eiser], welke niet voldeed aan de opgegeven specificaties, althans de specificaties die zij mocht verwachten. KTB heeft deze motor gekocht van YC-Europe. Aqua Vitae stelt dat de motor niet, althans niet continu, het opgegeven vermogen kan leveren. KTB heeft de motor onder dezelfde specificaties gekocht als zij heeft verkocht. Haar is geen andere informatie verstrekt dan zij aan Aqua Vitae heeft verstrekt zodat als zij een onrechtmatige daad jegens Aqua Vitae heeft gepleegd door onjuiste of onvolledige informatie te verschaffen, of een motor te leveren die niet aan die specificaties voldoet, YC-Europe jegens haar toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting uit de koopovereenkomst. KTB stelt zich op het standpunt dat indien KTB aansprakelijk is jegens Aqua Vitae, YC-Europe voor in elk geval hetzelfde bedrag aansprakelijk is jegens KTB.
3.1.2.
Aqua Vitae refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het tweede incident
3.2.
[naam eiser] vordert dat hem wordt toegestaan KTB in vrijwaring op te roepen, kosten rechtens.
3.2.1.
[naam eiser] heeft daartoe – kort samengevat – aangevoerd dat zij begrijpt uit de dagvaarding dat KTB onjuiste informatie aan Aqua Vitae zou hebben verstrekt omtrent het vermogen van de litigieuze motor. KTB bouwt geen motoren in en Aqua Vitae heeft daarop [naam eiser] benaderd om de motor in te bouwen. In het kader van de overeenkomst van opdracht betreffende inbouw van de motor heeft de facturering via [naam eiser] plaatsgevonden met het oog op de winstmarge. [naam eiser] heeft de motor naar behoren ingebouwd. Het onderhoud en de service na inbouw is uitgevoerd door KTB. In het kader van garantie heeft KTB tevens werkzaamheden uitgevoerd. [naam eiser] heeft de motor geleverd op basis van dezelfde informatie als KTB aan Aqua Vitae heeft verstrekt wat betreft het vermogen van de motor. KTB heeft echter essentiële informatie voor Aqua Vitae dan wel [naam eiser] achtergehouden althans niet verstrekt. [naam eiser] schiet hierdoor jegens Aqua Vitae tekort in haar contractuele verplichtingen en KTB is jegens [naam eiser] tekort geschoten in haar contractuele verplichtingen op grond waarvan [naam eiser] gehouden is KTB in vrijwaring op te roepen.
3.2.2.
Aqua Vitae refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

4..De beoordeling in de incidenten

Inleiding

4.1.
De incidentele conclusies tot oproeping in vrijwaring zijn tijdig en vóór alle weren genomen. Ingevolge artikel 210 lid 1 Rv kan de gedaagde iemand in vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben. Voldoende is dat gedaagde in de hoofdzaak genoegzaam stelt, dat tussen hem en de derde een rechtsverhouding bestaat krachtens welke de derde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling van gedaagde in de hoofdzaak te dragen.
Het eerste incident
4.2.
KTB heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat tussen KTB en YC-Europe een rechtsverhouding bestaat die tot vrijwaring verplicht, zodat aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring is voldaan. De incidentele vordering van KTB zal derhalve worden toegewezen op een wijze als in het dictum van dit vonnis is bepaald.
Het tweede incident
4.3.
[naam eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat tussen [naam eiser] en KTB een rechtsverhouding bestaat die tot vrijwaring verplicht, zodat aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring is voldaan. De incidentele vordering van [naam eiser] zal derhalve worden toegewezen op een wijze als in het dictum van dit vonnis is bepaald.
Kosten
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in de incidenten geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De rechtbank
in de incidenten
5.1.
staat toe dat YC-Europe door KTB wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van
23 september 2020;
5.2.
staat toe dat KTB door [naam eiser] wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van
23 september 2020;
5.3.
compenseert de kosten van deze incidenten tussen partijen in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
5.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
23 september 2020voor conclusies van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos. Het is ondertekend door mr. C. Bouwman, rolrechter, en door deze in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2020.
3255/1407