Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De verdere procedure
- de beschikking van deze rechtbank van 12 juli 2019;
- het rapport van de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht van 11 juli 2019;
- de brief met bijlage van de man van 26 augustus 2019;
- de brief met bijlage van de man van 3 september 2019;
- de brief met bijlage van de vrouw van 11 september 2019;
- de brief met bijlagen van de vrouw van 13 november 2019;
- het aanvullend verzoekschrift/wijziging van het petitum van de man van 7 november 2019;
- het aanvullend verzoek van de man van 12 november 2019;
- het F9-formulier met bijlage van de man van 21 november 2019;
- de brief met bijlage van de man van 22 november 2019.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat die ter zitting betaalspecificaties ten aanzien van de WIA-uitkering van de vrouw heeft overgelegd;
- de man, bijgestaan door zijn advocaten te weten mr. Jansen ten aanzien van de verzoeken die betrekking hebben op de financiële verzoeken van de man en mr. Dijkstra ten aanzien van de verzoeken die betrekking hebben op de kinderen;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), ter zitting vertegenwoordigd door [naam 1];
- namens de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: de GI), [naam 2].
- het F9-formulier van de vrouw met bijlagen van 26 november 2019;
- de brief van de man met bijlagen van 27 november 2019;
- de brief van de man met bijlagen van 17 januari 2020.
2..De verdere beoordeling
- dat de minderjarigen [naam kind 1], geboren op [geboortedatum kind 1] 2008 te [geboorteplaats kind 1], [naam kind 2], geboren op [geboortedatum kind 2] 2011 te [geboorteplaats kind 2] en [naam kind 3], geboren op [geboortedatum kind 3] 2014 te [geboorteplaats kind 3] (hierna: de kinderen) worden toevertrouwd aan de vrouw;
- dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning;
- dat de zorgregeling tussen de man en de minderjarigen voorlopig zal worden bepaald door de casusmanager [naam 3], vonden aan de William Schrikker stichting of haar opvolg(st)er;
- dat de man met ingang van 1 december 2018 aan de vrouw een kinderbijdrage zal verstrekken van € 125,- per maand per kind;
- stelt de stukken in handen van de raad met de vraag om advies uit te brengen ten aanzien van de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de zorgregeling met de kinderen.
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de vrouw, als zij ten tijde van de inschrijving van de echtscheidings-beschikking in de registers van de burgerlijke stand de echtelijke woning aan de [adres vrouw], die aan de man mede toebehoort, bewoont, jegens de man bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij die woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken voort te zetten gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking, zulks tegen een redelijke vergoeding, welke op nihil wordt gesteld;
- het verzoek van de man ten aanzien van de verrekening van de door de vrouw opgenomen bedragen afgewezen;
- bepaald dat de behandeling van de verzoeken over de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de zorgregeling met de kinderen, de kinderbijdrage en de verdeling worden aangehouden tot
PRO FORMAaanhouden.