Op 31 januari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die op de openbare weg in het centrum van Rotterdam een geladen vuurwapen en vijf kogelpatronen voorhanden had. De verdachte, die niet ingeschreven was in de basisregistratie, was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van negen maanden, met bewezenverklaring van het ten laste gelegde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het vuurwapen op 22 oktober 2019 in zijn bezit had, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De verdachte heeft echter vrijspraak gekregen voor het tweede feit, namelijk het witwassen van een geldbedrag van € 1.764,05, omdat er onvoldoende bewijs was dat dit bedrag van misdrijf afkomstig was. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte over de herkomst van het geld, afkomstig uit zijn taxibedrijf, niet op voorhand ongeloofwaardig was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden voor het voorhanden hebben van het vuurwapen, met aftrek van voorarrest. Tevens is besloten dat het in beslag genomen geldbedrag aan de verdachte wordt teruggegeven, nu hij van het witwassen is vrijgesproken.