ECLI:NL:RBROT:2020:13216

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 januari 2020
Publicatiedatum
21 mei 2021
Zaaknummer
10/234748-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor wapenbezit met gevangenisstraf en voorwaarden

Op 8 januari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van wapenbezit. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De officier van justitie, mr. E.M. Blanken, had gevorderd tot een gevangenisstraf van 36 maanden, maar de rechtbank oordeelde anders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 september 2019 in Dordrecht verschillende vuurwapens en munitie in zijn bezit had, waaronder een automatisch geweer van het merk Zastava en meerdere pistolen van het merk Glock. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van deze wapens, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was, maar legde hem wel een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen en de context van de wapens die hij in zijn bezit had. De uitspraak benadrukt de ernst van het ongecontroleerde bezit van wapens en de impact daarvan op de veiligheid in de maatschappij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/234748-19
Datum uitspraak: 8 januari 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel,
raadsman mr. B.J. Manspeaker, advocaat te Dordrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van
8 januari 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Blanken heeft gevorderd:
­ bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
­ veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de bij de verdachte aangetroffen Zastava geen automatisch wapen is, zoals onder 1 ten laste gelegd is. Door de verdachte is verklaard dat hij geprobeerd heeft om het wapen – dat hij in zijn werk als portier van iemand die hem daarmee bedreigde, had afgenomen – kapot te maken. Daarnaast is uit het onderzoek van de politie gebleken dat er met het wapen niet meer automatisch gevuurd kan worden, nu het repeteermechanisme van het wapen niet naar behoren functioneert. De verdediging bepleit dat het draait om de mate van gevaarzetting en de gevaarzetting is bij een automatisch wapen anders, dan bij een gewoon wapen. Hoewel de raadsman dit niet met zoveel woorden heeft gezegd, strekt deze conclusie tot (deel)vrijspraak van de tenlastelegging.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde op grond van de redengevende feiten en omstandigheden in de bewijsmiddelen, die in bijlage II bij dit vonnis zijn opgenomen. Anders dan de verdediging verbindt de rechtbank aan het proces-verbaal betreffende het onderzoek naar de bij de verdachte aangetroffen wapens wel de conclusie dat het gaat om een automatisch vuurwapen zoals bedoeld in categorie II, onder 2 van artikel 2 van de Wet wapens en munitie. Dat het wapen niet naar behoren functioneerde, staat niet in de weg aan het oordeel dat het geschikt is voor automatisch vuur.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 tot en met 5 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 30 september 2019 te Dordrecht
een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 van
Categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie,
te weten een automatisch geweer, van het merk Zastava, type M70 A,
kaliber 7.62 millimeter zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 30 september 2019 te Dordrecht
een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1
van Categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een pistool, van het merk Glock, type 43, kaliber 9 millimeter
zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool
en
(voor dit vuurwapen geschikte) munitie
in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III
van de Wet wapens en munitie,
te weten 12 kogelpatronen (kaliber 9 millimeter) voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 30 september 2019 te Dordrecht
een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1
van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie,
te weten een pistool, van het merk Glock, type 19, kaliber 9 millimeter
zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
en
(voor dit vuurwapen geschikte) munitie
in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III
van de Wet wapens en munitie,
te weten 28 kogelpatronen (merk S&B, kaliber 9 millimeter) voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 30 september 2019 te Dordrecht
een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 van Categorie III, onder 4 van de
Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool (merk/type: Kimar
Mod 92 Auto, kaliber 8 millimeter knal) voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 30 september 2019 te Dordrecht
onderdelen van een vuurwapen in de zin van artikel 1
onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III, onder 1 van de Wet
wapens en munitie, te weten
twee patroonhouders bestemd voor 31 kogelpatronen van het kaliber 9
millimeter, zijnde onderdelen/hulpstukken welke van
wezenlijke aard zijn en/ specifiek bestemd zijn voor een pistool
van het merk: GLOCK, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
2.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
3.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
4.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
5.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is niet strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
Naar aanleiding van twee TCI-meldingen heeft de politie het huis van de verdachte op 30 september 2019 doorzocht. Tijdens de doorzoeking heeft de politie verschillende wapens en munitie aangetroffen. Bij de politie en op de terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij tijdens zijn werk als portier in een conflict is geraakt, waarbij hij is bedreigd met het aangetroffen wapen van het merk Zastava. Het is de verdachte gelukt om de bedreiger te overmeesteren en het wapen af te pakken. Nadat hij geprobeerd had om het wapen kapot te maken, heeft hij het thuis bewaard. Door dit conflict voelde de verdachte zich bedreigd en vreesde hij voor zijn leven, nu hij het wapen had afgenomen van iemand die deel uit zou maken van een (Amsterdamse) groepering die in het nieuws is gekomen als pleger van liquidaties. Ter bescherming heeft toen hij twee pistolen, met daarbij de benodigde munitie, aangeschaft. Uiteindelijk heeft de verdachte afgelopen zomer het conflict kunnen oplossen en hoefde hij zich niet langer te beschermen. De wapens lagen echter nog wel in zijn woning. Los van het voorgaande heeft de verdachte vlak voor de inval van de politie een alarmpistool van een vriend in bewaring genomen. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het voor handen hebben van twee automatische vuurwapens, een vuurwapen, een alarmpistool, munitie en twee patroonhouders.
Het ongecontroleerde bezit van wapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Door te handelen zoals de verdachte heeft gedaan, heeft hij de verdachte deze in de hand gewerkt. Anderzijds heeft de rechtbank oog voor de omstandigheden waaronder de verdachte de wapens verkregen heeft. De Zastava had hij afgenomen tijdens zijn werk als portier, en hij had geprobeerd deze voor gebruik onschadelijk te maken. Het van het onderzoek van dat wapen opgemaakte proces-verbaal ondersteunt deze verklaring van de verdachte. Verder geldt dat de verdachte de wapens steeds verpakt en op een verborgen plaats in zijn woning heeft bewaard zonder deze te hanteren of te bezigen. Bovendien is aannemelijk dat het conflict waarin hij verwikkeld was geraakt is opgelost, zodat de noodzaak om zich te bewapenen – dus het risico dat hij de wapens gebruikt – is afgenomen. De verdachte is door het incident en de gevolgen daarvan getroffen in zijn persoonlijke leven.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
16 december 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
3 januari 2020. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee gewogen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 9 (negen) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte. Dit bevel is afzonderlijk geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. A. Bonder en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.W.J. Cramer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 30 september 2019 te Dordrecht
een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 van
Categorie II, onder 2 en/of Categorie II onder 3, althans van Categorie III onder 1
van de Wet wapens en munitie,
te weten een automatisch geweer, van het merk Zastava, type M70 A,
kaliber 7.62 millimeter
zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 30 september 2019 te Dordrecht
een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1
van Categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een pistool, van het merk Glock, type 43, kaliber 9 millimeter
zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool
en/of (voor dit vuurwapen geschikte) munitie
in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III
van de Wet wapens en munitie,
te weten 12 kogelpatronen (kaliber 9 millimeter) voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 30 september 2019 te Dordrecht
een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1
van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie,
te weten een pistool, van het merk Glock, type 19, kaliber 9 millimeter
zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren
en/of (voor dit vuurwapen geschikte) munitie
in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III
van de Wet wapens en munitie,
te weten 28 kogelpatronen (merk S&B, kaliber 9 millimeter) voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 30 september 2019 te Dordrecht
een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 van Categorie III, onder 4 van de
Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool (merk/type: Kimar
Mod 92 Auto, kaliber 8 milliemeter knal) voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 30 september 2019 te Dordrecht
een of meer onderdelen van een vuurwapen in de zin van artikel 1
onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III, onder 1 van de Wet
wapens en munitie, te weten
twee patroonhouders bestemd voor 31 kogelpatronen van het kaliber 9
millimeter, zijnde (een) onderde(e)l(en)/hulpstuk(ken) welke van
wezenlijke aard is/zijn en/of specifiek bestemd is/zijn voor een pistool
van het merk: GLOCK, voorhanden heeft gehad.