ECLI:NL:RBROT:2020:13189

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
5 mei 2021
Zaaknummer
C/10/606626 / FA RK 20-8289
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 11 november 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie. Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door de officier van justitie op 23 oktober 2020. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat en verschillende zorgverleners. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene ernstig nadeel ondervond door zijn psychische stoornis, wat leidde tot een aanzienlijk risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene had geen ziektebesef en weigerde vrijwillige zorg, waardoor verplichte zorg noodzakelijk werd geacht. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was. De zorgmachtiging is verleend met ingang van de uitspraak en geldt tot en met 11 mei 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/606626 / FA RK 20-8289
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 11 november 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
Dhr. [naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. R.A.F. Jansen te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 23 oktober 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 21 oktober 2020;
  • het zorgplan van 8 september 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 november 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, [naam woonbegeleidster 1] , [naam woonbegeleidster 2] , beiden woonbegeleidsters, allen verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is al geruime tijd bekend met gedwongen zorg, ter mondelinge behandeling verklaart betrokkene zich dit niet te herinneren. Betrokkene verblijft nog thuis, echter is betrokkene ten tijde van huisbezoek vaak uit contact, aldus behandelaar. De medicatie inname van betrokkene gebeurt onder toezicht omdat in het verleden is gebleken dat betrokkene ernstig decompenseert wanneer deze inname gestaakt wordt. Verder is betrokkene niet meer in staat zelf te koken. Recent is betrokkene verhuisd naar zijn huidige kamer met dag begeleiding en ondersteuning van woonbegeleidsters is noodzakelijk. Ook bestaan er zorgen over de mate van zelfzorg van betrokkene. Zo is betrokkene recentelijk blind geworden. Behandelaar verklaart dat dit komt door het weigeren van behandeling aan een ooginfectie. Betrokkene verklaart dat [naam] hem blind heeft gemaakt. Betrokkene heeft geen ziektebesef of –inzicht. Ook is betrokkene gediagnosticeerd met suikerziekte. Er is een blijvend risico op somatische schade gezien de weigerachtige houding van betrokkene ten aanzien van onderzoek of behandeling hiervan. Aandacht aan somatische kwalen is daarom van groot belang.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft geen ziektebesef en –inzicht en weigert behandeling aan zijn somatische kwalen, met het risico op blijvende schade tot gevolg. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het opnemen in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 mei 2021.
Deze beschikking is op 11 november 2020 mondeling gegeven door mr. L.R. Prins, rechter, in tegenwoordigheid van J. Otter, griffier, en op 23 november 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.