Rechtbank Rotterdam
Parketnummer: 10-283215-19
Proces-verbaalvan de openbare terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam op 26 november 2020.
Tegenwoordig als:
politierechter mr. C.G. van de Grampel,
officier van justitie mr. M. Wille,
griffier C.A. van den Houwen.
De zaak tegen na te noemen verdachte (hierna: verdachte) wordt uitgeroepen.
De verdachte, op de terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de politierechter te zijn genaamd
[naam verdachte] ,
geboren te Land onbekend op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] te ’ [woonplaats verdachte] .
De politierechter heeft door deze ondervraging de identiteit van de verdachte vastgesteld.
De politierechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
Als raadsvrouw van de verdachte is aanwezig mr. F.A.M. Engels, advocaat te Den Haag.
De officier van justitiedraagt de zaak voor.
De politierechterdeelt mondeling mede de korte inhoud van de stukken van het voorbereidend onderzoek en alle overige stukken van onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de politierechter te nemen beslissing.
De verdachteverklaart:
Dat geld had ik geleend van [naam persoon] . Hierbij leg ik u zijn verklaring over. U leest mij zijn verklaring voor. Ik hoor u zeggen dat de verklaring in het Engels is opgesteld, en dat daarin wordt gesteld dat wij een ontmoeting hadden in Londen en dat [naam persoon] op 4 oktober 2019 heeft besloten 10.000 euro te investeren in mij ( [naam verdachte] ). Zo is het. Ik wilde in de argonolie gaan en had daarvoor een businessplan opgesteld, waarin hij wel geloofde. U zegt mij dat u niet kunt zien wie [naam persoon] is of waar die woont of bereikbaar is. Ik heb geen verdere gegevens van de heer [naam persoon] . Ik kan u wel meedelen dat hij een eerlijk zakenman is en dat hij meerdere bedrijven heeft.
Ik was onderweg naar Marokko en wilde daar originele arganolie kopen uit de bergen.
Op uw vraag hoe ik aan al die simkaarten kom zeg ik u dat ik die heb gekregen op de Haagse markt. Die werden daar gratis uitgedeeld. Er staat geen geld op die simkaarten en dat stond er ook niet op. U houdt mij voor dat ik op 8 november 2019 10.000 pond zou hebben gewisseld voor een bedrag van 11.000 euro en vraagt mij of ik daar dan geen bonnetje van heb gekregen. Dat klopt, maar dat bonnetje had ik niet bij mij tijdens mijn aanhouding. Ik heb de ponden gepind in Londen, maar daarna gewisseld in euro’s omdat dat makkelijker is in Marokko.
U vraagt mij naar de bij mij aangetroffen PGP-telefoon. Ik had drie telefoons bij mij, daarvan waren er twee van mij en die derde zou ik aan een vriend geven. Het klopt dus dat ik bij de politie niet helemaal eerlijk ben geweest. Het was niet mijn eigen geld. Ik heb wel een erfenis gekregen en ik ga af en toe naar het casino.
Op vragen van de officier van justitie antwoord ik als volgt:
U zegt mij dat mijn verklaring bij Douane en bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) al van elkaar verschillen en dat ik nu ter zitting weer met een andere verklaring kom. Ik zeg u dat de KMar niet eerlijk was tegen mij en daarom heb ik ook niet eerlijk verklaard tegen hen.
Ik zou graag mijn geld terugkrijgen. [naam persoon] was niet blij met mij. Ik heb hem beloofd dat ik binnen 3 jaar het geld terug zou betalen.
Persoonlijke omstandigheden
Ik ben bekend met mijn strafblad. Ik werk in Engeland als salesman. Ik verkoop gas-contracten. Standaard verdien ik daar 800 euro mee plus een eventuele bonus.
De officier van justitiehoudt het requisitoir. Zij vordert dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 weken. Daarnaast vordert zij dat de in beslag genomen 43 simkaarten, de PGP-telefoon en geldbedrag van € 9000,00 verbeurd worden verklaard. De andere twee telefoons mogen terug naar de verdachte.
De raadsvrouwvoert aan:
Mijn cliënt heeft uitgelegd waarom hij bij zijn aanhouding zoveel geld bij zich had. In Nederland is het verdacht wanneer je geld in die coupures op zak hebt, maar wanneer je kleinere coupures hebt dan wordt het lastig vervoeren. Als je in Berber gebied bent dan is er wel verschil met voorzieningen hier, daar kan er niet altijd gepind worden. Daarnaast helpt zeker als je zaken contant kan afrekenen, dan kom je juist betrouwbaar over. Mijn cliënt betwist dat het bedrag van misdrijf afkomstig is en ik verzoek u hem vrij te spreken.
Omdat mijn cliënt verontwaardigd was heeft hij geen verklaring meer willen geven aan de KMar. Hij heeft al een fiscale sanctie van € 1.000, - moeten betalen voor het niet aangeven van het geld. Hij wilde zijn aankomende businesspartner hier niet mee lastig vallen.
Ten aanzien van de in beslag genomen goederen verzoek ik u die alle terug te geven aan mijn cliënt. Die telefoon moest hij geven aan iemand in Marokko, daar is niets mee aan de hand.
De officier van justitiewordt in de gelegenheid gesteld te repliceren. Zij maakt hiervan geen gebruik.
De verdachtewordt het recht gelaten het laatst te spreken en verklaart:
In het verleden heb ik fouten gemaakt. Maar ik ga niet meer met die vrienden om.
Ik heb nu eindelijk iemand gevonden die in mij gelooft. Ik bedoel daar de heer [naam persoon] mee.
De politierechterbeslist als volgt.
De politierechter verklaart het onderzoek gesloten en zegt terstond mondeling vonnis te zullen geven.
De politierechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
Aantekening van het mondeling vonnis