Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de conclusie van antwoord van 3 juli 2020, met producties 1 tot en met 6;
- de faxberichten van mr. Broekzitter-Nieuwland van 6 juli 2020, met producties 8 tot en met 10 en aanvullende producties;
- de pleitnota van de man.
- het telehoren van 6 juli 2020.
2..De feiten
4..De beslissing
in plaats van de daarin opgenomen verdeling van de zorg- en opvoedingstaken zullen [naam minderjarige] en zijn moeder één keer in de week in onderling overleg een afspraak maken om elkaar te zien;
in plaats van kinderalimentatie zal de moeder van [naam minderjarige] iedere maand een bedrag van € 25,- storten op het eigen rekeningnummer van [naam minderjarige] ;
(…)
Partijen doen over en weer afstand van een eventueel recht op partneralimentatie.
Partijen komen overeen dat zij over en weer geen kinderalimentatie aan elkaar zijn of zullen zijn verschuldigd; op bestaande aanspraken zal geen beroep meer worden gedaan.
Partijen verklaren voor het overige niets meer van elkaar te vorderen te hebben en verlenen elkaar na uitvoering van deze overeenkomst finale kwijting.
3..Het geschil
4..De beoordeling
in plaats van kinderalimentatieeen bedrag van € 25,00 per maand zal storten op het eigen rekeningnummer van [naam minderjarige] . De voorzieningenrechter is om die reden van oordeel dat deze maandelijkse tegemoetkoming niet als kinderalimentatie kan worden aangemerkt. Dit blijkt ook uit de door de man overgelegde brief van het LBIO van
€ 980,00