2.23.Bij e-mailbericht van 18 mei 2020 bericht [gedaagde 1] aan mr. Zee voor zover van belang het volgende:
“(…)
Ik heb intussen onze custom broker de bescheiden ter inklaring van beide containers aangeboden. In dat verband valt er nog wel e.e.a., financieel met uw cliënt af te wikkelen, waarvan onderstaand de specificaties.
In de betreffende periode is een drietal containers binnengekomen – de twee door u genoemde containers, alsmede de [containernummer 2] welke in December 2019 is ingeklaard en op verzoek van uw cliënt aan het VK is gezonden (de goederen, niet de container uiteraard).
Bij die laatste inklaring is een probleem ontstaan met de Nederlandse Douane, die op basis van artikel 70 van Verordening (EU) nr. 952/2013 alsmede artikel 128 van Uitvoeringsverordening (WU) 2015/2447 de waarde veel hoger heeft ingeschat dan de aangeleverde bescheiden aantoonden.
Bijgaand treft u aan de UTB (Uitnodiging tot betaling) waaruit blijkt dat de Douane voor aangifte [aangiftenummer] de waarde als volgt heeft vastgesteld:
Belastbare maatstaf invoerrechten 16.9% Euro. 109.557,00
Belastbare maatstaf btw 21% Euro. 128.072,13
De door ons afgedragen bedragen staan hier eveneens in vernoemd met een totaal van Euro. 45.410,28
Hiermede is uw cliënte ons nog verschuldigd Euro. 12.243,03 waardoor bijgaand onze factuur (…).
Voor de goede orde: Wij zijn tegen de bevindingen van de Douane en de opgelegde invoerrechten en BTW in bezwaar gegaan. Wij hebben zowel uw cliënte alsmede de leverancier te Singapore – Mrs. [naam persoon 1] van MGB Group uitvoerig om de hoogte gehouden en het oordeel op ons bezwaar, dat door de Douane “ongegrond” is verklaard, bereikte ons eerst medio April van dit jaar (Dagtekening 1 April 2020).
Het is precies daarom dat wij voor de thans in casus zijn de 2 containers, uw cliënte alsmede de leverancier hebben aangeraden nog geen stappen m.b.t., een inklaring te ondernemen. Dat is de reden dat dit nog niet gebeurd is, inmiddels, zo hebben wij u aan het begin van dit schrijven medegedeeld, hebben wij de inklaring ingezet. Een proces (aangifte) dat overigens niet stop te zetten is (…).
Hetzelfde geldt voor de thans aan inklaring voorliggende containers.
Ook hiervoor mogen wij een overeenkomstige waardebepaling door de Douane verwachten, hetgeen ons brengt tot een suppletie van de eerder gestuurde facturen.
Bijgaand treft u aan de facturen (…) voor de aanvulling op de aan de Douane af te dragen inklaringskosten (BTW en invoerrechten)
Daar het hier een inschatting betreft, behouden wij ons het recht voor hier in een later stadium op terug te komen.
Tevens wijzen wij uw cliënte er, via u op, dat ook de opslagkosten van de goederen door hem voldaan dienen te worden. Het eindbedrag hiervan kunnen wij uiteraard pas berekenen, nadat wij het tansport naar het VK hebben ingepland. Kort daarvoor zullen wij u de factuur daarvoor sturen.
Indicatief: het betreft hier 98 pallets tegen een bewaarloon van Euro. 2,-- per pallet per week of gedeelte vanaf 29 oktober 2019 hetgeen thans ca. Euro. 5500,00 bedraagt, tot aan vandaag.
Tevens zit in dit bedrag niet de kosten voor wegtransport naar het VK waar uw cliënte eveneens van op de hoogte is en wat altijd separaat in rekening wordt gebracht.
Wij verzoeken u dan ook uw cliënte te verzoeken om de balans van de 3 suppletie facturen t.w.:
2019-0113B Ten bedrage van Euro. 34.026,70 alsmede
2019-0114B Ten bedrage van Euro. 35.162,75 en
2019-0115C Ten bedrage van Euro. 12.243,03
per ommegaande aan ons over te maken, bij gebreke waarvan wij tot gerechtelijke invordering zullen overgaan.
Zoals gezegd, de aangifte is niet terug te draaien en deze bedragen zullen hoe dan ook door de Belastingdienst/Douane van de borg worden afgetrokken en wij hebben reden om aan te nemen dat uw cliënte zal weigeren de facturen te voldoen c.q., daartoe niet in staat zal zijn.
Navraag bij inkoopafdeling van Nike Europe (Hoofdkantoor te Hilversum) heeft ons geleerd dat de firma HR International Clothing Pvt.Ltd., bij hen niet bekend is als erkend importeur. Afhankelijk van de Batchnummers op de labels kan men bepalen of deze invoer onrechtmatig is.
De goederen zullen hoe dan ook, op ons verzoek, onder douanetoezicht worden geïnspecteerd op legaliteit.
Ik ben er echter van overtuigd dat het hier onrechtmatig handelen betreft van de zijde van uw cliënte en ga er dan ook van uit dat de Douane de goederen in beslag zal nemen en retour zal geven aan de merkhouder.
Dit betekent tevens dat de Douane zonder twijfel een onderzoek zal inzetten en wellicht de voorgaande aangiftes m.b.t. invoer zal willen herwaarderen. Uiteraard zullen wij alle medewerking aan de autoriteiten daartoe verlenen.
(…)”