Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering
4..De vordering in verzet
5..De beoordeling
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen Aldoc-Topmotive B.V. en Gamesa Rotterdam B.V. Aldoc had Gamesa bij verstekvonnis van 26 november 2019 veroordeeld tot betaling van € 3.747,49, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gamesa heeft in verzet gesteld dat de dagvaarding nietig was omdat deze was betekend op een oud adres, en dat zij de facturen niet had ontvangen. Aldoc heeft de vordering van Gamesa betwist en gesteld dat de facturen naar het juiste adres waren gestuurd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Gamesa niet onredelijk benadeeld is door de betekening op het oude adres, aangezien zij uiteindelijk in de procedure is verschenen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat Gamesa niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar beroep op opschorting van de betalingsverplichting, omdat zij geen klachten over de software had aangetoond. De vordering in verzet is afgewezen en het verstekvonnis is bekrachtigd. Gamesa is veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure.