Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
Kostenraming
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Wessel Juridisch Advies B.V. (eiseres) een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in persoon procedeert. De vordering betreft de betaling van twee facturen die door Wessel Juridisch Advies aan de gedaagde zijn gestuurd voor verleende rechtsbijstand in een huurkwestie. De eiseres heeft op 14 januari 2020 en 27 januari 2020 facturen van respectievelijk € 363,- en € 1.615,35 verzonden, welke niet zijn voldaan. De eiseres vordert in totaal € 1.978,35, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 296,75.
De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de kosten onterecht hoog zijn, omdat er twee medewerkers aan de zaak hebben gewerkt en dat de werkzaamheden slordig zijn uitgevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst was tussen partijen en dat de kostenraming slechts een indicatie was. De rechter heeft de urenspecificaties van Wessel Juridisch Advies beoordeeld en geconcludeerd dat de kosten in redelijke verhouding staan tot de verrichte werkzaamheden, met uitzondering van een deel van de kosten voor het opstellen van een Engelse brief, waarvoor de rechter een vermindering heeft toegepast.
De kantonrechter heeft de vordering van Wessel Juridisch Advies grotendeels toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.