ECLI:NL:RBROT:2020:13031

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
8676110 CV EXPL 20-26315
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst en betaling van factuur rechtsbijstand

In deze zaak vordert eiser, die zelf procedeert, een verklaring voor recht dat de overeenkomst met Stichting Westlandse Schaapskudde is ontbonden en dat de stichting een bedrag van € 1.619,75 aan hem moet betalen, vermeerderd met contractuele rente. Eiser heeft rechtsbijstand verleend aan de stichting, maar de stichting heeft slechts een deel van de factuur voldaan. Eiser ontbindt de overeenkomst op grond van de algemene voorwaarden, omdat de stichting niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan. De stichting betwist de vordering en stelt dat eiser niet alle overeengekomen werkzaamheden heeft verricht.

De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst is ontbonden en dat de stichting het resterende bedrag van de factuur moet betalen. Echter, de rechter komt tot de conclusie dat een beroep op de algemene voorwaarden in dit geval leidt tot een onbillijk resultaat. De kantonrechter stelt vast dat eiser geen overzicht heeft gegeven van de verrichte werkzaamheden en dat de stichting niet heeft geprofiteerd van de diensten die eiser had moeten leveren. Daarom wordt het bedrag dat eiser kan vorderen vastgesteld op € 1.500,-, wat gelijk is aan het reeds betaalde voorschot. De vordering tot betaling van de hoofdsom en de contractuele rente wordt afgewezen. Eiser wordt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die voor de stichting op nihil worden vastgesteld.

De beslissing van de kantonrechter is dat de overeenkomst is ontbonden, het meer of anders gevorderde wordt afgewezen, en eiser wordt in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8676110 CV EXPL 20-26315
uitspraak: 18 december 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[eiser] ,
handelend onder de naam
[handelsnaam],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
die zelf procedeert,
tegen
de stichting
Stichting Westlandse Schaapskudde,
gevestigd te Naaldwijk, gemeente Westland,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam] .
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘Stichting Westlandse Schaapskudde’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 22 juli 2020, met bijlagen;
de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van Stichting Westlandse Schaapskudde, met bijlagen;
de conclusie van repliek, met bijlagen;
de conclusie van dupliek, met bijlagen.
Het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.1
Partijen hebben een overeenkomst met elkaar gesloten op grond waarvan [eiser] rechtsbijstand aan Stichting Westlandse Schaapskudde heeft verleend.
2.2
In de opdrachtbevestiging van [eiser] van 23 mei 2019 is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“De totale kosten voor de procedure zullen 2250,00 ex. 21% BTW bedragen.
Hiervoor:
- Stellen wij de dagvaarding op
- Laten wij de dagvaarding betekenen aan Stichting Leidse Ommelanden
- Dienen wij de dagvaarding in bij de griffie
- Betalen wij het griffierecht
- Corresponderen wij met de wederpartij
- En begeleiden wij je tijdens de zitting op de rechtbank
De totale kosten bedragen 2722,50 inclusief BTW.
Op het gerechtelijk pakket zijn naast onze algemene voorwaarden (te raadplegen via [website]) ook onze voorwaarden procederen van toepassing. (…)”
2.3
In de algemene voorwaarden van [handelsnaam] (hierna: de algemene voorwaarden) is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…)
Artikel 6 Kosten
6.1
Opdrachtgever betaalt aan Gebruiker vooraf een vergoeding die bestaat uit de gekozen oplossing of het honorarium dat, tenzij anders overeengekomen is, gebaseerd is op het uurtarief van Gebruiker, vermeerderd met eventuele bijkomende kosten. Voor de berekening van de bestede tijd wordt een tijdseenheid van tien minuten als kleinste gehanteerd. Tijdsbestedingen kleiner dan deze tijdseenheid worden naar boven afgerond.
(…)
6.4
De externe kosten verbonden aan een procedure of van Derden die in overleg met Opdrachtgever zijn ingeschakeld, zoals daar zijn kosten van een gerechtsdeurwaarder, griffierecht, reiskosten, een mogelijke proceskostenveroordeling, kosten van een gerechtelijk deskundige of een vertaler, dient Opdrachtgever vooraf aan Gebruiker te voldoen.
(…)
Artikel 8 Betaling
8.1
Betaling van facturen dient vooraf te geschieden in Euro’s doormiddel van een storting of overboeking op de door Gebruiker aangewezen bankrekening. Bezwaren tegen de hoogte van (een) ingediende declaratie(s) schorten de betalingsverplichting(en) voor Opdrachtgever niet op.
(…)
8.3
Indien Opdrachtgever niet heeft betaald is Gebruiker gerechtigd, nadat hij Opdrachtgever minstens één maal heeft aangemaand tot betaling over te gaan, zonder nadere ingebrekestelling vanaf de vervaldag van de factuur aan Opdrachtgever de contractuele Rente in rekening te brengen tot aan de dag van algehele voldoening. Deze rente bedraagt 15% op jaarbasis.
8.4
Indien Opdrachtgever in gebreke of in verzuim is in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen komen alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening (in en buiten rechte) voor rekening van Opdrachtgever. In ieder geval is Opdrachtgever incassokosten verschuldigd.
(…)
Artikel 9 Opschorting en opzegging
9.1
Gebruiker is gerechtigd (verdere) uitvoering van de Overeenkomst op te schorten, indien Opdrachtgever de betalingscondities niet in acht neemt of anderszins zijn verplichtingen niet nakomt, een en ander onverminderd het recht van Gebruiker om schadevergoeding te vorderen.
9.2
Indien Opdrachtgever niet binnen één maand na opschorting van de (verdere) uitvoering van de Overeenkomst door Gebruiker, alle openstaande vorderingen heeft voldaan, is Gebruiker gerechtigd om de Overeenkomst eenzijdig te ontbinden. Opdrachtgever is dan nog steeds gehouden om alle openstaande vorderingen aan Gebruiker te voldoen.
9.3
Overeenkomsten kunnen tussentijds worden opgezegd met instemming van Gebruiker en in overeenstemming met hetgeen in dit artikel is bepaald.
9.4
Indien tot tussentijdse opzegging is overgegaan door Opdrachtgever, heeft Gebruiker vanwege het ontstane en aannemelijk te maken bezettingsverlies recht op compensatie van Opdrachtgever, tenzij er feiten en omstandigheden aan de opzegging ten grondslag liggen die aan Gebruiker zijn toe te rekenen. Indien tot tussentijdse opzegging is overgegaan door Gebruiker, heeft Opdrachtgever recht op medewerking van Gebruiker bij overdracht van de Werkzaamheden aan Derden, tenzij er feiten en omstandigheden aan de opzegging ten grondslag liggen die aan Opdrachtgever zijn toe te rekenen.
9.5
Gebruiker behoudt bij tussentijdse opzegging aanspraak op betaling van de declaraties voor tot dan toe verrichte Werkzaamheden, waarbij aan Opdrachtgever indien mogelijk de voorlopige resultaten van het tot dan toe verrichte werk ter beschikking zullen worden gesteld. Een eventueel betaald voorschot zal in overleg en indien redelijkerwijs noodzakelijk naar evenredigheid terug betaald worden.
(…)
2.4
Stichting Westlandse Schaapskudde heeft € 1.500,- aan [eiser] betaald.
2.5
[eiser] heeft op 8 juni 2020 een brief aan Stichting Westlandse Schaapskudde verzonden waarin hij haar sommeert om het openstaande bedrag van € 1.838,19 te betalen.
2.6
In een e-mailbericht van [eiser] aan Stichting Westlandse Schaapskudde van 9 juli 2020 is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“Betreft: Buitengerechtelijke ontbinding overeenkomst
Geachte heer/mevrouw,
Omdat er gereageerd is op de schriftelijke sommatie van onze incassoafdeling en de openstaande vordering van € niet voor de fatale termijn van 8 juli 2020 is voldaan, dan wel hiervoor een betalingsregeling is getroffen, ontbinden wij hierbij de tussen [handelsnaam] en Stichting Westlandse Schaapskudde gesloten overeenkomst van opdracht op grond van artikel 9.2 van onze Algemene voorwaarden. Wij zullen dus geen werkzaamheden meer uitvoeren voor de stichting.
De openstaande vordering van € dient Stichting Westlandse Schaapskudde nog steeds volledig te voldoen.”

3..Het geschil

3.1
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
  • een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen [eiser] en Stichting Westlandse Schaapskudde is ontbonden;
  • Stichting Westlandse Schaapskudde te veroordelen tegen een behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen € 1.619,75, te vermeerderen met de contractuele rente van 15% over de hoofdsom vanaf 6 juni 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
  • Stichting Westlandse Schaapskudde te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2
[eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd. Stichting Westlandse Schaapskudde heeft niet volledig voldaan aan haar betalingsverplichting uit hoofde van de door partijen gesloten overeenkomst en de algemene voorwaarden van [handelsnaam] die daarop van toepassing zijn. Stichting Westlandse Schaapskudde moet daarom nog een deel van de factuur betalen, en tevens is zij contractuele rente verschuldigd.
3.3
Stichting Westlandse Schaapskudde is het niet eens met de vordering van [eiser] . Zij voert – kort gezegd – aan dat [eiser] niet alle overeengekomen werkzaamheden heeft verricht. Zij vindt daarom dat zij niet het gehele factuurbedrag hoeft te betalen.

4..De beoordeling

4.1
Partijen zijn het erover eens dat de opdracht ten einde is gekomen en dat [eiser] dus geen werkzaamheden voor Stichting Westlandse Schaapskudde meer hoeft te verrichten. In geschil is of Stichting Westlandse Schaapskudde de volledige factuur en bijkomende kosten moet betalen.
4.2
Allereerst dient de vraag beantwoord te worden of [eiser] de overeenkomst mocht ontbinden. Op grond van artikel 9.2 van de algemene voorwaarden mocht [eiser] de overeenkomst ontbinden als Stichting Westlandse Schaapskudde niet binnen één maand na opschorting van de (verdere) uitvoering van de overeenkomst alle openstaande vorderingen heeft voldaan.
4.3
Vaststaat dat partijen met elkaar hebben afgesproken dat Stichting Westlandse Schaapskudde voor de werkzaamheden € 2.722,50 inclusief btw aan [eiser] zou betalen, en dat zij hiervan slechts € 1.500,- heeft voldaan. Stichting Westlandse Schaapskudde heeft ook niet betwist dat zij dit bedrag vóór het uitvoeren van de werkzaamheden moest betalen. Dit heeft tot gevolg dat [eiser] de overeenkomst mocht ontbinden. Stichting Westlandse Schaapskudde heeft niet betwist dat zij het e-mailbericht van 9 juli 2020 heeft ontvangen waarin [eiser] meldt dat hij de overeenkomst ontbindt. De gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden wordt dus toegewezen.
4.4
Vervolgens dient beoordeeld te worden of Stichting Westlandse Schaapskudde het restant van de factuur nog verschuldigd is. [eiser] stelt dat Stichting Westlandse Schaapskudde op grond van artikel 9.2 van de algemene voorwaarden het volledige openstaande bedrag moet betalen. De vraag is of [eiser] een beroep kan doen op deze bepaling uit de algemene voorwaarden. Hierbij is van belang dat de overeenkomst gesloten is tussen twee professionele partijen. De stichting is immers een rechtspersoon en kan dus op grond van artikel 6:230g lid 1 BW niet worden aangemerkt als consument. [eiser] handelt als rechtsbijstandverlener in het kader van zijn beroepsactiviteit, en wordt daarmee aangemerkt als professionele partij. Stichting Westlandse Schaapskudde heeft de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden ook niet betwist. [eiser] mag zich daarom beroepen op de bepalingen uit zijn algemene voorwaarden.
4.5
Uit artikel 9.2 van de algemene voorwaarden blijkt dat Stichting Westlandse Schaapskudde het volledige openstaande bedrag verschuldigd is aan [eiser] als de overeenkomst is ontbonden op initiatief van [eiser] . Bij tussentijdse opzegging door Stichting Westlandse Schaapskudde zou dat anders zijn, maar dat is hier niet het geval.
4.6
Bij conclusie van dupliek heeft Stichting Westlandse Schaapskudde aangevoerd dat zij naar aanleiding van de sommatiebrief van 8 juni 2020 contact heeft gezocht met [eiser] om het verdere verloop van de procedure te bespreken, maar dat zij hem niet kon bereiken en zes maal de voicemail van [eiser] heeft ingesproken. Ter onderbouwing van de pogingen om in contact te komen verwijst zij naar een overzicht van de uitgaande telefoonoproepen van de bestuurder van Stichting Westlandse Schaapskudde. [eiser] betwist de voicemailberichten te hebben ontvangen en voert aan dat Stichting Westlandse Schaapskudde hem ook per e-mail had kunnen benaderen.
4.7
Niet in geschil is dat de overeenkomst gekwalificeerd dient te worden als een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW. Daarbij heeft Stichting Westlandse Schaapskudde opdracht gegeven aan [eiser] om haar rechtsbijstand te verlenen. Op grond van artikel 7:408 lid 1 BW kan de opdrachtgever de overeenkomst te allen tijde opzeggen. Stichting Westlandse Schaapskudde heeft dat niet gedaan, terwijl zij die mogelijkheid wel had. Nu vaststaat dat zij de overeenkomst niet heeft opgezegd in de periode voorafgaand aan de buitengerechtelijke ontbinding door [eiser] op 9 juli 2020, kan geconcludeerd worden dat de overeenkomst is ontbonden op initiatief van [eiser] en dat hij op grond van de artikel 9.2 van de algemene voorwaarden in beginsel het volledige openstaande bedrag van € 1.222,50 inclusief btw bij Stichting Westlandse Schaapskudde in rekening mag brengen.
4.8
Stichting Westlandse Schaapskudde stelt dat het niet redelijk is dat zij het volledige bedrag moet betalen, terwijl [eiser] niet alle werkzaamheden heeft verricht. De kantonrechter gaat ervan uit dat Stichting Westlandse Schaapskudde met deze stelling een beroep doet op de redelijkheid en billijkheid. Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (artikel 6:248 lid 2 BW). Het antwoord op de vraag of de redelijkheid en billijkheid aan een beroep op een contractueel beding in de weg staan, hangt af van alle omstandigheden van het geval.
4.9
Vaststaat dat de overeenkomst is ontbonden. Het is daarom niet mogelijk om alsnog nakoming van de overeenkomst te vorderen, en door betaling van het volledige factuurbedrag te vragen doet [eiser] dat in feite wel. Stichting Westlandse Schaapskudde moet dan betalen terwijl daar hoegenaamd geen prestatie van [eiser] tegenover lijkt te staan. In dit verband wordt overwogen dat Stichting Westlandse Schaapskudde een “gerechtelijk pakket” bij [eiser] had afgenomen. Het was de bedoeling dat er geprocedeerd ging worden en in het pakket waren ook de deurwaarderskosten en het griffierecht begrepen. Vaststaat dat het niet tot een procedure is gekomen. De wederpartij zou zijn aangeschreven maar daarvan blijkt uit de stukken overigens niets. De kantonrechter tast dan ook in het duister wat betreft de feitelijke inhoud van de zaak. De werkzaamheden van [eiser] hebben dan ook voornamelijk bestaan uit het aanmanen van Stichtinig Westlandse Schaapskudde. Eerst tot het aanleveren van stukken die nodig waren om de dagvaarding “af te ronden” en daarna om de factuur te voldoen. Stichting Westlandse Schaapskudde heeft niets aan de hele exercitie gehad. Het was natuurlijk niet netjes van haar om na de intake en het betalen van een voorschot niets meer van zich te laten horen maar [eiser] had er wellicht goed aan gedaan het erbij te laten zitten.
4.1
De kantonrechter oordeelt dat een beroep op artikel 9.2 tot een onbillijk resultaat leidt. Hierbij speelt ook een rol dat [eiser] als opdrachtnemer eenzijdig de algemene voorwaarden heeft opgesteld en dat Stichting Westlandse Schaapskudde als rechtspersoon weliswaar wordt aangemerkt als professionele partij, maar dat zij niet handelt als ondernemer. Stichtingen hebben immers in beginsel geen winstoogmerk. Het voorgaande leidt tot het oordeel van de kantonrechter dat een beroep op artikel 9.2 van de algemene voorwaarden voor wat betreft de gevolgen van de ontbinding in casu naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarom kan [eiser] in deze procedure voor wat betreft de gevolgen van de ontbinding geen beroep doen op artikel 9.2 van de algemene voorwaarden.
4.11
Op grond van artikel 7:411 lid 1 BW geldt dat, indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd waarvoor zij is verleend is verstreken, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging of van het verstrijken van die tijd, de opdrachtnemer ( [eiser] ) recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Hierbij wordt rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever (Stichting Westlandse Schaapskudde) daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd. Op grond van lid 2 van dit artikel heeft de opdrachtnemer slechts recht op het volle loon, indien het einde van de overeenkomst aan de opdrachtgever is toe te rekenen en de betaling van het volle loon, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijk is. Op het bedrag van het loon worden de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering gebracht.
4.12
[eiser] heeft geen overzicht gegeven van de werkzaamheden die hij voor Stichting Westlandse Schaapskudde heeft verricht en de tijd die hij daaraan heeft besteed, maar de kantonrechter kan wel een schatting maken van wat in dit geval een redelijk loon is. De totale kosten van het gerechtelijk pakket bedragen € 2.722,50 inclusief btw. Daarvan heeft Stichting Westlandse Schaapskudde € 1.500,- voldaan. Dat is meer dan de helft van de totale kosten, terwijl vaststaat dat [eiser] een groot deel van de werkzaamheden die deel uitmaken van het gerechtelijk pakket, niet heeft verricht. De wederpartij is aangeschreven en er is een begin gemaakt met het opstellen van de dagvaarding. Er is echter niet geprocedeerd waardoor deurwaarderskosten en griffierecht bespaard zijn. Daarnaast heeft [eiser] Stichting Westlandse Schaapskudde niet begeleid naar de zitting, wat altijd tijdrovend is. De kantonrechter stelt het redelijk loon voor [eiser] in deze zaak daarom vast op € 1.500,- inclusief btw, wat gelijk is aan het reeds betaalde voorschot, waardoor Stichting Westlandse Schaapskudde niets meer verschuldigd is aan [eiser] . De vordering tot betaling van de hoofdsom en de contractuele rente zal dus worden afgewezen.
4.13
[eiser] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten zullen voor Stichting Westlandse Schaapskudde worden vastgesteld op nihil nu zij zich niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
verklaart voor recht dat de overeenkomst tussen [eiser] en Stichting Westlandse Schaapskudde is ontbonden;
wijst af het meer of anders gevorderde;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Stichting Westlandse Schaapskudde vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416