Op 15 december 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor [voornaam minderjarige 1]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen nog steeds in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat er zorgelijk gedrag wordt vertoond, waaronder suïcidale uitspraken van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De vader van de kinderen heeft het ouderlijk gezag en verleent zijn medewerking aan de hulpverlening, maar is nog niet in staat om de zorgen weg te nemen.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de drie minderjarigen verlengd tot 14 juli 2021 en een machtiging gesloten jeugdhulp voor [voornaam minderjarige 1] verleend tot 14 april 2021. De kinderrechter oordeelt dat de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de situatie van [voornaam minderjarige 1] nauwlettend in de gaten gehouden moet worden en dat er een rapportage van de GI moet komen over de stand van zaken.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2020 door de kinderrechter, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 31 december 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.