Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10/218576-20
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
dieaan een ander, toebehoorde,
laan
dieaan de hieronder vermelde
laan
anderen dan verdachtetoebehoorde, weg te nemen
n, aan [naam slachtoffer 10] , heeft weggenomen met het oogmerk om
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering maatregel
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
€ 526,35 (zegge: vijfhonderdzesentwintig euro en 35 cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 526,35(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdzesentwintig euro en 35 cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 526,35 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 371,60 (zegge: driehonderdeenenzeventig euro en zestig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 371,60(hoofdsom,
zegge: driehonderdeenenzeventig euro en zestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 371,60 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
7 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 335,65 (zegge: driehonderdvijfendertig euro en vijfenzestig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 335,65(hoofdsom,
zegge: driehonderdvijfendertig euro en vijfenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 335,65 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 604,13 (zegge: zeshonderdvier euro en dertien cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 604,13(hoofdsom,
zegge: zeshonderdvier euro en dertien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 604,13 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
12 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;