Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
hardheeft geslagen op het hoofd van de aangever blijkt uit de aanvullende getuigenverklaring van [naam getuige] .
volop zijn hoofd is geslagen. Dit heeft zij niet op de dag van het incident verklaard en zij is hier ook niet over doorgevraagd. Haar verklaring biedt daarom te weinig tegenwicht tegen de verklaring van de verdachte zelf.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 150 (honderdenvijftig) dagen;
groot 102 (honderdentwee) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
[naam slachtoffer], te betalen een bedrag van
€ 130,- (zegge: honderdendertig euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 130,-(hoofdsom, z
egge: honderdendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen;