ECLI:NL:RBROT:2020:12999

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
12 februari 2021
Zaaknummer
10/961544-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderporno en ontuchtige afbeeldingen met dieren

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno en ontuchtige afbeeldingen met dieren. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was ingeschreven op het adres [adres verdachte], [postcode verdachte] [woonplaats verdachte]. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de terechtzitting van 10 september 2020 en de tenlastelegging geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderpornografisch materiaal gedurende een periode van bijna negen jaar, van 1 januari 2010 tot en met 21 mei 2019. De verdachte heeft meermalen afbeeldingen en video's verworven en in bezit gehad die seksuele gedragingen toonden waarbij personen onder de 18 jaar betrokken waren. Dit gedrag werd door de rechtbank gekwalificeerd als een gewoonte maken van het bezit van kinderporno.

De officier van justitie, mr. N.M. Smits, had gevorderd tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft een lagere straf opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder met justitie in aanraking was gekomen en dat hij openheid van zaken heeft gegeven. De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 4 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, in dit geval de kinderen en dieren die betrokken waren bij de vervaardiging van het materiaal, meegewogen. De rechtbank heeft benadrukt dat het bezit van dergelijk materiaal niet alleen de norm ter bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik schendt, maar ook bijdraagt aan de voortdurende exploitatie van slachtoffers. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en moet zich houden aan de voorwaarden die zijn gesteld door de reclassering.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/961544-19
Datum uitspraak: 24 september 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. G.E.J. Kornet, advocaat te Zwolle.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 september 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N.M. Smits heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode 1 januari 2010 tot en met 21 mei 2019, te Zwolle en Kraggenburg, althans in Nederland meermalen, afbeeldingen, te weten foto’s en video’s en films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen – te weten een of meer DVD’s ( [naam bestand 1] ) en een Samsung tablet ( [naam bestand 2] ) en een NAS ( [naam bestand 3] ) en een harde schijf ( [naam bestand 4] , [naam bestand 5] , [naam bestand 6] , [naam bestand 7] , [naam bestand 8] ) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en mond en vinger en een voorwerp oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(' [naam bestand 9] '/' [naam bestand 10] ' - p. 109)
' [naam bestand 11] '/ ' [naam bestand 12] ' - p. 110
' [naam bestand 13] ' - p. 110
' ( [naam bestand 14] ' - p. 110-111
' [naam bestand 15] ' - p. 139
' [naam bestand 16] ' - p. 139-140
' [naam bestand 17] '- p. 140)
en het met de hand en tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het met de hand betasten en aanraken van het eigen geslachtsdeel
(' [naam bestand 9] '/' [naam bestand 10] ' - p. 109
' [naam bestand 13] ' - p. 110
' [naam bestand 16] ' - p. 139-140
' [naam bestand 17] '- p. 140)
en het masturberen boven/bij en ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(' ( [naam bestand 14] ' - p. 110-111))
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op 21 mei 2019, te Zwolle, in elk geval in Nederland meermalen, afbeeldingen, te weten video's en films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een of meer DVD's ( [naam bestand 1] )
in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het door een hond met de penis oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon,
(' [naam bestand 18] '- p. 107)
en het door een persoon met de tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een hond ,
(' [naam bestand 18] '- p. 107).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
feit 2:
een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtelijke handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bezit van kinderpornografische afbeeldingen bestaande uit foto’s en films, waarop vergaande seksuele handelingen (zoals vaginale en anale penetratie) bij jonge kinderen onder de 18 jaar te zien zijn. Gedurende een periode van negen jaar heeft de verdachte deze foto’s en films gedownload en gecategoriseerd in mappen op verschillende gegevensdragers. Hiervan heeft hij een gewoonte gemaakt. De verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden.
Door het downloaden en het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Bij de vervaardiging van kinderporno worden de betrokken kinderen immers telkens seksueel misbruikt en geëxploiteerd door volwassenen die hen juist behoren te beschermen. Het is daarbij algemeen bekend dat kinderen die slachtoffer zijn geworden van dergelijke praktijken psychische schade kunnen oplopen waar zij vele jaren later de schadelijke gevolgen nog van ondervinden. Ook kunnen zij nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is namelijk gebleken dat een afbeelding die eenmaal op internet is aangetroffen, vrijwel onmogelijk blijvend van internet te verwijderen is en nog jarenlang kan opduiken. Het handelen van de verdachte is dan ook fout.
Daarnaast heeft verdachte meerdere dierenpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Hierin is het belang gelegen dat deze strafbepaling beoogt te beschermen. Hiervoor geldt dat door het bekijken en bewaren van dit soort afbeeldingen de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen wordt bevorderd.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 augustus 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft op 7 augustus 2020 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt – samengevat – het volgende in. De verdachte kwam niet eerder met justitie in aanraking, maar door de langere pleegperiode is er volgens de reclassering wel sprake van een patroon met betrekking tot grensoverschrijdend
hands offseksueel gedrag. Bij de verdachte is nog niet tot nauwelijks sprake van zelfinzicht en inzicht in de gevolgen van zijn delictgedrag voor de indirecte slachtoffers.
Hoewel de verdachte zich aangetrokken lijkt te voelen tot jonge mannen, zo ook tieners (van ongeveer 14 jaar oud), is het niet duidelijk of er sprake is van emotionele identificatie met kinderen en/of deviante gedachten/gedragingen. De kans op recidive wordt als gemiddeld ingeschat. De reclassering ziet met name risico’s op het gebied van seksualiteit, het aangaan van seksuele contacten met jonge mannen, hetgeen vaak online begint (waarbij een risico is dat zij minderjarig zijn), en het feit dat er nog geen behandeling heeft plaatsgevonden gericht op delictpreventie en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom acht de reclassering de oplegging van een reclasseringstoezicht met behandeling gericht op gedragsverandering en controle op de gegevensdragers noodzakelijk om de recidivekans mogelijk te kunnen verminderen.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met een meldplicht, een ambulante behandelverplichting, het vermijden van kinderporno en het geven van openheid over seksuele relaties als voorwaarden.
De rechtbank heeft dit rapport betrokken in haar overwegingen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmodaliteit de landelijke oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) in aanmerking genomen. Naar het oriëntatiepunt van het LOVS is voor het gewoonte maken van het bezit van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar passend.
De rechtbank overweegt dat het in deze zaak bewezenverklaarde gewoonte maken van het bezit van kinderporno, naar aard en ernst van de gedragingen, van een andere orde is dan het gewoonte of beroep maken van het bezit dan wel verwerven of verspreiden van kinderporno zoals beoogd in het oriëntatiepunt. Dit oordeel ziet vooral op het feit dat, hoewel het een lange periode betreft, niet is bewezen dat de verdachte een grote verzamelaar dan wel verspreider was van kinderporno en dat niet is aangetoond dat hij temidden van zeer diverse seksuele afbeeldingen en films voortdurend gericht op zoek is gegaan naar kinderporno. Dat een deel van zijn gegevensdragers met grote opslagcapaciteit niet kon worden opgestart en uitgelezen mag niet in zijn nadeel worden uitgelegd. Dit maakt dat het bewezenverklaarde in zoverre de ondergrens van het ‘gewoonte maken van’ raakt en materieel meer overeenkomsten vertoont met het ‘enkele bezit’ van kinderporno. Voor dit laatste ligt het oriëntatiepunt voor de straftoemeting beduidend lager, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, met oplegging van bijzondere voorwaarden in combinatie met een taakstraf van 240 uren. De rechtbank ziet aanleiding aansluiting te zoeken bij laatstgenoemd oriëntatiepunt.
Daarnaast heeft de rechtbank bij de straftoemeting voor beide bewezenverklaarde feiten in het voordeel van de verdachte meegewogen dat hij vanaf het begin meewerkend is geweest en openheid van zaken heeft gegeven in zijn verklaringen. Tevens wordt meegewogen dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de leeftijd van de verdachte.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank is van oordeel dat een taakstraf een gunstige invloed zal kunnen hebben op het verbreden van het perspectief van de verdachte en zal bijdragen aan het hebben van een andersoortige dagbesteding. De rechtbank zal daarom een gevangenisstraf opleggen in combinatie met een taakstraf.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden,
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;
2. de veroordeelde zal meewerken aan diagnostiek en indien geïndiceerd laat hij zich behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
3. de veroordeelde zal zich op welke wijze dan ook onthouden van:
- het seksueel getint communiceren met minderjaren,
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen,
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
De veroordeelde werkt mee aan het steeksproefgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers, zolang het openbaar ministerie dit noodzakelijk vindt. De reclassering bepaalt in overleg met de officier van jusitie in welke gevallen, op welke manier, door wie en hoe vaak en wanneer de feitelijke controles plaatsvinden, waarbij de controles in geen geval stelselmatige inbreuk mogen maken op de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde.
De functionaris die de feitelijke controle uitvoert is, buiten de constatering van voornoemd verboden gedrag, gehouden tot geheimhouding en vertrouwelijke kennisneming van hetgeen op die gegevensdragers wordt aangetroffen.
De medewerking van de veroordeelde dient uit het volgende te bestaan:
a. de veroordeelde moet in het kader van en alleen ten behoeve van die controle aan de reclassering en eventueel door de reclassering uitgenodigde politiemedewerkers dan wel externe deskundige toegang verschaffen tot zijn woning;
b. de veroordeelde moet dan op verzoek van de reclassering al zijn digitale gegevensdragers ter beschikking stellen dan wel overhandigen aan de reclasserings- of politiemedewerkers dan wel externe deskundige;
c. de veroordeelde moet de reclassering dan wel de door hen uitgenodigde politiemedewerkers dan wel externe deskundige de toegang verschaffen tot alle aanwezige digitale gegevensdragers, bijvoorbeeld door het geven van de benodigde wachtwoorden;
4. de veroordeelde zal ten tijde van het reclasseringstoezicht open zijn over de (seksuele) relaties die hij heeft en/of aangaat, zodat eventuele risico’s hieromtrent bespreekbaar gemaakt kunnen worden;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. K.A. Baggerman en J.S. van den Berge, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.L. den Dekker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter /oudste rechter /jongste rechter /griffier is /zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode 1 januari 2010 tot en met 21 mei 2019, te Zwolle en/of Kraggenburg, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen – te weten een of meer DVD’s ( [naam bestand 1] ) en/of een Samsung tablet ( [naam bestand 2] ) en/of een NAS ( [naam bestand 3] ) en/of een harde schijf ( [naam bestand 4] , [naam bestand 5] , [naam bestand 6] , [naam bestand 7] , [naam bestand 8] ) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of mond en/of vinger en/of een voorwerp oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(' [naam bestand 9] '/' [naam bestand 10] ' - p. 109)
' [naam bestand 11] '/ ' [naam bestand 12] ' - p. 110
' [naam bestand 13] ' - p. 110
' ( [naam bestand 14] ' - p. 110-111
' [naam bestand 15] ' - p. 139
' [naam bestand 19] ' - p. 139-140
' [naam bestand 17] '- p. 140)
en/of het met de hand en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de anus van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel
(' [naam bestand 9] '/' [naam bestand 10] ' - p. 109
' [naam bestand 13] ' - p. 110
' [naam bestand 19] ' - p. 139-140
' [naam bestand 17] '- p. 140)
en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(' ( [naam bestand 14] ' - p. 110-111))
en hij/zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 21 mei 2019, te Zwolle, in elk geval in Nederland meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten video's en/of films en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een of meer DVD's ( [naam bestand 1] ) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het door een hond en/of dier met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon,
(' [naam bestand 18] '- p. 107)
en/of het door een persoon met de tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een hond en/of dier,
(' [naam bestand 18] '- p. 107).