Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- cliënt met haar hiervoor genoemde advocaat;
- [naam] , verzorgende, verbonden aan Careyn.
Rechtbank Rotterdam
Op 18 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het verzoek is ingediend door het CIZ en betreft een cliënt die verblijft in verpleeghuis Careyn, de Plantage te Brielle. De cliënt, geboren op [geboortedatum cliënt] in [geboorteplaats cliënt], verblijft sinds 2 oktober 2020 zonder machtiging in het verpleeghuis. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond op dezelfde datum, werd de cliënt gehoord via een beeld- en geluidverbinding, samen met haar advocaat mr. H. van der Wal en een verzorgende van Careyn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt soms aangeeft weg te willen, maar ook dat zij tijdens de behandeling heeft aangegeven in de instelling te willen blijven. Dit wijst op een situatie van vrijwilligheid. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen grond is voor het verlenen van de gevraagde machtiging. Het verzoek tot rechterlijke machtiging is dan ook afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en is op 22 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.