ECLI:NL:RBROT:2020:12941

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
C/10/609016 / FA RK 20-9432
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang

Op 18 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het verzoek is ingediend door het CIZ en betreft een cliënt die verblijft in verpleeghuis Careyn, de Plantage te Brielle. De cliënt, geboren op [geboortedatum cliënt] in [geboorteplaats cliënt], verblijft sinds 2 oktober 2020 zonder machtiging in het verpleeghuis. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond op dezelfde datum, werd de cliënt gehoord via een beeld- en geluidverbinding, samen met haar advocaat mr. H. van der Wal en een verzorgende van Careyn.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt soms aangeeft weg te willen, maar ook dat zij tijdens de behandeling heeft aangegeven in de instelling te willen blijven. Dit wijst op een situatie van vrijwilligheid. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen grond is voor het verlenen van de gevraagde machtiging. Het verzoek tot rechterlijke machtiging is dan ook afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en is op 22 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/609016 / FA RK 20-9432
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 december 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] , [geboorteplaats cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende en verblijvende in Careyn, verpleeghuis de Plantage te Brielle,
advocaat mr. H. van der Wal te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 2 december 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 december 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • cliënt met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam] , verzorgende, verbonden aan Careyn.

2..Beoordeling

Cliënt verblijft sinds 2 oktober 2020 zonder machtiging in het verpleeghuis. De verzorgende licht toe dat cliënt soms wel zegt weg te willen, maar dan snel te overtuigen is om in het verpleeghuis te blijven. Cliënt geeft tijdens de mondelinge behandeling aan in de instelling te willen verblijven. Er is daarom sprake van vrijwilligheid. Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 18 december 2020 mondeling gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 22 december 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.