Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- het verzoekschrift, ingekomen op 2 oktober 2020, met bijlagen;
- de e-mail met bijlagen van [naam] , jurist bij de zorgaanbieder Antes (hierna: verweerder) van 20 oktober 2020.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek om schadevergoeding van verzoekster, die onterecht vrijheidsbeperking heeft ervaren. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 oktober 2020 werd ingediend, waarin de advocaat van verzoekster, mr. R.F. Nelisse, stelde dat er onterecht vrijheidsbeperking had plaatsgevonden tussen 18 juni en 23 juni 2020. De rechtbank had eerder op 17 december 2019 een voorlopige machtiging verleend, die op 17 juni 2020 afliep, waarna op 24 juni 2020 een crisismaatregel werd verleend. De advocaat van verzoekster heeft verweerder, de zorgaanbieder Antes, op 9 september 2020 benaderd met de vraag om schadevergoeding. Verweerder erkende in een brief van 21 september 2020 dat er sprake was van onterechte vrijheidsbeperking, maar de proceskosten bleven in geschil. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 oktober 2020 gaven beide partijen aan het eens te zijn over de schadevergoeding van € 560,-, maar verweerder voerde verweer tegen de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat, gezien de omstandigheden, het gebruikelijk was dat partijen hun eigen kosten zouden dragen. Uiteindelijk werd de schadevergoeding toegewezen, maar de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.