Op 21 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en in het verleden psychoses heeft ervaren. De advocaat van betrokkene verzocht om een second opinion, maar de rechtbank oordeelde dat de diagnose door verschillende psychiaters voldoende was onderbouwd en dat er geen noodzaak was voor een second opinion. De rechtbank concludeerde dat betrokkene niet in zijn belangen werd geschaad door het achterwege blijven van deze second opinion.
De rechtbank stelde vast dat het gedrag van betrokkene, als gevolg van zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene was niet bereid om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren en was ervan overtuigd dat hij geen stoornis had. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking.
De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en is op 24 september 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.