Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde (voorbereidingshandelingen Opiumwet);
- bewezenverklaring van het onder 2 impliciet primair ten laste gelegde (opzetwitwassen);
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uur, te vervangen door 100 dagen hechtenis, en tot een geldboete van € 10.000,-, al dan niet te betalen in termijnen.
4.Waardering van het bewijs
In de periode 2015/2016 is een totaalbedrag van € 239.890,- aan contant geld gestort op de bankrekening van [naam bedrijf] . Het ging hierbij om 25 stortingen variërend tussen de € 3.000,- en
€ 15.000,- op diverse data, waarbij er op drie data zelfs tweemaal geld is gestort. Gelet hierop was het kennelijk de bedoeling om onder het bedrag te blijven waarvoor een melding ongebruikelijke transactie verplicht is (tot 25 juli 2018 gold deze voor transacties van € 15.000,- of hoger).
De verdachte had inzage op de bankrekening van [naam bedrijf] . Hij heeft ter terechtzitting erkend op diverse momenten te hebben gezien dat er forse bedragen in het bedrijf omgingen.
17.392(girale overboekingen
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
geldboete van € 4.000,00 (zegge: vierduizend euro),bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
50 dagen hechtenis;
€ 200,00mag worden voldaan;
60 dagen.