Uitspraak
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
[gedaagde] ,
De beoordeling
De beslissing
dinsdag 12 januari 2021 te 13:30uur zal komen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 december 2020 een beschikking gegeven in een kort geding tussen de stichting Stadswonen Rotterdam en een gedaagde die zelf procedeert. De gedaagde was niet verschenen in de eerdere procedure, waardoor verstek tegen haar is verleend. In een brief van 24 oktober 2020 heeft de gedaagde aangegeven verzet te willen instellen. De kantonrechter legt uit dat het instellen van verzet niet mogelijk is met een brief, maar dat de gedaagde een dagvaarding moet laten uitbrengen door een deurwaarder. De gedaagde krijgt de gelegenheid om dit te doen, met de voorwaarde dat de dagvaarding ten minste acht dagen voor 12 januari 2021 moet worden uitgebracht. Indien de gedaagde dit nalaat, zal zij niet-ontvankelijk worden verklaard.
De kantonrechter wijst erop dat het instellen van verzet mogelijk weinig zin heeft, aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak met een ander zaaknummer, die de uitspraak in het kort geding vervangt. De gedaagde kan ook overwegen om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak in de hoofdzaak, maar ook hiervoor is een advocaat nodig en moet dit binnen een beperkte termijn gebeuren. De kantonrechter benadrukt de noodzaak voor de gedaagde om de wettelijke termijnen in acht te nemen en Stadswonen Rotterdam op de juiste wijze op te roepen voor de rolzitting op 12 januari 2021.