7.3.2.Rapportages
GZ-psycholoog drs. A.M.I. Peelenheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 26 mei 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Toerekenbaarheid
Bij de verdachte is sprake van een periodiek explosieve stoornis. Hiervan was ook sprake ten tijde van het ten laste gelegde en beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte. Deze problematiek maakt dat de verdachte moeite heeft met het hanteren van zijn boosheid en dat hij verhoogd krenkbaar is. De verdachte is onvoldoende in staat om negatieve gevoelens te kanaliseren en raakt snel in conflict met anderen. In het contact met de aangever heeft de verdachte langere tijd gevoelens van krenking en onrecht ervaren. Zijn tekortschietende geweten heeft er mede toe geleid dat de verdachte een plan heeft bedacht en tot een agressievere oplossing is gekomen om zijn wraakgevoelens een plek te kunnen geven waarin hij anderen heeft betrokken. Ondanks zijn beperkte regulatievaardigheden, kan op basis van zijn cognitieve profiel worden verondersteld dat hij voldoende weet heeft van de ontoelaatbaarheid van zijn handelen. Hij heeft diverse momenten gehad om zich te bedenken of tot andere oplossingen te komen. Alles overziend wordt geadviseerd om het tenlastegelegde feit in (een licht) verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Recidive risico
Gezien zijn eerdere politiecontacten, de problemen met het hanteren van boosheid en zijn gebrekkige gewetensontwikkeling, wordt gedacht dat dit van invloed is op het risico op recidive. Positief is dat de verdachte openstaat voor een behandeling die gericht is op het verbeteren van zijn emotieregulatievaardigheden. Hij laat een positieve gerichtheid op de toekomst zien. Zorgelijk is dat de verdachte omgaat met delinquente leeftijdsgenoten. Hij is vaker met de politie in aanraking geweest en ook zijn er enige zorgen over de opvoedingsvaardigheden van zijn moeder, omdat haar opvoedingsstijl in mindere mate gericht is op het bieden van toezicht en het stellen van grenzen.
Interventieadvies
Individuele ambulante behandeling gericht op het verkrijgen van inzicht in zijn eigen gedragspatronen en denkbeelden en in zijn emoties en de regulatie daarvan evenals het versterken van zijn copingvaardigheden en morele ontwikkeling worden noodzakelijk geacht. Van belang is dat de moeder van de verdachte hierbij betrokken wordt, in de vorm van systeemtherapie. Gedacht wordt aan de Waag, Youz of een soortgelijke (forensische) instelling. Daarnaast wordt een voortzetting van het jeugdreclasseringstraject noodzakelijk geacht voor de realisatie van een positieve schoolgang en voldoende toezicht op zijn activiteiten buitenshuis.
De ambulante psychologische behandeling en voortzetting van het jeugdreclasseringstraject kunnen worden opgenomen als bijzondere voorwaarde bij de strafoplegging. Een hulpverlening vanuit een intensief ambulant kader volstaat.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna de Raad)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 november 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Het dynamisch risico profiel, de domeinen die risico geven maar veranderbaar zijn, scoort laag. Behandeling vanuit de Waag, Youz of een soortgelijke (forensische) instelling wordt noodzakelijk geacht. De verdachte is hier reeds voor aangemeld bij de Waag. De Raad ondersteunt dit advies. Begeleiding en toezicht vanuit de jeugdreclassering is vanzelfsprekend noodzakelijk om bovenstaande behandeling in gang te kunnen zetten en te volgen. De ernst van de tenlastelegging rechtvaardigt een (voorwaardelijke) jeugddetentie en kan gelden als stok achter de deur om hem aan de voorwaarden te laten houden.
De Raad adviseert een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat de minderjarige:
zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, afdeling jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de Jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan behandeling bij een forensische polikliniek (zoals bijvoorbeeld de Waag).
waarbij aan Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, afdeling jeugdreclassering, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna JBRR)heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 november 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
Het algemeen recidive risico mag laag worden geacht. Er worden beschermende factoren gezien op de domeinen gezin, school en werk. Risicofactoren worden gezien op de domeinen relaties, geestelijke gezondheid, attitude en agressie. De verdachte is een intelligente jongen die momenteel onderwijs volgt bij Vavo. Hij vult zijn vrije tijd in het weekend grotendeels in met werken als bezorger bij een pizzarestaurant. Daarnaast werkt de verdachte samen met zijn moeder in de catering.
De verdachte heeft een vaste vriendengroep die bekend is bij zijn moeder. Zijn vrienden en bekenden lijken te bestaan uit zowel prosociale als antisociale contacten. De verdachte geeft aan geen oordeel te hebben over jongeren die zich met verkeerde dingen bezighouden en vindt dat hij niet makkelijk door anderen te beïnvloeden is. Het lijkt er op dat de verdachte stoer doet voor zijn vrienden en zo in de problemen komt. Vanuit school ontstaat het beeld dat de verdachte juist een jongen is die anderen kan beïnvloeden met zijn gedrag. De verdachte lijkt een probleem te hebben met het reguleren van zijn agressie. Hiervoor is hij aangemeld bij de Waag.
JBRR adviseert aan de verdachte een jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen, met daarnaast een flinke voorwaardelijke jeugddetentie onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte
- naar school en stage gaat;
- meewerkt aan behandeling bij de Waag, zolang JBRR dat noodzakelijk acht.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.