Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis van de officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde medeplegen van een woningoverval;
- bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een woningoverval;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 49 dagen met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit de leerstraf Tools4U voor de duur van 25 uur, subsidiair 12 dagen vervangende jeugddetentie.
4..Waardering van het bewijs
toe-eigeningheeft/hebben weggenomen een
eenmobiele telefoon en 650 euro, toebehorende aan [naam slachtoffer 1]
5..Strafbaarheid van het feit
6..Strafbaarheid van de verdachte
7..Motivering van de straffen
8..Vorderingen van de benadeelde partijen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 49 (negenenveertig) dagen;
25 (vijfentwintig) uur, waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject Tools4U Regulier Plus van de Raad voor de Kinderbescherming;
[naam benadeelde 1], te betalen een bedrag van
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 4.277,70(hoofdsom,
zegge: vierduizend tweehonderd tweeënzeventig euro en zeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling bij niet-betalen op 0 (nul) dagen;
[naam benadeelde 2], te betalen een bedrag van
€ 30,00 (zegge: dertig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 30,00(hoofdsom,
zegge:dertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling bij niet-betaling op 0 (nul) dagen;