Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, en een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 151 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met de bijzondere voorwaarden klinische opname en ambulante behandeling;
- verlenging van de proeftijd van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/033036-19 met 1 jaar.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1..
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
2..
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
groot 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
tenuitvoerleggingvan een gedeelte van de door de meervoudige kamer van deze rechtbank bij vonnis van 5 augustus 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, te weten voor een gedeelte van 1 (één) maand, met dien verstande dat deze wordt omgezet naar een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan, met bevel dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen.