ECLI:NL:RBROT:2020:12596

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 december 2020
Publicatiedatum
15 januari 2021
Zaaknummer
10/231846-20, 10/059962-20 en 10/055213-20 (ter zitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling, bedreiging en winkeldiefstal met onvoorwaardelijke gevangenisstraf

Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling, bedreiging en winkeldiefstal. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende enkele maanden de gezinsvoogd van haar kinderen heeft bedreigd via voicemailberichten, waarin zij dreigde met geweld en gijzeling. Daarnaast heeft zij op 25 februari 2020 de gezinsvoogd mishandeld door haar arm te knijpen. Op 7 maart 2020 heeft de verdachte twee winkelmedewerkers bedreigd tijdens een winkeldiefstal bij de Albert Heijn in Dordrecht, waar zij goederen heeft weggenomen. De rechtbank heeft de verdachte voor deze feiten veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat. De verdachte heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd, wat ook in haar nadeel is meegewogen. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde straf gemotiveerd door de frequentie en ernst van de bedreigingen, evenals de gevolgen voor de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/231846-20, 10/059962-20 en 10/055213-20 (ter zitting gevoegd)
Datum uitspraak: 21 december 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
zonder vaste woon-of verblijfplaats in Nederland,
(laatstelijk) ingeschreven op het adres [adres],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de penitentiaire inrichting Zuid Oost, locatie Ter Peel,
raadsvrouw mr. S.E.M Hooijman, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 december 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. de Kimpe heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde onder parketnummer 10/059962-20;
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde onder parketnummer 10/231846-20, van het onder 1 en 3 ten laste gelegde onder
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden, met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 op de dagvaarding met parketnummer 10/059962-20 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 tenlastegelegde onder parketnummer 10/231846-20, het onder 3 tenlastegelegde onder parketnummer 10/059962-20 en het onder parketnummer 10/055213-20 tenlastegelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Het onder 2 tenlastegelegde onder parketnummer 10/231846 en het onder 1 tenlastegelegde onder parketnummer 10/059962-20 blijkt uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, zodat ook deze feiten zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Partiële vrijspraak feit 2 parketnummer 10/231846-20
Het “met de nagels in de arm van die [naam slachtoffer 1] drukken of duwen en het (om)draaien van de arm op de rug” acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen, nu voldoende steunbewijs voor deze onderdelen ontbreekt. Ook van deze onderdelen zal de verdachte worden vrijgesproken.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende de redengevende feiten en omstandigheden voor de bewezenverklaring van de feiten, voor zover door de verdediging betwist. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
onder 2 ten laste gelegde onder parketnummer 10/231846-20en het
onder 1 ten laste gelegde onder parketnummer 10/059962-20heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder
1 en 2 ten laste gelegde onder parketnummer 10/231846-20, het onder 1 en 3 ten laste gelegde onder parketnummer 10/059962-20 en het onder parketnummer
10/055213-20heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/231846-20
1
zij in de periode van 18 april 2020 tot en met 8 juni 2020 te Dordrecht en/of te Amsterdam en/of (elders) in Nederland, [naam slachtoffer 1] meermal
enheeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met gijzeling door voicemailberichten in te spreken met (onder andere de woorden:
"...Als ik jou tegenkom of jouw dochter dan ga jij zien, geloof mij, jij komt hier niet
mee weg met deze dingen. Jij gaat op je kankerwerk ook kwijtraken. Ik zorg ervoor
dat jij ook alles kwijtraakt...", en
"...Dus bel mij even, ga die rechtbank of justitie bellen, ga een afspraak regelen dat
ik wel mijn kinderen wel mag zien, daar heb ik recht op. Anders ga ik jou zoeken,
zoek ik jou op en je dochter op. En als jij wilt problemen, dan kan je ze ook krijgen...Dus bel mij gewoon, anders zoek ik je vandaag nog op.", en
"....Jij raakt ook alles kwijt. Je kind, jouw eigen kind ga je kwijtraken. Je werk, alles, je dierbaren. Alles ga jij kwijtraken en daar zorg je zelf voor...Dus bel mij gewoon,
ik moet echt met je praten. Of anders zoek ik jou op, of je dochter.", en
"...Zorg ervoor dat ik tenminste mijn kinderen zie. Als je dat niet doet, dan zoek ik
je zelf op. Ik waarschuw jou, dus op een normale manier wil ik met je praten. Ik wil je niet bedreigen, of wat dan ook, maar je vraag het om...", en
"als je mij niet vandaag belt, garandeer ik jou dat ik ga [naam 1] vandaag ontvoeren. Dat je dat ook weet, want jij laat me [naam 2] niet zien. Jij gaat ervoor boeten. Ik ga, ik ga vandaag mijn dochter vandaag bij [naam 3] en [naam 4] ga ik haar vandaag ontvoeren... Ik zoek je persoonlijk op en jij gaat hier sowieso dood. Ik schiet jou dood of ik ga jouw dochter, jouw gehandicapte dochter schiet ik ook zelf dood. Dan kan ik naar de gevangenis en dan heb ik tenminste een plek. Waarom doe je dit? Kankerwijf. Als je me vandaag niet belt, ik ga [naam 1] ontvoeren. ... Ik weet waar [naam 1] woont. Bel gewoon terug vandaag, als je vandaag niet terugbelt, jij gaat niet meer op je gemak lopen hier in Nederland, ik waarschuw
jou. Laatste keer, als je vandaag niet belt, dan heb je met mij te maken". ...Als ik [naam 2] niet te zien krijg, hij is binnenkort jarig, over 3 dagen, als ik mag, als ik niet mag de verjaardag vieren met [naam 2] en met [naam 5], dan ga jij ook dood", en
"... Jij komt hier niet mee weg, [naam slachtoffer 1], jij heb ook een dochter. Dus bel mij gewoon, ik wil niet weet in problemen komen met justitie en politie. Anders gaan er rare dingen gebeuren. Ik had wel een mes bij me als je begrijpt wat ik bedoel. En ik kom er sowieso achter waar jij woon. Ik wil je niet bedreigen, maar je dwingt mij. Zolang op een dag kom ik je wel tegen en dan ga ik je wel en dan ga ik je wel echt met een mes steken en gevangenis interesseert me niet. Zolang jij mij niet belt en niet reageert op mijn appjes dan zoek ik je op. Daar heb ik voor niemand nodig, ik kom alleen en dan ga ik jou ook even paar keer met een mes steken en dan kan jij de pijn ook even voelen",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
zij op 25 februari 2020 te Arnhem [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door meerma
lenin een arm van die [naam slachtoffer 1] te knijpen ;
Parketnummer 10/059962-20
1
zij op 7 maart 2020 te Dordrecht, [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht ,
- door die [naam slachtoffer 2] en die [naam slachtoffer 3] , , dreigend de woorden toe te voegen "Moet ik hiermee slaan?" en "Als ik je volgende keer zie, reken ik met je af" en/of "als je de kankerpolitie belt, dan gooi ik die fles naar je hoofd" en
- daarbij meermalen, , met een fles (wijn) zwaaiende bewegingen
te maken richting die [naam slachtoffer 2] en die [naam slachtoffer 3];
3
zij op 7 maart 2020 te Dordrecht, winkelgoederen, waaronder dranken, specerijen en chocolade, dat aan een ander toebehoorde
n, te weten aan de Albert Heijn B.V. (gelegen aan de Achterom), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/055213-20
zij, op 2 maart 2020 te Dordrecht, opzettelijk en wederrechtelijk
een fiets (merk Union), dat geheel of ten dele aan een
ander, toebehoorde, heeft beschadigd, ;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/231846-20
1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met gijzeling, meermalen gepleegd
2
mishandeling
Parketnummer 10/059962-20
1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
3
diefstal
Parketnummer 10/055213-20
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, beschadigen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich in een periode van ongeveer zes maanden schuldig gemaakt aan verschillende strafbare feiten.
Zij heeft door middel van voicemailberichten gedurende enkele maanden (doods)bedreigingen geuit aan het adres van de gezinsvoogd van haar kinderen, waarbij zij onder meer verbaal dreigde om de aangeefster (en haar gehandicapte dochter) dood te zullen schieten.
De rechtbank rekent de verdachte deze bedreigingen aan de gezinsvoogd zwaar aan. Niet alleen vanwege de aard van die bedreigingen, maar met name ook vanwege de duur en de frequentie waarmee die bedreigingen werden geuit. Dit heeft een grote impact gehad op de gezinsvoogd, met gevoelens van angst en onzekerheid ook bij het uitoefenen van haar werkzaamheden, waarvan zij nog lange tijd last zal hebben.
Daarnaast heeft de verdachte diezelfde gezinsvoogd bijna twee maanden eerder bij de rechtbank in Arnhem mishandeld door haar in haar arm te knijpen.
De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat zij uit frustratie, omdat zij haar kinderen niet kon zien, haar gezinsvoogd die als hulpverlener haar werk moet kunnen doen, schrik heeft aangejaagd en pijn heeft toegebracht. De verdachte heeft er blijk van gegeven zich daarvan niets aan te trekken.
De verdachte heeft bij een Albert Heijn-vestiging in Dordrecht boodschappentassen gevuld en is daarmee zonder te betalen de kassa gepasseerd. Toen zij door een medewerkster daarop werd aangesproken, heeft zij met een fles wijn zwaaiende bewegingen gemaakt naar die medewerkster en een andere collega. Ook heeft zij hen met woorden bedreigd.
Winkeldiefstal is een hinderlijk feit en veroorzaakt schade en overlast voor de winkelier. De verdachte heeft hiermee laten zien geen respect te hebben voor andermans eigendom. Door daarbij twee medewerkers te bedreigen met geweld, heeft de verdachte ook het gevoel van veiligheid van die medewerkers op hun werkplek geschaad. Dit geldt tevens voor de omstanders in de winkel die hiermee geconfronteerd werden.
Tot slot heeft de verdachte een fiets vernield. Ook dit is een hinderlijk feit dat bij de gedupeerde schade en overlast heeft veroorzaakt.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
1 december 2020, waaruit blijkt dat de verdachte vaker is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Hiermee wordt in het nadeel van de verdachte rekening gehouden.
7.3.2.
Rapportages
Het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering heeft een voortgangsrapport toezicht over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 september 2020. Hierin is te lezen dat de verdachte dakloos is en geen inkomen heeft.
Daarnaast heeft psycholoog [naam 6] op 5 november 2020 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. De verdachte heeft niet mee willen werken aan het onderzoek en gaf daarbij als reden dat zij geen gesprekken wil, alles al heeft verteld en dat er niets met haar aan de hand is. De overige bevindingen van de deskundige zijn gebaseerd op eerdere gerechtelijke stukken.
De rechtbank heeft kennisgenomen van beide rapporten.
Ter zittingheeft de verdachte verklaard dat haar tweejarige zoontje en veertienjarige dochter al geruime tijd geleden uit huis zijn geplaatst en dat zij hen heel erg mist. Met de oudste dochter is inmiddels wel een bezoekregeling tot stand gekomen, maar haar jongste heeft zij al bijna een jaar niet meer gezien.
Daarnaast heeft zij verklaard dat zij door haar recente slechte ervaringen met de reclassering geen vertrouwen heeft in de begeleiding door de reclassering, dat zij niets voor haar kunnen betekenen (met name qua huisvesting) en dat daarom het meewerken aan reclasseringstoezicht voor haar geen enkele zin heeft. Bovendien heeft zij dat toezicht ook momenteel niet nodig en acht zij zich in staat zelf haar problemen op te kunnen lossen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Daarnaast is in de strafmaat tot uitdrukking gebracht dat boosheid en frustratie door gemis, hoewel invoelbaar, geen rechtvaardiging biedt voor de vele bedreigingen van de gezinsvoogd gedurende een langere periode.
Alles afwegend acht de rechtbank een straf als door de officier van justitie geëist, passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 63, 285, 300, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde onder parketnummer 10/059962-20 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde onder parketnummer 10/231846-20, het onder 1 en 3 ten laste gelegde onder parketnummer 10/059962-20 en het ten laste gelegde onder parketnummer 10/055213-20, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van VIER (4) MAANDEN;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. F.A. Hut en E.M. Rocha, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. U. Ramdihal-Poeran, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2020.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/231846-20
1
zij in of omstreeks de periode van 18 april 2020 tot en met 8 juni 2020 te Dordrecht en/of te Amsterdam en/of (elders)in Nederland, [naam slachtoffer 1] en/of een dochter van die [naam slachtoffer 1] (meermaal) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met gijzeling en/of met zware mishandeling,
door (een) voicemailbericht(en) in te spreken met (onder andere) de woorden:
"...Als ik jou tegenkom of jouw dochter dan ga jij zien, geloof mij, jij komt hier niet mee weg met deze dingen. Jij gaat op je kankerwerk ook kwijtraken. Ik zorg ervoor dat jij ook alles kwijtraakt...", en/of
"...Dus bel mij even, ga die rechtbank of justitie bellen, ga een afspraak regelen dat ik wel mijn kinderen wel mag zien, daar heb ik recht op. Anders ga ik jou zoeken, zoek ik jou op en je dochter op. En als jij wilt problemen, dan kan je ze ook krijgen...Dus bel mij gewoon, anders zoek ik je vandaag nog op.", en/of
"....Jij raakt ook alles kwijt. Je kind, jouw eigen kind ga je kwijtraken. Je werk, alles, je dierbaren. Alles ga jij kwijtraken en daar zorg je zelf voor...Dus bel mij gewoon, ik moet echt met je praten. Of anders zoek ik jou op, of je dochter.", en/of
"...Zorg ervoor dat ik tenminste mijn kinderen zie. Als je dat niet doet, dan zoek ik je zelf op. Ik waarschuw jou, dus op een normale manier wil ik met je praten. Ik wil je niet bedreigen, of wat dan ook, maar je vraag het om...", en/of
"als je mij niet vandaag belt, garandeer ik jou dat ik ga [naam 1] vandaag ontvoeren. Dat je dat ook weet, want jij laat me [naam 2] niet zien. Jij gaat ervoor boeten. Ik ga, ik ga vandaag mijn dochter vandaag bij [naam 3] en [naam 4] ga ik haar vandaag ontvoeren... Ik zoek je persoonlijk op en jij gaat hier sowieso dood. Ik schiet jou dood of ik ga jouw dochter, jouw gehandicapte dochter schiet ik ook zelf dood. Dan kan ik naar de gevangenis en dan heb ik tenminste een plek. Waarom doe je dit? Kankerwijf. Als je me vandaag niet belt, ik ga [naam 1] ontvoeren. ... Ik weet waar [naam 1] woont. Bel gewoon terug vandaag, als je vandaag niet terugbelt, jij gaat niet meer op je gemak lopen hier in Nederland, ik waarschuw
jou. Laatste keer, als je vandaag niet belt, dan heb je met mij te maken". ...Als ik [naam 2] niet te zien krijg, hij is binnenkort jarig, over 3 dagen, als ik mag, als ik niet mag de verjaardag vieren met [naam 2] en met [naam 5], dan ga jij ook dood", en/of
"... Jij komt hier niet mee weg, [naam slachtoffer 1], jij heb ook een dochter. Dus bel mij gewoon, ik wil niet weet in problemen komen met justitie en politie. Anders gaan er rare dingen gebeuren. Ik had wel een mes bij me als je begrijpt wat ik bedoel. En ik kom er sowieso achter waar jij woon. Ik wil je niet bedreigen, maar je dwingt mij. Zolang op een dag kom ik je wel tegen en dan ga ik je wel en dan ga ik je wel echt met een mes steken en gevangenis interesseert me niet. Zolang jij mij niet belt en niet reageert op mijn appjes dan zoek ik je op. Daar heb ik voor niemand nodig, ik kom alleen en dan ga ik jou ook even paar keer met een mes steken en dan kan jij de pijn ook even voelen",
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
zij op of omstreeks 25 februari 2020 te Arnhem [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door (meermaal) (met kracht) in een arm van die [naam slachtoffer 1] te knijpen en/of (daarbij) haar nagels in de arm van die [naam slachtoffer 1] te drukken of duwen en/of (met kracht) de arm van die [naam slachtoffer 1] om te draaien en/of op haar rug te draaien;
Parketnummer 10/059962-20
1
zij op of omstreeks 7 maart 2020 te Dordrecht, [naam slachtoffer 2] en/of P.
[naam slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware
mishandeling,
- door die [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal,
dreigend de woorden toe te voegen "Moet ik hiermee slaan?" en/of "Als ik je
volgende keer zie, reken ik met je af" en/of "als je de kankerpolitie belt, dan gooi
ik die fles naar je hoofd" en/of
- daarbij meermalen, althans eenmaal, met een fles (wijn) zwaaiende bewegingen
te maken richting die [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 3], althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2
zij op of omstreeks 7 maart 2020 te Dordrecht, opzettelijk [naam slachtoffer 3], in het openbaar mondeling, heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "Hoer!Je bent lelijk! Ben je Afrikaans? Wat is je afkomst?", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3
zij op of omstreeks 7 maart 2020 te Dordrecht, een of meer winkelgoederen, waaronder drank(en), specerijen en/of chocolade, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de Albert Heijn B.V. (gelegen aan de Achterom), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/055213-20
zij, op of omstreeks 2 maart 2020 te Dordrecht, opzettelijk en wederrechtelijk
een fiets (merk Union), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een
ander, te weten aan [naam slachtoffer 4] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.