Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Handels- en Ingenieursbureau Bakker & Co B.V.,
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ter griffie ontvangen op 17 augustus 2020;
- het verweerschrift en zelfstandig tegenverzoek, ter griffie ontvangen op 7 oktober 2020;
- de nader overgelegde productie aan de zijde van Bakker.
2..De vaststaande feiten
2..Inhoud werkzaamheden
Sinds 1 oktober is er 1 FS/CS afdeling en binnen het CS deel ervan wordt alle order verwerkende zaken voor orders voor verkoop en service uitgevoerd. Door de ziekte van [naam 2] , ben jij degene, die dat uitvoert, en waar nodig en in overleg kunnen [naam 5] of ik hierbij ondersteunen.
3..Jouw wens voor een gesprek met [naam 2]
(…)Wel weet ik dat de diepere inhoud en aanleiding voor zo’n gesprek in 2015 en 2019 door de directie zijn geïnitieerd, in de vorm van mediation. Jij hebt daarop beide keren negatief gereageerd. (…) Ik heb hierover nagedacht en gekeken of er behoefte is aan zo’n gesprek en ben tot de conclusie gekomen dat er behoudens jouzelf die behoefte er verder niet is. (…) Dat betekent dus dat we zelf niet een dergelijk gesprek zullen houden, mede ook omdat je de kans op zo’n gesprek middels mediation voorbij hebt laten gaan.
4..Verbeteren functioneren
(…) Bovendien ga ik er verder vanuit dat als jou in de toekomst iets dwars zit dat je hiermee gelijk naar mij komt dan kunnen we dit op korte termijn direct bespreekbaar maken, want je kunt altijd alle hieraan gerelateerde zaken met mij bespreken. (…)”
opent het gesprek met de melding van het incident wat volgt op een gesprek tussen [verweerster](Ktr.: [verweerster] )
en [naam 6](Ktr.: [naam 6] )
, een dergelijk incident is niet acceptabel. Doel is het onderzoeken waar de miscommunicatie vandaan komt en hoe deze is op te lossen.
vraagt of er nog andere vragen zijn, daar zitten we nu voor samen. [verweerster] : “ik had gewild dat je het meent “sorry” maar ik voel het niet zo. Maar dat kan ook aan mij liggen, ik kan niet in je hoofd kijken of je het meent of niet. Ik kan er toch niets mee. Ik ben er wel van geschrokken van vanmorgen”.
“Sinds de ziekmelding is de arbeidsverhouding verstoord, zodanig dat terugkeer op werkplek niet meer mogelijk is.
“De ziekmelding is het gevolg van de arbeidsomstandigheden welke verstoord zijn geraakt na het niet willen horen van mijn meldingen over pesten op het werk. Zo lang de werkgever de situatie op de werkvloer niet aanpakt (pesten).
3..Het verzoek
“Tijdens dit gesprek heb ik mijn excuses aangeboden omdat er in het heetst van de strijd dan dingen gezegd worden. Aan het eind van dit gesprek is haar gevraagd of zij nog andere problemen had en of het nu opgelost was. Dat was het volgens haar en er waren geen andere problemen.”), maar na de ziekmelding door [verweerster] bleken volgens haar de problemen niet te zijn opgelost.
4..Het verweer en het tegenverzoek
obscene gebaren, minachting, negeren en uitschelden”) en [naam 8] (
“Terwijl [verweerster] langs ons liep op weg naar haar werkplek stak [naam 6] zijn middelvinger naar haar op”). De vertrouwenspersoon, directeur [naam 1] , heeft niet meer met [verweerster] willen praten over het gedrag van [naam 6] . [verweerster] is van mening dat van Bakker als zorgvuldig handelend werkgever juist verwacht mag worden dat er serieus en grondig onderzoek wordt gedaan naar voorvallen op de werkvloer.
5..De beoordeling van het verzoek
De kantonrechter voegt hieraan nog toe dat niet gebleken is van een verstoorde verhouding tussen [verweerster] enerzijds en haar leidinggevende [naam 4] en directe collega [naam 2] anderzijds.