ECLI:NL:RBROT:2020:12563

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
12 januari 2021
Zaaknummer
C/10/608266 / KG ZA 20-1072
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot medewerking aan overdracht van aandelen in een familiebedrijf door de notaris

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Welgelegen Real Estate B.V. en [gedaagde 1] notarissen. Welgelegen vorderde dat de notaris zou meewerken aan de overdracht van aandelen in een vennootschap, na een eerder bod op deze aandelen. De notaris had twijfels over de naleving van de statutaire blokkeringsregeling, die vereist dat aandeelhouders eerst de mogelijkheid krijgen om de aandelen te kopen voordat deze aan derden worden aangeboden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de blokkeringsregeling correct was doorlopen en dat de notaris moest meewerken aan de overdracht van de aandelen. De rechtbank oordeelde dat de notaris geen proceskostenveroordeling kon krijgen, omdat hij zorgvuldig had gehandeld. De uitspraak bevestigde dat de aandelen konden worden overgedragen aan Welgelegen, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan, waaronder de opheffing van een eerder gelegd beslag op de aandelen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/608266 / KG ZA 20-1072
Vonnis in kort geding van 18 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WELGELEGEN REAL ESTATE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam,
en
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bedrijf 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats bedrijf 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bedrijf 2] ,
gevestigd te [vestigingsplaats bedrijf 2] ,
3.
[naam persoon 1] ,
wonende te [woonplaats] , België,
gevoegde partij,
advocaat mr. M.H.S. Verhoeven te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1],
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagden,
advocaat mr. P. Wanders te Amsterdam.
Eisende partij wordt hierna aangeduid als Welgelegen. De voegende partijen wordt aangeduid als [naam bedrijf 1] , [naam bedrijf 2] , [naam persoon 1] , en, gezamenlijk, als [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] . Gedaagden worden aangeduid als [gedaagde 1] , de notaris, en, gezamenlijk, als [gedaagde 1] notarissen.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 november 2020, met producties;
  • de akte eiswijziging van 11 december 2020
  • de incidentele conclusie tot voeging van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] , met producties.
1.2.
Op 14 december 2020 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, gelijktijdig met de mondelinge behandeling van de kortgedingprocedure van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] tegen [naam persoon 2] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam holding] (zaak- en rolnummer C/10/609349 / KG ZA 20-1124). [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] hebben verzocht zich te mogen voegen aan de zijde van Welgelegen. Geen van partijen heeft bezwaren tegen deze voeging geuit. De voorzieningenrechter heeft de voeging toegestaan, gelet op de positie van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] en nu niet is gebleken dat toewijzing van de gevorderde voeging in de weg staat aan de vereiste spoed en de goede procesorde. In de kop van dit vonnis is dit tot uitdrukking gebracht.
Mr. Verhoeven, mr. Roijers en mr. Wanders hebben het woord gevoerd, mr. Verhoeven en mr. Roijers in eerste termijn aan de hand van een pleitnota.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Welgelegen drijft een onderneming die investeert in onroerend goed. Welgelegen heeft haar interesse kenbaar gemaakt in de overname van de aandelen in het geplaatste kapitaal van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam vennootschap] . (hierna: [naam vennootschap] ) die worden gehouden door [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] . Het totaal van de door [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] gehouden aandelen omvat 50% van het geplaatste kapitaal. De overige 50% van de aandelen wordt gehouden door [naam persoon 2] en [naam holding] voornoemd (hierna gezamenlijk aangeduid als [naam persoon 2] ).
2.2.
Tussen Welgelegen en [gedaagde 1] notarissen bestaat een overeenkomst van opdracht op grond waarvan [gedaagde 1] notarissen werkzaamheden verricht voor Welgelegen. Onderdeel van die werkzaamheden bestaat uit ondersteuning bij de voorgenomen transactie van aandelen van [naam vennootschap] . [gedaagde 1] treedt op als partijnotaris aan de zijde van Welgelegen en als instrumenterend notaris voor het uiteindelijke transport van de aandelen. Namens [gedaagde 1] treedt de notaris op.
2.3.
Op 17 september 2020 heeft Welgelegen een bod uitgebracht op de aandelen van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] . [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] hebben hun interesse kenbaar gemaakt en aangegeven eerst de statutaire blokkeringsregeling uit de staturen van [naam vennootschap] te moeten volgen. De betreffende blokkeringsregeling luidt:
“Artikel 19.
1. Iedere overdracht kan slechts geschieden, nadat de aandeelhouder de aandelen, die hij wil vervreemden, bij aangetekende brief heeft aangeboden aan zijn mede-aandeelhouders.
2. Deze mede-aandeelhouders moeten binnen een maand na de verzending van die aanbieding aan de aanbieder mededelen of zij van het aanbod gebruik willen maken.
3. De aanbieder blijft bevoegd zijn aanbod in te trekken, mits dit geschiedt binnen een maand nadat hem bekend is aan welke gegadigden hij al de aandelen waarop het aanbod betrekking heeft, kan verkopen en tegen welke prijs.
Indien vaststaat dat niet al de aandelen waarop het aanbod betrekking heeft tegen contante betaling worden gekocht, zal de aanbieder de aandelen binnen drie maanden na die vaststelling vrijelijk mogen overdragen.
4. Indien de aanbieder of een gegadigde dit wenst, zal de prijs worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige, aan te wijzen door partijen in onderling overleg (…)”.
2.4.
De in de blokkeringsregeling bedoelde mede-aandeelhouders zijn [naam persoon 2] en [naam holding] , van welke holding [naam persoon 2] enig bestuurder en aandeelhouder is.
2.5.
In het kader van de uitvoering van artikel 19 lid 1 van de statuten heeft de notaris op 13 oktober 2020 bij aangetekende brief namens [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] hun aandelen aan [naam persoon 2] c.s. aangeboden. De brief luidt:
“Geachte heer [naam persoon 2] ,
Op verzoek van – en namens [naam bedrijf 1] , [naam bedrijf 2] en de heer [naam persoon 1] privé en ingevolge artikel 19 van de statuten van [naam vennootschap] , bied ik (namens vermelde partijen) u als mede aandeelhouders (u in privé en [naam holding] ) hun aandelen in het kapitaal van [naam vennootschap] aan, te weten 30 aandelen A en 60 aandelen B (50% van het geplaatste kapitaal). Het gaat om het gehele pakket, hierbij ook verwijzend naar lid 3 van artikel 19, tweede deel/zin: “Indien vaststaat dat niet al de aandelen waarop het aanbod betrekking heeft tegen contante betaling worden gekocht, zal de aanbieder de aandelen vrijelijk mogen overdragen”. De prijs die een derde hiervoor wil betalen, bedraagt € 15.000.000,-- totaal, welke prijs wat de opdrachtgevers kan worden beschouwd als de marktwaarde.
Conform artikel 19 lid 2 van de statuten dient u binnen een maand na de verzending van de brief kenbaar te maken of u van het aanbod gebruik wenst te maken. Mijn opdrachtgevers kunnen hun aanbod overigens ingevolge lid 3 van artikel 19, eerste zin, nog intrekken. Zou u zo vriendelijk willen zijn uw antwoord – dat u uiteraard ook eerder mag geven – kenbaar te maken aan ondergetekende uiterlijk op 14 november 2020?
(…)”
2.6.
Op 15 oktober 2020 heeft [naam persoon 2] , in reactie op de brief van de notaris, een e-mailbericht aan de notaris gestuurd met de navolgende inhoud.
“Geachte heer [gedaagde 2], ik heb zojuist uw aangetekende brief van 13 oktober 2020 in ontvangst genomen. In deze brief biedt u namens uw cliënten [naam persoon 3] en [naam persoon 1] 50% van de aandelen van [naam vennootschap] . aan.
Om het proces bij uw cliënten niet onnodig te vertragen, laat ik u langs deze weg weten voor “deze prijs” geen belangstelling te hebben voor deze aandelen.
Ik heb uw cliënten hierover al op 16 juli jl. per mail geïnformeerd, een kopie van deze mail met argumentatie is bijgevoegd.
Ik wacht met veel belangstelling de kennismaking met m’n nieuwe collega aandeelhouder af. (…)”.
2.7.
Op 16 oktober 2020 heeft de notaris als volgt gereageerd op de e-mail van [naam persoon 2] :
“Geachte heer [naam persoon 2] ,
Hartelijk dank voor uw snelle reactie. Zoals ik ook in de brief aangegeven heb, treed ik in dezen op als onafhankelijk notaris. Mocht u vragen hebben over uw rechten en plichten, dan zal ik deze nog zo goed mogelijk beantwoorden. Uit de c.c. maak ik op dat u bijgestaan wordt door mr. Jan de Jonge.
Om er zeker van te zijn dat de blokkeringsregeling goed is uitgevoerd, wil ik u nog vragen te bevestigen dat uw antwoord gezien kan worden als een afstand van uw rechten uit de blokkeringsregeling, er vanuit gaande dat de prijs voor de derde inderdaad de vermelde EUR 15.000.000,-- zal zijn. Is dat juist?
(…)”.
2.8.
Op 16 oktober 2020 heeft mr. De Jonge namens [naam persoon 2] het volgende bericht aan de notaris gestuurd:
“Geachte heer [gedaagde 2],
Namens cliënten, de heer [naam persoon 2] en [naam holding] ., bevestig ik u dat uw lezing juist is dat cliënten met verwijzing naar artikel 19 van de statuten verklaren geen gebruik te maken van het aanbod van de overige aandeelhouders om hun pakket aandelen van 50% in [naam vennootschap] . voor de prijs van euro 15.000.000,-- over te nemen.
Indien de aanbiedende partijen eventueel zouden overwegen om de aandelen (opnieuw) tegen een lagere prijs aan te bieden dient dat vanzelfsprekend te worden opgevat als een nieuwe aanbieding op grond waarvan de blokkeringsregeling zoals omschreven in artikel 19 van de statuten opnieuw in werking treedt.
(…)”.
2.9.
Naar aanleiding van de berichten van [naam persoon 2] en zijn advocaat heeft de notaris aangegeven dat zijns inziens de aandelen van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] konden worden verkocht en geleverd voor de in de correspondentie genoemde prijs van 15 miljoen euro. Op 21 oktober 2020 hebben [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] met Welgelegen een overeenkomst op hoofdlijnen / letter of intent (hierna: de loi) gesloten betreffende de voorgenomen koop van de door [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] gehouden aandelen in [naam vennootschap] door Welgelegen.
2.10.
Op 13 november 2020 heeft de notaris aan de advocaten van Welgelegen en [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] laten weten dat de advocaat van [naam persoon 2] na de berichten van 15 en 17 oktober 2020 heeft aangegeven toch een beroep te doen op een aantal bepalingen uit de blokkeringsregeling waarmee hij ( [naam persoon 2] ) in feite terug is gekomen op de eerder bevestigende verklaring. In verband daarmee zal een uiteindelijk instrumenterend notaris mogelijk niet passeren omdat onduidelijk is of is de blokkeringsregeling op juiste wijze is doorlopen, aldus de notaris.
2.11.
Nadat in dit kort geding een zitting was bepaald op 4 december 2020, heeft [naam persoon 2] met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 1 december 2020 conservatoir beslag laten leggen op de aandelen van [naam vennootschap] . Dat beslag heeft ertoe geleid dat mondelinge behandeling van dit kort geding is verplaatst. De behandeling van die zaak heeft vervolgens gelijktijdig met het in 1.2. genoemde kort geding tot opheffen van het beslag plaatsgevonden. In dat kort geding heeft Welgelegen gevorderd zich te mogen voegen aan de zijde van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] .

3..Het geschil

3.1.
Welgelegen vordert, na eiswijziging, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
[gedaagde 1] notarissen te veroordelen tot de van een notaris benodigde medewerking aan het passeren van de akte van levering teneinde het transport van de Aandelen te bewerkstelligen, zo spoedig mogelijk na het te wijzen vonnis, maar in ieder geval op uiterlijk 28 december 2020, onder de opschortende voorwaarden dat (i) de op 3 december 2020 op de Aandelen gelegde beslagen zijn opgeheven en (ii) eiseres met Verkopers tot overeenstemming is gekomen over de koopovereenkomst ter zake de koop en verkoop van de Aandelen, met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] notarissen in de kosten van het geding en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten.
3.2.
Welgelegen legt aan deze vordering ten grondslag dat uit de correspondentie tussen de notaris en [naam persoon 2] , althans diens advocaat, ondubbelzinnig blijkt dat het aanbod tot overname van de aandelen is afgewezen. [naam persoon 2] heeft afstand gedaan van zijn rechten onder de blokkeringsregeling en kan daarop niet terugkomen. Daarmee staat het [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] vrij om de aandelen binnen drie maanden daarna, over te dragen aan Welgelegen. Niets staat aan de overdracht in de weg en [gedaagde 1] notarissen dient daaraan mee te werken. De in dit verband aanvankelijk gevorderde dwangsom heeft Welgelegen tijdens de zitting ingetrokken, nu [gedaagde 1] notarissen, althans de notaris, te kennen heeft gegeven vrijwillig te zullen voldoen aan een mogelijke veroordeling.
3.3.
[naam bedrijf 1 en bedrijf 2] hebben zich als gevoegde partij aan de zijde van Welgelegen eveneens op het standpunt gesteld dat [gedaagde 1] notarissen dient mee te werken aan levering van de aandelen. Er is op juiste wijze uitvoering gegeven aan de statutaire blokkeringsregeling en de weg om de aandelen te doen overdragen is daarmee vrij, aldus [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] .
3.4.
[gedaagde 1] Notarissen voert aan dat de notaris in deze kwestie een lijdelijke positie heeft. Het is de taak van de notaris te controleren of de blokkeringsregeling is nagekomen. Enige twijfel daarover maakt dat de notaris niet kan passeren. Die twijfel is ontstaan nadat [naam persoon 2] aangaf zichzelf toch als gegadigde te zien in de zin van de blokkeringsregeling. Daaraan doet niet af dat de notaris voorafgaande aan die correspondentie van mening was dat de blokkeringsregeling op juiste wijze was doorlopen. Dat de voorzieningenrechter kennelijk reden heeft gezien het beslagverlof te verlenen, maakt dat de twijfel terecht was. [gedaagde 1] notarissen valt dan ook niets te verwijten. Indien uit de procedure tot opheffing van het beslag volgt dat de blokkeringsregeling op juiste wijze is doorlopen – en het beslag wordt opgeheven – zal [gedaagde 1] notarissen, althans de notaris of een andere aan het kantoor verboden notaris meewerken aan de overdracht van de aandelen. Nu de akte van levering feitelijk dient te worden gepasseerd door de notaris, is een veroordeling van [gedaagde 1] niet zinvol. [gedaagde 1] zelf kan immers geen akten passeren. Tot slot maakt [gedaagde 1] notarissen bezwaar tegen de gevorderde proceskostenveroordeling, gelet op de eerder omschreven lijdelijkheid.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
Dit geschil is een uitvloeisel van het tussen de aandeelhouders van [naam vennootschap] ontstane geschil over, met name, de juiste toepassing van de in de statuten van [naam vennootschap] opgenomen blokkeringsregeling. [gedaagde 1] notarissen heeft te dien aanzien geen standpunt ingenomen, maar aangegeven uitvoering te zullen geven aan een eventuele veroordeling tot medewerking, ervan uitgaande dat in dat geval is beslist dat de blokkeringsregeling op juiste wijze is doorlopen en [naam persoon 2] zich niet (langer) kan beroepen op rechten die voortvloeien uit de blokkeringsregeling.
4.2.
Vanwege de verwevenheid van de onderhavige zaak met de procedure tot het opheffen van het beslag (C/10/609349 / KG ZA 20-1124), zijn de zaken gelijktijdig behandeld en wordt gelijktijdig uitspraak gedaan. In het opheffingskortgeding worden [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] in het gelijk gesteld en het beslag op de aandelen opgeheven. Kort gezegd wordt daartoe geoordeeld dat [naam persoon 2] onvoorwaardelijk heeft afgezien van zijn rechten op grond van artikel 19 van de statuten van [naam vennootschap] en dat [naam persoon 2] op die afwijzing niet terug kon komen. Niet aannemelijk is dat [naam persoon 2] gedwaald heeft – in welk kader relevant is dat aannemelijk is dat de aandelen voor een koopprijs van € 15 miljoen overgedragen worden – of dat er misbruik van recht is gemaakt. Het bestaan van aandeelhoudersafspraken of een vennootschappelijk belang op grond waarvan (alleen) [naam persoon 2] een beweerdelijk recht op levering zou hebben, is evenmin aannemelijk. Voorts is nog geoordeeld dat in het beslagrekest in strijd met artikel 21 Rv is gehandeld en dat een belangenafweging er niet toe leidt dat de vordering tot opheffing van het beslag moet worden afgewezen.
4.3.
Nu het beslag wordt opgeheven en de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de blokkeringsregeling op juiste wijze is doorlopen, staat het [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] vrij de aandelen aan Welgelegen over te dragen (als tot definitieve overeenstemming wordt gekomen). [gedaagde 1] notarissen dient daaraan mee te werken en wordt daartoe veroordeeld. Die veroordeling richt zich evenwel enkel tot de notaris nu het notariskantoor geen akten kan passeren. Gelet op de daartoe strekkende uitlating/toezegging moet daaronder tevens worden begrepen dat, zo nodig, iedere andere notaris van [gedaagde 1] aan het passeren van de akte meewerkt. [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] hebben gevorderd dat moet worden geleverd onder de opschortende voorwaarde dat het beslag op de aandelen is opgeheven. Aan die voorwaarde wordt voldaan met de in het vonnis in de zaak C/10/609349 / KG ZA 20-1124 uitgesproken opheffing. Omdat strikt genomen sprake is van twee gescheiden procedures wordt die voorwaarde nog wel opgenomen in de veroordeling.
4.4.
Voor een kostenveroordeling is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen plaats. [gedaagde 1] notarissen heeft terecht aangevoerd dat in de gegeven situatie niet kon worden meegewerkt aan de levering zolang er geen duidelijkheid was over het op juiste wijze doorlopen van de blokkeringsregeling. De kosten tussen Welgelegen en [gedaagde 1] notarissen worden daarom gecompenseerd in die zin dat partijen ieder de eigen kosten dragen. Voor een veroordeling van [gedaagde 1] notarissen in de kosten van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] is, om dezelfde redenen, evenmin plaats. Die kosten worden eveneens gecompenseerd.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de notaris om mee te werken aan het passeren van de akte van levering teneinde het transport van de aandelen van [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] in het kapitaal van [naam vennootschap] te bewerkstelligen, zo spoedig mogelijk na dit vonnis, maar in ieder geval op uiterlijk 28 december 2020, onder de opschortende voorwaarden dat (i) de op de aandelen gelegde beslagen zijn opgeheven en (ii) Welgelegen met [naam bedrijf 1 en bedrijf 2] tot overeenstemming is gekomen over de koopovereenkomst ter zake de koop en verkoop van de aandelen;
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de kosten van de procedure in die zin dat alle partijen ieder hun eigen kosten dragen;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2020.3144/2009