Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek ter terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand en tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) dag;
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
€ 624,61 (zegge: zeshonderdvierentwintig euro en éénenzestig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 624,61(hoofdsom,
zegge: zeshonderdvierentwintig euro en éénenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening. Indien betaling uitblijft kan
gijzelingworden toegepast tot een maximum van
12 (twaalf) dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;