Op 11 augustus 2020 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Matrans en [verweerder] , in de aanwezigheid van [naam 4] namens CNV Vakmensen. In navolging op dat gesprek heeft Matrans bij brief d.d. 14 augustus 2020 aangekondigd een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te zullen indienen:
“(…) Tijdens het gesprek op 11 augustus 2020 hebben wij opnieuw ons vermoeden uitgesproken omtrent een mogelijke terugval met betrekking tot verslavingsproblematiek en u nogmaals gevraagd of hier sprake van is. Wij hebben u daarbij gewezen op de gesprekken die wij in januari 2020 met u hebben gevoerd, waarbij u eerst ontkende dat sprake was van drugsgebruik en later verklaarde dat dit incidenteel wel het geval was geweest, en op het telefoongesprek van 29 juli 2020 waarbij wij een sterk vermoeden hadden dat u onder invloed was. U verklaarde tijdens het gesprek nogmaals dat er geen sprake is van verslavingsproblematiek en dat u absoluut geen alcohol/drugs meer gebruikt. Later tijdens het gesprek gaf u aan dat u door uw huisarts wel bent verwezen naar Bouman GGZ, maar die verwijzing ziet volgens u op ondersteuning door een maatschappelijk werker voor uw privéproblemen en niet op verslavingsproblematiek.
[naam 4] vulde tijdens het gesprek aan dat het bij ons bestaande vermoeden van drugsgebruik niet wordt onderbouwd met feiten/bewijzen.(…)
Volgens [naam 4] is u per januari 2020 een laatste kans geboden en moet deze kans u ook thans nog worden gegeven. Buiten het feit dat u zonder bericht niet bent verschenen op 29 juli en 30 juli 11:00 uur, benoemde [naam 4] dat u verder geen enkel verwijt kan worden gemaakt.
Wij menen dat juist het feit dat u niet bent verschenen op onze uitnodigingen (…) u aan te rekenen valt en opnieuw toont dat u gemaakte afspraken niet nakomt.
Volledigheidshalve benoemen wij in dit verband ook het incident dat op 29 februari 2020 plaatsvond (…) Later moesten wij vernemen dat dit kwam omdat u enige dagen in detentie had gezeten.
Allesomvattend zien wij zoals benoemd een terugkerend patroon in uw gedrag. Op 9 januari 2020 hebben wij u een duidelijk signaal gegeven in de vorm van een allerlaatste kans. Dat sprake was van een allerlaatste kans hebben wij u opnieuw voorgehouden in onze brief van 12 februari 2020.(…)
In afwachting van de uitkomst van de ontbindingsprocedure stellen wij u met behoud van salaris vrij van uw werkzaamheden.(…)
Wij zouden de arbeidsovereenkomst bij voorkeur in goed overleg met u beëindigen (…)”