Op 9 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een paranoïde psychose, en die sinds november 2019 in behandeling is. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid is om vrijwillige zorg te accepteren, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor haar welzijn en dat van anderen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van betrokkene en haar moeder, maar betrokkene zelf was niet bereikbaar.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft ook de specifieke maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.R. Prins en schriftelijk uitgewerkt door griffier J.C.A. van 't Zelfde.