ECLI:NL:RBROT:2020:12335

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 december 2020
Publicatiedatum
4 januari 2021
Zaaknummer
C/10/596415 / HA ZA 20-464
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen onderaannemer en aannemer over facturatie en schadevergoeding

In deze zaak tussen S.P. Melker B.V. (eiseres) en Gloconsol B.V. NOCTUM (gedaagde) gaat het om een geschil over de uitvoering van werkzaamheden en de bijbehorende facturatie. Melker, als onderaannemer, heeft installatietechniekwerkzaamheden verricht voor Noctum, die als hoofdaannemer optrad. De partijen hebben meerdere overeenkomsten gesloten voor verschillende werkzaamheden, maar Noctum heeft een deel van de facturen niet betaald en heeft Melker verzocht om de werkzaamheden te staken. Melker vordert betaling van openstaande facturen, terwijl Noctum in reconventie vordert dat de overeenkomsten gedeeltelijk worden ontbonden wegens tekortkomingen in de uitvoering. De rechtbank oordeelt dat Melker moet bewijzen dat de werkzaamheden op regiebasis zijn uitgevoerd en dat Noctum opdracht heeft gegeven voor meerwerk. De rechtbank wijst de vorderingen van Noctum af en veroordeelt Noctum in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/596415 / HA ZA 20-464
Vonnis van 30 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
S.P. MELKER B.V.,
gevestigd te Akersloot,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.C.J. Hanrath te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GLOCONSOL B.V.t.h.o.d.n.
NOCTUM, SUBSOLOSHOP EN DIMPX,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.A.J. van Wingerden te Dordrecht.
Partijen zullen hierna Melker en Noctum genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 mei 2020, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties;
  • het tussenvonnis van 22 juli 2020;
  • conclusie van antwoord in reconventie;
  • de producties 38 tot en met 43 van Noctum;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 6 oktober 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Melker verricht onder andere installatietechniekwerkzaamheden. Noctum houdt zich bezig met interieurvormgeving, renovatie en Italiaans design en treedt daartoe regelmatig op als (hoofd)aannemer voor (ver)bouwwerkzaamheden.
2.2.
Melker en Noctum hebben meerdere keren samengewerkt bij verschillende projecten, waarbij Noctum optrad als hoofdaannemer en Melker als onderaannemer.
2.3.
Noctum heeft opdracht gekregen voor de verbouwing en inrichting van een appartementencomplex aan de [adres] (hierna: het project).
2.4.
Melker heeft op verzoek van Noctum op 19 augustus 2019 een offerte uitgebracht voor het verrichten van verschillende werkzaamheden voor het project, voor een bedrag van € 45.845,- exclusief btw.
2.5.
Noctum heeft verzocht de offerte uit te breiden en aanvullende offertes uit te geven voor aanvullende werkzaamheden. Melker heeft hierop op 29 augustus 2019 en 30 augustus 2019 drie offertes uitgebracht, een voor timmerwerk en stucwerk voor een bedrag van
€ 45.002,47, een voor waterleidingen en sanitair voor een bedrag van € 5.808,- en een voor elektra voor een bedrag van € 4.779,50; in totaal € 55.589,97 inclusief btw.
2.6.
Melker heeft in de periode van omstreeks september 2019 tot en met december 2019 werkzaamheden op het project verricht.
2.7.
Partijen zijn voorts overeengekomen dat Melker een airco-installatie zou leveren voor een aanneemsom van € 29.800,-, conform de offerte van Melker van 20 november 2019. Melker heeft de overeengekomen airco geleverd en geïnstalleerd.
2.8.
Op 16 december 2019 heeft Melker een werkbrief naar Noctum gestuurd met betrekking tot uitgevoerde werkzaamheden voor een bedrag van € 22.352,85.
2.9.
Noctum heeft in totaal € 64.200,01 aan Melker betaald en heeft de laatste factuur van 23 januari 2020 ter hoogte van € 31.352,85 onbetaald gelaten.
2.10.
Op 25 januari 2020 heeft Noctum Melker per e-mail verzocht per direct alle werkzaamheden te staken.
2.11.
Bij brief van 19 februari 2020 heeft Noctum een brief aan Melker gestuurd met als onderwerp “ingebrekestelling” waarin zij een opsomming geeft van klachten over de uitgevoerde werkzaamheden, de facturatie, de tijdsplanning en schades. In de brief staat onder meer het volgende:
“[…] Resumerend:
Wij handhaven de ingebrekestelling naar aanleiding van bovengenoemde punten.
Er is een duidelijke vertrouwensbreuk ontstaan waardoor een verdere samenwerking lastig wordt. De kwaliteit die willen en waar wij voor betalen wordt structureel niet gehandhaafd in uitvoering en afwerking (alle andere gerelateerde zaken hierboven genoemd)
Wij zijn buitengewoon gedupeerd door de reeds uitgevoerde werkzaamheden die hersteld moeten worden c.q. opnieuw aangelegd/aangepast.
Een deel van de fotovastlegging zullen wij beschikbaar stellen via wetransfer.com zodat er een inhoudelijke toelichting is betreffende de aard van de ingebrekestelling.
Wij zijn momenteel bezig het een en ander te herstellen zodat er een eindafrekening plaats kan vinden in de gemaakte kosten. Wij hebben helaas het overgrote deel van de rekeningen al voldaan aan Melker BV € 64.200,00.
Dit dekt al meer dan de lading van de werkzaamheden en materiaalkosten.
Zodra de totale herstelkosten bekend zijn (stukwerk, elektra en andere zaken) zullen wij een tegenrekening sturen om een en ander in der minne te kunnen schikken.
Alles zal door ons correct gedocumenteerd en inzichtelijk gemaakt worden. Wij stuiten nog steeds op onverwachte nieuwe zaken namelijk.
Dit doen wij omdat, zoals eerder aangegeven, wij geen vertrouwen meer hebben in Melker BV.
Let op: er zijn voor jullie meerdere kansen geweest om zaken op te pakken en naar behoren te herstellen. Dit is niet gebeurd en dat betreuren wij. Wat wel is gebeurd dat wij een onverwachte oneigenlijke rekening ontvingen om Noctum in een hoek te drukken en ons bovenal op een onprettige manier de mond te snoeren. […]”
2.12.
Bij e-mail van 20 februari 2020 heeft de advocaat van Melker Noctum het volgende geschreven:
“[…] U stelt dat sprake zou zijn van een grote hoeveelheid gebreken. Cliënte staat voor de kwaliteit van haar werk en herstelt fouten indien die door haar gemaakt zijn. Cliënte komt de door u gestelde gebreken graag inspecteren en zal die - indien het inderdaad om door haar geleverde gebrekkige werkzaamheden gaat - herstellen. Indien u derden inschakelt om wijzigingen in de werkzaamheden van cliënte aan te brengen dan vervalt de garantie van cliënte alsmede een eventuele herstelverplichting. […]”
2.13.
Noctum reageert hierop per e-mail van 22 februari 2020 als volgt:
“[…] Wij zijn gedupeerd door Melker BV en handhaven de ingebrekestelling. Een overzicht van de herstelkosten zullen u ter beschikking worden gesteld zodra deze bekend zijn.
Dit zal uiterlijk eind maart zijn, zodat er een verrekening plaats kan vinden t.o.v. de openstaande opdracht.”
2.14.
Namens Melker is op 25 februari 2020 een e-mail naar Noctum gestuurd met daarin onder meer het volgende:
“De inhoudelijke reactie die u van mij en van de firma Melker B.V. al eerder heeft ontvangen is dat zij de door u gestelde gebreken graag op het werk willen inspecteren. Tot nu toe heeft u cliënt enkel op uw kantoor in Rotterdam uitgenodigd voor een bespreking. U stelt dat u cliënt in de gelegenheid hebt gesteld om voor herstel zorg te dragen, maar hoe verhoudt die stelling zich tot uw ingebrekestelling d.d. 19 februari jl? In die ingebrekestelling stelt u dat er genoeg gelegenheid is geboden tot herstel? Wanneer heeft u dat gedaan en wanneer was die gelegenheid er volgens u? U schrijft nota bene dat u cliënt heeft verzocht het werk per direct te staken (wat cliënt overigens betwist). Ik verzoek u aan te geven wanneer u de komende week vanaf 16:00 het werk met cliënt kunt opleveren, cliënt zal eventueel aan hem toe te rekenen gebreken herstellen. Cliënt loopt niet weg voor die verantwoordelijkheid. Indien u niet bereid bent om het werk op te leveren dan beschouwt cliënt het werk per eind volgende week als opgeleverd en aanvaard. […]”
Noctum is in deze e-mail ook aangemaand tot betaling van de factuur van 23 januari 2020.
2.15.
Per brief van 23 juni 2020 heeft Noctum de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden, voor zover de werkzaamheden niet dan wel niet correct zijn uitgevoerd.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
Melker vordert om Noctum bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Melker te betalen:
a. a) € 31.352,85, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 29 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
b) € 349,51 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 29 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
c) € 1.088,53, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
d) de proceskosten, inclusief de nakosten.
3.2.
Melker baseert haar vordering op nakoming van de overeenkomst tussen partijen. Zij stelt dat partijen zijn overeengekomen dat Melker de in de offerte van 29 augustus 2019 opgenomen timmerwerkzaamheden voor een aanneemsom van € 45.002,47 inclusief btw zou uitvoeren, de installatiewerkzaamheden (water, sanitair en elektra) op regiebasis en de levering van de airco-installatie voor een aanneemsom van € 29.800,- inclusief btw. De installatiewerkzaamheden op regiebasis bedroegen per 21 januari 2020 € 22.352,85 inclusief btw. Voor zover geen sprake zou zijn van een vaste aanneemsom voor de installatiewerkzaamheden, is sprake van meerwerk.
3.3.
Noctum betwist dat de installatiewerkzaamheden op regiebasis zouden worden uitgevoerd. Noctum stelt voorts dat de werkzaamheden niet op tijd, niet naar behoren en niet volledig zijn uitgevoerd en dat zij de overeenkomsten daarom gedeeltelijk heeft ontbonden. De ontbinding heeft betrekking op de werkzaamheden die niet dan wel niet correct zijn uitgevoerd. Met de betaling van in totaal € 64.200,01 heeft Noctum meer betaald dan voor de opgedragen werkzaamheden en de materialen is overeengekomen, zodat zij geen waardevergoeding meer aan Melker hoeft te betalen. Wat betreft het gevorderde meerwerk erkent Noctum dat zij toestemming heeft gegeven voor meerwerk voor een bedrag van
€ 2.267,- en betwist zij het meerdere. De opgegeven werkzaamheden zijn ofwel begrepen in de overeengekomen aanneemsom ofwel niet verricht of geleverd.
in reconventie
3.4.
Noctum vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I
primair:
voor recht te verklaren dat de overeenkomsten die in het kader van de uitvoering van de werkzaamheden door Melker voor Noctum op het project zijn gesloten, gedeeltelijk zijn ontbonden bij brief van 23 juni 2020;
subsidiair:
de hiervoor omschreven overeenkomsten op zo kort mogelijke termijn gedeeltelijk te ontbinden;
II. voor recht te verklaren dat Melker jegens Noctum aansprakelijk is voor de door Noctum geleden en te lijden schade als gevolg van het handelen c.q. nalaten van Melker;
III. Melker te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de door Noctum ten gevolge van de gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomsten geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
IV. Melker te veroordelen om een bedrag van € 36.078,10 te betalen bij wijze van voorschot op de onder III. bedoelde schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van indiening van deze conclusie,
met veroordeling van Melker in de proceskosten, inclusief de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.5.
Noctum baseert haar vordering op een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de aanneemovereenkomsten die ontbinding van deze overeenkomsten rechtvaardigt en op grond waarvan Melker gehouden is de schade die Noctum hierdoor lijdt te vergoeden.
3.6.
Melker voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna verder ingegaan, voor zover deze relevant zijn.

4..De beoordeling

in conventie
Overeengekomen prijs
4.1.
Melker en Noctum hebben een overeenkomst van aanneming van werk gesloten als bedoeld in artikel 7:750 lid 1 BW. Partijen verschillen van mening over wat zij zijn overeengekomen met betrekking tot de prijs van de installatiewerkzaamheden (water en elektra). Melker stelt dat partijen zijn overeengekomen dat zij de installatiewerkzaamheden op regiebasis zou uitvoeren. Noctum betwist dit en wijst op de offertes van Melker voor deze werkzaamheden met een vaste aanneemsom. Aangezien Melker betaling vordert van door haar gefactureerde werkzaamheden, draagt zij de stelplicht en de bewijslast voor haar stelling dat zij haar werkzaamheden op regiebasis zou verrichten.
4.2.
De enige schriftelijke stukken die voorhanden zijn over een overeengekomen prijs, zijn de offertes die Melker op 29 en 30 augustus 2019 aan Noctum heeft toegestuurd. Noctum heeft geen van deze offertes ondertekend, maar partijen zijn het er wel over eens dat de timmer- en airco-werkzaamheden zouden worden uitgevoerd voor de in de betreffende offertes opgenomen aanneemsommen. Noctum is daarom ten aanzien van deze werkzaamheden in beginsel de daarvoor overeengekomen aanneemsom van € 74.802,47 (€ 45.002,47 +
€ 29.800,- inclusief btw) is verschuldigd.
4.3.
In de offertes voor het installatiewerk zijn de uit te voeren werkzaamheden heel beknopt beschreven. Ook als partijen een vaste aanneemsom zijn overeengekomen, is daarom niet verwonderlijk dat er nog nadere communicatie is geweest over de uitvoering van deze werkzaamheden, mondeling en per Whatsapp. Dat Melker in het verleden op regiebasis voor Noctum heeft gewerkt, brengt niet mee dat daarmee vast staat dat dat voor het project waar het in deze procedure om gaat, ook gold, temeer omdat vaststaat dat voor de timmerwerkzaamheden wel een vaste aanneemsom is afgesproken. Op basis van de nu beschikbare stukken kan niet worden vastgesteld dat Melker de installatiewerkzaamheden op regiebasis zou uitvoeren, in afwijking van de offertes die zij hiervoor heeft uitgebracht. Melker heeft bewijs van haar stelling aangeboden en zal tot bewijslevering worden toegelaten.
4.4.
Als Melker erin slaagt te bewijzen dat zij haar werkzaamheden en materialen op regiebasis in rekening mocht brengen bij Noctum, dient Noctum de gewerkte uren en de leverde materialen in beginsel aan Melker te betalen, voor zover de overeenkomst niet rechtsgeldig (gedeeltelijk) is ontbonden, waarover in reconventie zal worden beslist.
Materialen en uren werkbrief
4.5.
Noctum betwist dat alle werkzaamheden en goederen die staan vermeld op de werkbrief die Melker op 16 december 2019 aan Noctum heeft gestuurd (hierna: de werkbrief), daadwerkelijk zijn verricht respectievelijk geleverd. Tijdens de mondelinge behandeling is namens Noctum toegelicht dat zij niet heeft bedoeld te betwisten dat de elektrawerkzaamheden daadwerkelijk zijn uitgevoerd, maar dat deze werkzaamheden niet deugdelijk zijn uitgevoerd, zodat Noctum hier geen profijt van heeft gehad. Dit betekent dat Noctum de uitgevoerde werkzaamheden wel dient te betalen, maar dat zij mogelijk een tegenvordering heeft wegens tekortkomingen in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomsten door Melker.
4.6.
Noctum betwist onder meer de diverse posten “montage” op de werkbrief. Op de werkbrief staat voor het merendeel per post de dag waarop de werkzaamheden hebben plaatsgevonden. Niet betwist is dat Melker in de periode waarop de werkbrief betrekking heeft nog werkzaamheden voor het project uitvoerde. Noctum heeft niet toegelicht op welke dagen er geen montagewerkzaamheden zouden hebben plaatsgevonden. Wel betwist Noctum dat er op vier zondagen zou zijn gewerkt. Melker heeft hiertegen aangevoerd dat zij maar één zondag in rekening heeft gebracht waarop werkzaamheden hebben plaatsgevonden. De op de werkbrief vermelde data betreffen echter geen zondagen. Dat Melker ten onrechte werkzaamheden op zondag in rekening heeft gebracht, kan daarom al niet worden vastgesteld.
4.7.
Namens Noctum is tijdens de mondelinge behandeling verder aangevoerd dat de uren van [naam 1] en [naam 2] op de werkbrief ten onrechte in rekening zijn gebracht, omdat zij alleen aan de airco hebben gewerkt en al hun uren dus in de offerte voor de airco-werkzaamheden zijn begrepen. Melker betwist dit. Uit de als producties 15 en 17 bij conclusie van antwoord in reconventie kan worden afgeleid dat zij al vanaf 31 oktober 2019 werkzaam waren op het project. Dit is voordat Melker de offerte voor de airco-installatie heeft uitbracht op 20 november 2019. Onder deze omstandigheden heeft Noctum haar betwisting van de uren van [naam 1] en [naam 2] onvoldoende onderbouwd.
4.8.
Noctum betwist verder dat bepaalde materialen die op de werkbrief staan vermeld daadwerkelijk zijn geleverd. Noctum verwijst hierbij naar een aantal foto’s (productie 32 bij conclusie van antwoord in conventie) waaruit volgens haar zou kunnen worden afgeleid dat in rekening gebrachte bedrading niet kan worden gebruikt in het project. Zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, kan op basis van deze foto’s niet worden vastgesteld dat Melker ten onrechte bepaalde bedrading in rekening heeft gebracht. Ook heeft Noctum niet toegelicht waarom het aantal pakken “100 meter, onder artikelnummer [nummer] in verschillende kleuren” niet in de gefactureerde aantallen kunnen worden gebruikt voor het project. De betwisting van deze in rekening gebrachte materialen is daarom ook onvoldoende onderbouwd.
4.9.
Namens Noctum is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat Melker ten onrechte extra uren op de werkbrief heeft geplaatst voor stukadoorswerkzaamheden, omdat het stukwerk in de aanneemsom voor het timmerwerk was begrepen. Ook bij nadere bestudering van de werkbrief wordt niet duidelijk wat Noctum hiermee bedoelt. Op de werkbrief staan namelijk geen uren of materialen opgenomen die betrekking lijken te hebben op stukadoorswerkzaamheden. Noctum heeft niet nader toegelicht welke uren hier volgens haar betrekking op hebben. Ook dit deel van de betwisting van de juistheid van de werkbrief heeft Noctum dus onvoldoende onderbouwd.
4.10.
Tot slot is namens Noctum over de werkbrief aangevoerd dat ten onrechte “allerlei uren zijn toegevoegd” en dat er een verschil zit in gehanteerd uurtarief. Ook dit heeft Noctum niet nader toegelicht, waardoor niet duidelijk is welke uren zij precies betwist en in hoeverre Melker een onjuist uurtarief heeft gehanteerd. Uit de door Melker overgelegde facturen (voor andere projecten) van 2 oktober 2018 en 16 mei 2018 aan Noctum is af te leiden dat Melker ook daar een uurtarief van € 55,- in rekening heeft gebracht, zodat dit blijkbaar als normaal tarief tussen partijen gold.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat Noctum de juistheid van de werkbrief waarop de factuur van 23 januari 2019 grotendeels is gebaseerd onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. In het geval dat Melker erin slaagt te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de installatiewerkzaamheden op regiebasis uitgevoerd zouden worden, is Noctum dan ook in beginsel gehouden deze factuur aan Melker te voldoen.
Meerwerk
4.12.
Als Melker er niet in slaagt te bewijzen dat zij de installatiewerkzaamheden op regiebasis zou uitvoeren, dan staat daarmee vast dat partijen een vaste aanneemsom voor deze werkzaamheden zijn overeengekomen zoals vermeld in de hiervoor uitgebrachte offertes. Melker stelt dat in dat geval sprake is van meerwerk dat Noctum apart dient te betalen. Noctum betwist dat zij opdracht heeft gegeven voor meerwerk, anders dan voor de door haar erkende werkzaamheden voor een bedrag van € 2.267,-.
4.13.
Op grond van artikel 7:755 BW kan een aannemer voor door de opdrachtgever gewenste toevoegingen of veranderingen slechts een vergoeding voor meerwerk vorderen als hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen. Het is aan Melker die betaling van het meerwerk vordert om te stellen en zo nodig te bewijzen dat zij aanspraak kan maken op betaling van het door haar gestelde meerwerk.
4.14.
Noctum betwist dat er relevante wijzigingen hebben plaatsgevonden in de oorspronkelijke plannen en voert aan dat zij op 19 en 29 augustus 2019 en op 21 september 2019, voor de uitvoering van de werkzaamheden, tekeningen van het verlichtingsplan aan Melker heeft toegestuurd. Melker betwist de tekeningen te hebben ontvangen die Noctum volgens eigen zeggen op 29 augustus 2019 heeft gestuurd en wijst erop dat de tekeningen van 19 augustus en 21 september 2019 nogal van elkaar verschillen voor wat betreft de keukenverlichting, een extra lichtpunt in de woonkamer, stopcontacten voor gordijnen, andere verlichting in het toilet, de stroomvoorziening van de douchekop, wijzigingen in de lichtlijn, extra spotjes en een extra stroomvoorziening voor de hanglamp.
4.15.
Omdat Noctum gemotiveerd betwist dat er (grote) veranderingen en/of extra werkzaamheden hebben plaatsgevonden ten opzichte van de tekeningen op basis waarvan Melker haar offertes voor de installatiewerkzaamheden heeft uitgebracht, is het aan Melker om te bewijzen dat zij meer en/of andere werkzaamheden heeft verricht dan op basis waarvan partijen de prijs zijn overeengekomen. De enkele verwijzing naar tekeningen is hiervoor onvoldoende. Melker heeft bewijs aangeboden en zal tot bewijslevering worden toegelaten voor het geval vast komt te staan dat partijen een vaste aanneemsom zijn overeengekomen voor de installatiewerkzaamheden. Uit proceseconomisch oogpunt zal zij bewijs mogen leveren tegelijkertijd met de bewijslevering ten aanzien van de overeengekomen prijs.
4.16.
Als na bewijslevering vast komt te staan dat Noctum opdracht heeft gegeven tot extra werkzaamheden, zoals Melker stelt, dan geldt dat zij hiervoor alleen een vergoeding is verschuldigd als Melker haar heeft gewaarschuwd voor extra kosten of als Noctum dit zelf had moeten begrijpen. Tussen partijen staat wel vast dat zij tijdens de uitvoering van de werkzaamheden niet expliciet hebben gesproken over extra kosten voor bepaalde werkzaamheden. Hier staat tegenover dat Noctum zelf professioneel aannemer is en vaker vergelijkbare projecten heeft uitgevoerd. Daarom mag worden verwacht dat Noctum begrijpt dat voor zover zij Melker opdracht geeft om extra werkzaamheden uit te voeren of haar plannen wijzigt waardoor Melker meer werkzaamheden moet uitvoeren en/of duurdere materialen moet gebruiken dan waarvan zij is uitgegaan bij het opstellen van de offertes, dit leidt tot extra kosten. Voor zover Melker erin slaagt te bewijzen dat zij meerwerk in de zin van artikel 7:755 BW heeft uitgevoerd, is Noctum dan ook gehouden de (redelijke) kosten voor dit meerwerk aan Melker te voldoen.
Slotsom
4.17.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient Melker te bewijzen:
  • dat partijen zijn overeengekomen dat Melker de installatiewerkzaamheden (elektra en water) op regiebasis zou verrichten;
  • dat Noctum opdracht heeft gegeven voor andere en/of meer werkzaamheden dan waarvan Melker in zijn offertes van 29 augustus 2019 is uitgegaan, meer in het bijzonder ten aanzien van de keukenverlichting, een extra lichtpunt in de woonkamer, stopcontacten voor gordijnen, andere verlichting in het toilet, de stroomvoorziening van de douchekop, wijzigingen in de lichtlijn, extra spotjes en een extra stroomvoorziening voor de hanglamp.
4.18.
houdt iedere verdere beslissing aan;
in reconventie
4.19.
Noctum stelt dat Melker toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomsten en dat dit (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomsten rechtvaardigt. Melker voert als verweer aan dat het werk stilzwijgend is aanvaard (artikel 7:758 BW). Ook betwist Melker de gestelde gebreken, althans zij voert als verweer aan dat haar geen herstelmogelijkheid is geboden.
4.20.
Artikel 7:758 lid 1 BW bepaalt dat als de aannemer te kennen heeft gegeven dat het werk klaar is om te worden opgeleverd en de opdrachtgever het werk niet binnen een redelijke termijn keurt en al dan niet onder voorbehoud aanvaardt dan wel onder aanwijzing van de gebreken weigert, de opdrachtgever geacht wordt het werk stilzwijgend te hebben aanvaard. Na oplevering is de aannemer ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken (artikel 7:758 lid 3 BW).
4.21.
Partijen zijn het erover eens dat Noctum Melker op 25 januari 2020 per e-mail heeft verzocht haar werkzaamheden op het project te staken. Op dat moment was nog geen sprake van oplevering van het werk. Melker heeft Noctum hierop op 23 januari 2020 een factuur gestuurd voor de laatste termijn van de airco en de werkzaamheden die zijn vermeld op de werkbrief. Partijen hebben vervolgens gecorrespondeerd over de factuur en zaken die volgens Noctum niet volgens afspraak zijn gelopen. Noctum heeft daarna op 19 februari 2020 een brief naar Noctum gestuurd met als onderwerp “ingebrekestelling”. Deze brief is niet aan te merken als een ingebrekestelling, aangezien Melker geen termijn wordt gegeven om herstelwerkzaamheden uit te voeren, maar als een mededeling dat Noctum het vertrouwen in Melker opzegt en als aankondiging dat zij de door haar geconstateerde gebreken zelf gaat (laten) herstellen. Melker heeft vervolgens in de e-mail van haar advocaat van 20 februari 2020 aangeboden eventuele fouten te herstellen, na inspectie, waar Noctum niet op in is gegaan. Noctum is per e-mail van 25 februari 2020 verzocht het werk samen met Melker op te leveren, waarbij Melker nogmaals heeft aangeboden eventuele gebreken te herstellen, bij gebreke waarvan Melker het werk per het einde van de week erna als opgeleverd en aanvaard zou beschouwen. Niet gesteld is dat hierna een inspectie heeft plaatsgevonden. Noctum heeft Melker niet meer toegelaten tot het werk en heeft derden opdracht gegeven herstelwerkzaamheden uit te voeren.
4.22.
Door Melker weg te sturen van het project, het werk niet met Melker op te nemen, ondanks haar verzoeken hiertoe, en derden opdracht te geven tot het uitvoeren van herstelwerkzaamheden heeft Noctum het werk stilzwijgend aanvaard als bedoeld in artikel 7:758 lid 1 BW. Dit heeft tot gevolg dat het werk als opgeleverd moet worden beschouwd en dat het werk voor risico van Noctum is gekomen.
4.23.
Gelet op het voorgaande behoeven de door Noctum gestelde gebreken geen bespreking meer. De gevorderde verklaring voor recht dan wel ontbinding en de schadevergoeding worden afgewezen.
4.24.
Gelet op de verwevenheid met de vordering in conventie, zal een half punt aan salaris advocaat worden toegekend. De kosten aan de zijde van Melker worden begroot op
€ 695,00 (2 punten x factor 0,5 x € tarief 695,00).

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
laat Melker toe te bewijzen:
  • dat partijen zijn overeengekomen dat Melker de installatiewerkzaamheden (elektra en water) op regiebasis zou verrichten;
  • dat Noctum opdracht heeft gegeven voor andere en/of meer werkzaamheden dan waarvan Melker in zijn offertes van 29 augustus 2019 is uitgegaan, meer in het bijzonder ten aanzien van de keukenverlichting, een extra lichtpunt in de woonkamer, stopcontacten voor gordijnen, andere verlichting in het toilet, de stroomvoorziening van de douchekop, wijzigingen in de lichtlijn, extra spotjes en een extra stroomvoorziening voor de hanglamp,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
27 januari 2021voor uitlating door Melker of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat Melker, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat Melker, indien zij
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de
maanden februari tot en met mei 2021direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van
mr. R.R. Roukema in het gerechtsgebouw in Dordrecht aan de Steegoversloot 36,
5.6.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan
in reconventie
5.8.
wijst de vorderingen af,
5.9.
veroordeelt Noctum in de proceskosten, aan de zijde van Melker tot op heden begroot op € 695,00,
5.10.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema en in het openbaar uitgesproken op 30 december 2020.
2474