ECLI:NL:RBROT:2020:12146

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 november 2020
Publicatiedatum
28 december 2020
Zaaknummer
8550415 / CV EXPL 20-17306
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering in conventie toegewezen en in reconventie afgewezen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen 4Kids B.V. en een gastouder, aangeduid als [gedaagde]. 4Kids vorderde een bedrag van € 756,77 van [gedaagde] wegens tekortkomingen in de nakoming van een overeenkomst tot begeleiding naar een diplomaroute. De overeenkomst verplichtte [gedaagde] om binnen zes maanden na ondertekening te starten met het opvangen van kinderen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet aan deze verplichting had voldaan, waardoor zij een boete van € 600,- verschuldigd was. De kantonrechter wees de vordering van 4Kids toe, inclusief wettelijke rente vanaf 14 mei 2020.

In reconventie vorderde [gedaagde] een bedrag van € 10.929,- van 4Kids, stellende dat zij misleid was en dat 4Kids haar zorgplicht had geschonden. De kantonrechter verwierp deze vordering, omdat [gedaagde] niet voldoende bewijs had geleverd om haar claims te onderbouwen. De rechter oordeelde dat 4Kids niet aansprakelijk was voor de gestelde schade, aangezien [gedaagde] zelf verantwoordelijk was voor het vinden van opvangkinderen. De proceskosten werden toegewezen aan 4Kids, zowel in conventie als in reconventie.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8550415 / CV EXPL 20-17306
uitspraak: 6 november 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
4Kids B.V.,
gevestigd te Heino,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 19 mei 2020,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
verschenen in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als 4Kids en [gedaagde] .

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
  • het tussenvonnis van 29 juni 2020 van de kantonrechter in deze rechtbank, waarin de mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in reconventie.
1.2.
In verband met de corona-maatregelen heeft de mondelinge behandeling op 1 september 2020 plaatsgevonden via een skypezitting. Voor deze skypezitting is namens 4Kids verschenen [naam 1] , financieel medewerker, bijgestaan door
mr. E.J.A. Koers, namens genoemde gemachtigde; [gedaagde] is in persoon verschenen. De griffier heeft aantekening gehouden van het verhandelde.
1.3.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft [naam 2] in haar hoedanigheid van jurist bij Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. per e-mail van 3 september 2020 een volmacht overgelegd waaruit blijkt dat [naam 1] gerechtigd was 4Kids tijdens de mondelinge behandeling te vertegenwoordigen.
1.4.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan in conventie en in reconventie van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1. 4
Kids is een onderneming op het gebied van adviseren over, bemiddelen en aanbieden van kinderopvang en gastouderopvang en op het gebied van het aanbieden van diensten en producten gericht op ouders en kinderen.
2.2. 4
Kids heeft met [gedaagde] als gastouder een overeenkomst gesloten tot begeleiding van [gedaagde] naar een diplomaroute. De overeenkomst luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
“(…)
Overwegende dat:
- (…)
- de gastouder accepteert dat zij verantwoordelijk is voor het al dan niet tot stand komen van overeenkomst(en) van opdracht tussen de gastouder en ouder(s) om te kunnen voldoen aan hetgeen is overeengekomen in artikelen 3 en 4;
- 4Kids de tot stand gekomen gastouderopvang zal begeleiden;
- (…);
Partijen verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1
De gastouder is op de hoogte van, en is bereid om aan de hieronder genoemde voorwaarden voor bemiddeling en begeleiding door 4Kids te voldoen:
(…)
h. De gastouder is bereid om voorafgaande aan de feitelijke opvang een Ervaringscertificaat of diploma op het niveau van MBO-2 Helpende (Zorg en) Welzijn, of een ander diploma of Ervaringscertificaat dat kwalificeert én een geregistreerd certificaat Eerste Hulp bij Kinderongevallen te behalen.
(…)
j. De gastouder is op het moment van aanvang van werkzaamheden, ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
(…)
Artikel 2
De gastouder beschikt ten tijde van ondertekening van deze overeenkomst nog niet over een diploma, Ervaringscertificaat benoemt in artikel 1h, en is nog niet gestart aan een traject om dit te behalen. 4Kids zal de gastouder begeleiden naar een door haar erkende aanbieder en de kosten van de opleiding / examinering eenmalig vergoeden, zulks onder de voorwaarden zoals genoemd in artikel 3.
Artikel 3
Indien de kosten van de opleiding minder bedragen dan € 350 zal 4Kids deze volledig vergoeden. Indien de kosten meer bedragen dan € 350 (…), dan zal 4Kids het meerdere vergoeden en is de eigen bijdrage van de gastouder € 375. De eventuele eigen bijdrage voldoet de gastouder aan 4Kids binnen veertien dagen na ondertekening van deze overeenkomst.
De gastouder is verplicht om binnen 6 maanden na ondertekening van deze overeenkomst het diploma behaald te hebben en te starten met het opvangen van kinderen als gastouder via 4Kids. De gastouder dient na het starten met het opvangen van kinderen gedurende 12 aaneengesloten maanden minimaal 10 uur per maand opvang te verzorgen welke wordt begeleid door 4Kids. Daarnaast zal de gastouder gedurende deze 12 maanden geen kinderen opvangen via een ander gastouderbureau dan 4Kids.
(…)
Artikel 6
Indien de gastouder niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 3, is de gastouder per maand dat de gastouder in gebreke is een boete van 50 euro aan 4Kids verschuldigd met een maximum van
€ 600. Zulks onverminderd het recht van 4Kids om nakoming van deze overeenkomst te vorderen. De gastouder is zelf verantwoordelijk voor het aangaan van opvangovereenkomst(en) met ouder(s) en kan 4Kids niet aanspreken op een gebrek aan bemiddelingsinspanning of aan vraag naar een gastouderopvang. (…)
(…)”
2.3.
[gedaagde] heeft via 4Kids bij Diplomaroute.nl een opleiding Helpende Zorg en Welzijn specialisatie Gastouders gevolgd. De kosten van deze opleiding bedroegen € 695,-. 4Kids heeft een bedrag van € 320,- aan opleidingskosten betaald en [gedaagde] een bedrag van € 375,-. [gedaagde] heeft voorts een bedrag van € 99,- betaald voor het volgen van de cursus Eerste Hulp bij Kinderongevallen.
2.4.
Op 23 september 2015 heeft [gedaagde] haar diploma behaald. Zij heeft nadien geen kinderen opgevangen.
2.5.
Op 4 mei 2016 heeft 4Kids aan [gedaagde] een bedrag van € 600,- gefactureerd omtrent annuleringskosten [ook wel ‘boete’ genoemd] van € 50,- per maand over een periode van twaalf maanden.
2.6.
Per brief van 26 mei 2016 heeft 4Kids [gedaagde] verzocht tot betaling van € 600,- binnen veertien dagen na ontvangst van de brief.
2.7.
In de periode van 8 mei 2017 tot en met 13 december 2019 hebben (Bos Incasso en de gemachtigde van) 4Kids en [gedaagde] gecorrespondeerd over onder meer de opvang van kinderen, het benaderen van ouders, de registratie van [gedaagde] in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (hierna: LRKP), begeleiding vanuit 4Kids en betaling van de onder 2.5 genoemde factuur.

3..Het geschil in conventie

3.1. 4
Kids vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan 4Kids te betalen een bedrag van € 756,77, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2020 over een bedrag van € 600,- tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft 4Kids – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – ten grondslag gelegd dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. [gedaagde] heeft na het behalen van haar diploma geen kinderen opgevangen. Het is de eigen verantwoordelijkheid van [gedaagde] geweest om opvangkinderen te vinden. 4Kids heeft [gedaagde] daarbij geholpen door haar de gelegenheid te bieden gebruik te maken van de opvangmarkt en door haar te voorzien van posters om haar opvang te promoten. 4Kids heeft zich jegens potentiële klanten niet negatief uitgelaten over (de opvang door) [gedaagde] . Omdat [gedaagde] niet binnen zes maanden na het sluiten van de overeenkomst is gestart met de opvang van kinderen, dient zij overeenkomstig artikel 6 van de overeenkomst een boete van in totaal € 600,- te betalen. Dit bedrag ziet op € 320,- aan opleidingskosten en op € 280,- aan gemaakte kosten voor het opstellen van de overeenkomst en het bewaken van de voortgang van [gedaagde] . Daarnaast is [gedaagde] over de hoofdsom wettelijke rente verschuldigd, berekend tot 13 mei 2020 een bedrag van € 47,77, en buitengerechtelijke kosten van € 108,90.
3.3.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en daartoe – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd. Volgens [gedaagde] is zij (een deel van) het bedrag van € 600,- niet verschuldigd aan 4Kids. Voor het bedrag van € 320,- bestaat geen grondslag in de overeenkomst en het bedrag van € 280,- is onredelijk en te hoog. Daarmee vervallen ook de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten, die bovendien te hoog zijn. Volgens [gedaagde] is 4Kids nalatig geweest in de begeleiding, heeft zij haar zorgplicht jegens [gedaagde] geschonden en is zij eigen afspraken niet nagekomen. Daarnaast heeft 4Kids, anders dan op de website vermeld staat, [gedaagde] niet geregistreerd bij het LKRP en heeft zij pas acht maanden na het behalen van het diploma op 23 september 2015 contact opgenomen met [gedaagde] met een bericht over de boete van € 600,-.

4..Het geschil in reconventie

4.1.
[eiseres] vordert bij vonnis 4Kids te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.929,-.
4.2.
Aan haar vordering heeft [eiseres] – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – ten grondslag gelegd dat 4Kids haar heeft misleid en dat 4Kids door het gebrek aan begeleiding niet voldaan heeft aan haar zorgplicht jegens [eiseres] . Volgens [eiseres] heeft zij diverse telefoongesprekken gevoerd met 4Kids waarvoor belkosten ad € 125,- zijn gemaakt. 4Kids is een compensatie van € 2.500,- verschuldigd omdat de goede eer en naam van [eiseres] is geschonden doordat (een) medewerker(s) van 4Kids zich in contact met een gastouder negatief heeft (hebben) uitgelaten over haar. Voorts is [eiseres] één jaarinkomen begroot op € 6.500,- misgelopen. 4Kids dient tevens de door [eiseres] gemaakte kosten voor de opleiding van € 375,-, de cursus Eerste Hulp bij Kinderongevallen van € 99,-, de reiskosten naar de examenlocatie van € 55,- en de materiaal- en studiekosten van € 25,- te vergoeden. Ten slotte vordert [eiseres] een bedrag van € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding voor het leed dat haar door 4Kids is aangedaan en € 250,- aan juridische kosten voor het voeren van de onderhavige procedure.
4.3. 4
Kids concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres] in haar vorderingen, dan wel haar de vorderingen als ongegrond en onbewezen te ontzeggen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. Op grond van de overeenkomst is [eiseres] zelf verantwoordelijk geweest voor het vinden van opvangkinderen, zodat 4Kids de eventueel door [eiseres] geleden schade niet verschuldigd is. Daar komt bij dat [eiseres] haar vordering niet nader heeft onderbouwd.

5..De beoordeling in conventie

5.1.
Vast staat dat 4Kids en [gedaagde] een overeenkomst tot begeleiding naar de diplomaroute hebben gesloten. Partijen twisten allereerst over de vraag op welke datum deze overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter neemt als vaststaand aan dat de overeenkomst op 26 juni 2015 is gesloten. Hoewel [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij op die datum per e-mail bericht heeft ontvangen dat de overeenkomst nog diezelfde dag per post aan haar gestuurd zou worden, heeft zij geen andere datum genoemd waarop de overeenkomst gesloten zou zijn. In dit oordeel is meegewogen dat [gedaagde] op de overeenkomst handmatig haar voorletters heeft aangepast en dat niet valt in te zien waarom zij dit niet ook met de datum had kunnen doen als die anders zou zijn dan 26 juni 2015.
5.2.
Voorts is in geschil of [gedaagde] gehouden is om aan 4Kids uit hoofde van de overeenkomst een bedrag van € 600,- te betalen.
5.3.
Uit de artikelen 3 en 6 van de overeenkomst volgt, voor zover van belang, dat [gedaagde] als gastouder verplicht is om binnen zes maanden na ondertekening van de overeenkomst het diploma te behalen en te starten met het opvangen van kinderen via 4Kids. Als [gedaagde] daar niet in slaagt is zij per maand dat zij in gebreke blijft een boete van € 50,- verschuldigd aan 4Kids, met een maximum van € 600,-. Hoewel [gedaagde] drie maanden na ondertekening van de overeenkomst haar diploma heeft behaald, staat vast dat zij niet is gestart met de opvang van kinderen. Dit betekent dat [gedaagde] in beginsel gehouden is tot betaling van de maximale boete. Dat 4Kids de boete heeft gespecificeerd als € 320,- aan opleidingskosten en € 280,- aan het sluiten van de overeenkomst en het bewaken van de voortgang, doet daar niet aan af.
5.4.
[gedaagde] heeft echter aangevoerd dat zij geen boete verschuldigd is omdat 4Kids nalatig is geweest in het bieden van begeleiding, ondanks dat [gedaagde] daar diverse keren telefonisch en schriftelijk om gevraagd heeft. 4Kids heeft betwist dat zij niet, dan wel onvoldoende begeleiding heeft geboden aan [gedaagde] . Zij heeft [gedaagde] de gelegenheid geboden gebruik te maken van de opvangmarkt en [gedaagde] materiaal beschikbaar gesteld om haar opvang te promoten.
5.5.
Vooropgesteld wordt dat uit artikel 6 van de overeenkomst volgt dat [gedaagde] door het tekenen van de overeenkomst geaccepteerd heeft dat zij verantwoordelijk is voor het aangaan van opvangovereenkomst(en) met ouder(s) en dat zij 4Kids niet kan aanspreken op een gebrek aan bemiddelingsinspanning of aan vraag naar haar gastouderopvang. Dit brengt met zich dat [gedaagde] 4Kids in zoverre niet kan verwijten dat zij er vanwege een vermeend gebrek aan begeleiding door 4Kids niet in geslaagd is kinderen op te vangen. Voor zover 4Kids al niet zou hebben voldaan aan haar plicht [gedaagde] voldoende begeleiding te bieden, wordt overwogen dat [gedaagde] 4Kids niet in gebreke heeft gesteld zodat aan de zijde van 4Kids geen verzuim is ingetreden. Gesteld noch gebleken is dat het op grond van artikel 6:248 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om in de gegeven omstandigheden betaling van de boete van € 600,- te vorderen. Dit betekent dat een bedrag van € 600,- aan hoofdsom wordt toegewezen.
5.6.
Vaststaat dat [gedaagde] met de tijdige en volledige voldoening van de factuur van 4 mei 2016 in gebreke is gebleven. [gedaagde] heeft niet betwist dat zij daarom de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW verschuldigd is. Zij heeft wel bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de door 4Kids gevorderde wettelijke rente van € 47,77, berekend tot en met 13 mei 2020. Hoewel in het lichaam van de dagvaarding wisselend staat vermeld dat de rente berekend is tot
13 mei 2019en tot
20 april 2020, begrijpt de kantonrechter dat bedoeld is tot
14 mei 2020zoals uit het petitum in de dagvaarding volgt, mede omdat het gebruikelijk is de rente te berekenen tot een datum kort voor het uitbrengen van de dagvaarding. Nu [gedaagde] haar verweer tegen de hoogte van de gevorderde wettelijke rente onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd, wordt de vordering toegewezen zoals in de beslissing vermeld. Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat de wettelijke rente berekend is vanaf 21 mei 2016 tot en met 13 mei 2020, dus vanaf zeventien dagen na het versturen van de genoemde factuur. Gelet hierop is de gevorderde wettelijke rente van € 47,77 niet te hoog.
5.7.
Artikel 6:96 lid 6 BW vereist voor toewijzing van de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten dat [gedaagde] door 4Kids vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van veertien dagen aanvangende de dag na aanmaning, onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van betaling (hierna: de veertiendagenbrief). Nu de formulering in de veertiendagenbrief van 26 mei 2016 luidt dat [gedaagde] “
het verschuldigde bedrag binnen 14 dagen na ontvangst van deze aanmaning aan 4Kids [dient] over te maken” is sprake van een onjuiste, te korte termijn. Dit betekent dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen.
5.8.
[gedaagde] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, bestaande uit verschotten en gemachtigdensalaris. De verschotten worden vastgesteld op € 105,09 aan explootkosten inclusief btw en € 499,00 aan griffierecht. Aan gemachtigdensalaris wordt in totaal twee punten à € 120,00 toegekend.

6..De beoordeling in reconventie

6.1.
[eiseres] heeft haar vordering met een totaalbedrag van € 10.929,- niet nader gespecificeerd en/of met stukken onderbouwd. Nu [eiseres] dit heeft nagelaten, heeft zij naar het oordeel van de kantonrechter niet aan haar stelplicht voldaan zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. Dit brengt, gelet op de betwisting door 4Kids van de verschuldigdheid, met zich dat de vordering wordt afgewezen. In dit oordeel is meegewogen dat van een causaal verband tussen de gestelde tekortkoming aan de zijde van 4Kids en (een deel van) de gestelde geleden schade aan de zijde van [eiseres] niet is gebleken.
6.2.
[eiseres] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie veroordeeld. De kosten aan de zijde van 4Kids worden begroot op € 270,- (factor 0,5 × anderhalve punt à € 360,- per punt) aan gemachtigdensalaris.

7..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
7.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan 4Kids tegen kwijting te betalen € 600,- aan hoofdsom en 47,77 aan verschenen rente, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over een bedrag van € 600,- vanaf 14 mei 2020 tot aan de dag van algehele voldoening;
7.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van 4Kids vastgesteld op € 604,09 aan verschotten en € 240,- aan salaris voor de gemachtigde;
in reconventie
7.3.
wijst de vorderingen af;
7.4.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van 4Kids tot op heden begroot op een bedrag van € 270,- aan salaris voor de gemachtigde;
in conventie en in reconventie voorts:
7.5.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
[46009]