In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 23 december 2020, betreft het een deelgeschil in het kader van letselschade na een verkeersongeval op 15 juli 2013. Verzoeker, een schoonmaker, werd stilstaand in zijn auto aangereden door een vrachtwagen. De verzekeraar, Allianz Nederland Groep N.V., erkende de aansprakelijkheid, maar er ontstond een geschil over de causaal verband tussen de aanrijding en de klachten van verzoeker, die onder andere rug-, nek- en schouderklachten omvatten. Verzoeker stelde dat zijn klachten het gevolg waren van het ongeval en vroeg de rechtbank om een verklaring van recht, benoeming van een onafhankelijke deskundige en een voorschot op de schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat verzoeker onvoldoende bewijs had geleverd voor het causaal verband tussen zijn klachten en het ongeval. De rechtbank wees het verzoek om benoeming van een deskundige af, omdat dit niet passend was binnen de deelgeschilprocedure. Ook het verzoek om een voorschot werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de schade de reeds verstrekte voorschotten overstijgt. De rechtbank begrootte de kosten van de deelgeschilprocedure op € 5.223,86, die Allianz aan de advocaat van verzoeker moest voldoen. De overige verzoeken van verzoeker werden afgewezen.