ECLI:NL:RBROT:2020:11957
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vordering tot het horen van een bedreigde getuige in strafzaken tegen medeverdachten
In deze zaak heeft de rechter-commissaris in de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de vordering van de officier van justitie om een NN-persoon als bedreigde getuige te horen in twee strafzaken tegen medeverdachten. De vordering werd in één zaak toegewezen en in de andere afgewezen. De officier van justitie had eerder op 13 augustus 2019 gevorderd om de NN-persoon te horen en hem de status van bedreigde getuige toe te kennen. Na een statusgesprek op 7 januari 2020 werd deze status verleend, maar op 28 april 2020 werd deze beslissing door de rechtbank vernietigd. De rechter-commissaris heeft vervolgens opnieuw een statusgesprek gevoerd, waarbij de NN-persoon werd bijgestaan door een advocaat. Tijdens dit gesprek heeft de getuige verklaard relevante informatie te hebben over verdachte 1, maar niet over verdachte 2. De rechter-commissaris oordeelde dat de NN-persoon niets relevants kon verklaren over verdachte 2, wat leidde tot de afwijzing van de vordering in die zaak. In de zaak tegen verdachte 1 werd de vordering tot het horen van de NN-persoon als getuige toegewezen, met de voorwaarde dat de identiteit van de getuige verborgen blijft. De rechter-commissaris heeft daarbij rekening gehouden met de vrees van de getuige en de noodzaak om het ondervragingsrecht van de verdediging te waarborgen. De beschikking is gegeven in aanwezigheid van de griffier, drs. V.R. Meelhuysen, en er staat hoger beroep open voor de betrokken partijen binnen veertien dagen na betekening.