ECLI:NL:RBROT:2020:11866

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 december 2020
Publicatiedatum
20 december 2020
Zaaknummer
C/10/607201 / JE RK 20-3040
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek

Op 1 december 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de ouders en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen bij [naam kind], die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten groep en heeft behoefte aan de structuur en begeleiding die deze setting biedt. De GI heeft verzocht om een nieuwe machtiging voor een periode van zes maanden, maar de kinderrechter heeft besloten om deze machtiging te verlenen voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om de situatie later opnieuw te beoordelen. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de GI uiterlijk twee weken voor de volgende zitting op 23 februari 2021 moet rapporteren over de voortgang van de minderjarige en of het verzoek voor de langere duur van de machtiging nog steeds gehandhaafd wordt. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 17 december 2020.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/607201 / JE RK 20-3040
datum uitspraak: 1 december 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 2 november 2020, ingekomen bij de griffie op 3 november 2020,
- de verklaring d.d. 3 november 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 16 november 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper,
- het (extract) proces-verbaal van de zitting van 19 november 2020.
Op 1 december 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind] , die op 19 november 2020 reeds gehoord is, bijgestaan door mr. S. Bosmans,
- de moeder,
- de vader
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft te Harreveld op de gesloten groep Zikos van Harreveld.
Bij beschikking van 4 september 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 27 september 2021. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 8 december 2020.

Het verzoek

De GI heeft een (nieuwe) machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] was in het begin van de gesloten plaatsing teruggetrokken. De afgelopen periode is gezien dat [naam kind] langzaam gesprekken aangaat en positieve stappen zet. [naam kind] ziet steeds meer in dat ze baat heeft bij de gesloten plaatsing. De bedoeling is dat [naam kind] op termijn door gaat stromen naar een besloten groep binnen Harreveld. [naam kind] is samen met de hulpverlening bezig met de opbouw van haar verlof. [naam kind] dient hiervoor zelfstandig een plan te maken. In de individuele gesprekken slaat [naam kind] snel dicht. Er wordt daarom gekeken of PMT ingezet kan worden. Ook zal de GI de verdere inzet van paardentherapie met [naam kind] bespreken. [naam kind] gaat op dit moment halve dagen naar scholen. Ook met haar gewicht gaat het steeds beter. Omdat [naam kind] veel stress en spanningen ervaart rondom zittingen wordt een tussentijds toetsmoment door de kinderrechter niet in haar belang geacht.

De standpunten

De moeder ziet dat het steeds beter met [naam kind] gaat. Ook in het contact met de moeder maakt [naam kind] stappen. Er zal binnenkort systeemtherapie starten om aan de band tussen de moeder en [naam kind] te werken. De moeder ziet dat [naam kind] baat heeft bij de structuur die de gesloten groep [naam kind] biedt.
De vader is blij om te horen dat het beter met [naam kind] gaat. De vader heeft zich bewust de afgelopen periode afzijdig gehouden, nu [naam kind] geen contact met hem wil. Om zijn betrokkenheid te tonen is de vader wel naar de zitting gekomen. De vader hoopt dat er op termijn ook aandacht komt voor het contactherstel tussen hem en [naam kind] .
Door en namens [naam kind] wordt verzocht de duur van de machtiging gesloten jeugdhulp te beperken tot drie maanden, nu de gedragswetenschapper niet instemt met de gevraagde duur van zes maanden. Daarnaast wenst [naam kind] graag dat de noodzaak van de gesloten plaatsing tussentijds getoetst wordt. Het gaat steeds beter met [naam kind] op de groep. [naam kind] staat meer open voor hulpverlening en heeft inmiddels grote stappen gemaakt. [naam kind] heeft aan de kinderrechter verteld dat ze begrijpt waarom ze gesloten geplaatst is en dat het belangrijk is dat zij niet terugvalt in haar oude gedrag. [naam kind] hoopt dat de komende periode de cirkel waar zij de afgelopen jaren in heeft gezeten te kunnen gaan doorbreken. [naam kind] heeft het idee dat de inzet van paardentherapie haar helpt, ondanks dat deze erg confronterend is. [naam kind] is momenteel bezig met het maken van een verlofplan.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat daarvan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er sprake is van forse gedragsproblematiek bij [naam kind] . Daarnaast heeft [naam kind] depressieve gevoelens en suïcidale gedachten. In september 2020 is [naam kind] overgeplaatst van een open groep naar een gesloten groep. Op de open groep kwam de noodzakelijke behandeling en begeleiding van [naam kind] niet van de grond. Binnen de gesloten setting worden [naam kind] strakke kaders geboden. Gebleken is dat [naam kind] deze strakke kaders nodig heeft en gebaat is bij de structuur en begeleiding die in de gesloten jeugdhulp geboden worden. De kinderrechter is daarom van oordeel dat een gesloten machtiging voor [naam kind] noodzakelijk is. Het is belangrijk dat de stabilisatie en observatie van [naam kind] voort gezet kan worden bij Harreveld op de gesloten groep Zikos. Nu de gedragswetenschapper in haar verklaring d.d. 16 november 2020 instemt met een verblijf van [naam kind] in een gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden en niet voor de gevraagde duur van zes maanden, zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van drie maanden en de beslissing op het overige verzochte aanhouden. Tegen die tijd kan bezien worden hoe het met [naam kind] en haar behandeling gaat.
De kinderrechter verzoekt de GI
uiterlijk twee wekenvoor de hierna te noemen datum te rapporteren over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet gehandhaafd wordt. Indien het verzoek gehandhaafd wordt, dient een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper aan de rechtbank (en de belanghebbenden en mr. S. Bosmans) te worden gezonden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een (nieuwe) machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 8 december 2020 tot 8 maart 2021 betreffende de minderjarige [naam kind] ;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overig verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden en mr. S. Bosmans in deze zaak zal plaatsvinden op
23 februari 2021 om 13:30 uurin het gerechtsgebouw te
Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. G.M. Paling, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbende en mr. S. Bosmans;
gelast de oproeping van [naam kind] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI
uiterlijk twee wekenvoor de genoemde datum de kinderrechter (en de belanghebbenden en mr. S. Bosmans) de verzochte rapportage te doen toekomen, alsmede – indien aan de orde – een recente verklaring van een gedragswetenschapper.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 december 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.