Op 3 februari 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor de meerderjarige [naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2002. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] in het verleden ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt en dat zijn ouders niet in staat zijn om hem een stabiele en veilige opvoedingssituatie te bieden. Dit heeft geleid tot een situatie waarin [naam kind] suïcidaliteit en andere ernstige problemen ervaart.
Tijdens de zitting is gebleken dat er een wachtlijstproblematiek is voor vervolgplekken, waardoor het noodzakelijk is om de machtiging voor een periode van zes maanden te verlenen. De kinderrechter heeft overwogen dat het in het belang van [naam kind] is om de hulpverlening voort te zetten, ook na zijn achttiende verjaardag, en dat het afwijzen van het verzoek zou leiden tot een onveilige situatie voor hem. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend, met de nadruk op de noodzaak van een vervolgplek en de betrokkenheid van hulpverlenende instanties.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 13 februari 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.