Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Het procesverloop en de processtukken
- de rechter;
- de officier van justitie mr. J. Spaans.
Rechtbank Rotterdam
Op 17 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een strafzaak. Het verzoek was gericht tegen mr. C.G. van de Grampel, senior rechter in de rechtbank Rotterdam. De verzoeker had eerder op 25 november 2020 een bezwaarschrift ingediend tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel, wat leidde tot de behandeling van zijn zaak. Tijdens deze zitting vroeg de verzoeker om schorsing voor overleg met zijn advocaat, maar de rechter weigerde dit verzoek. De verzoeker voelde zich hierdoor benadeeld en diende een wrakingsverzoek in, omdat hij meende dat de rechter niet onpartijdig was.
De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld en vastgesteld dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid van de rechter konden rechtvaardigen. De rechter had de verzoeker de gelegenheid gegeven om zijn standpunt in te nemen en had geen aanleiding gezien om de zitting te schorsen. De officier van justitie, mr. W.D. van den Berg, steunde de afwijzing van het wrakingsverzoek, stellende dat er geen objectieve factoren waren die de vrees voor vooringenomenheid konden onderbouwen.
De wrakingskamer concludeerde dat de beslissing van de rechter om het onderzoek niet te onderbreken een processuele beslissing was die binnen haar taak viel om de goede procesorde te bewaken. De verzoeker had geen zwaarwegende aanwijzingen aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid konden rechtvaardigen. Daarom werd het wrakingsverzoek ongegrond verklaard en afgewezen.