ECLI:NL:RBROT:2020:11814
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in jeugdzorgzaak
Op 16 december 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Verzoeker, die betrokken was bij een jeugdzorgprocedure, heeft de wraking van mr. M. van Kuilenburg aangevraagd. Tijdens een eerdere zitting op 4 december 2020, waar verzoeker en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West aanwezig waren, heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek ingediend. Hij stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij de verklaringen van andere procesdeelnemers niet ter discussie stelde en verzoeker kritisch bevroeg. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat verzoeker geen verplichte procesvertegenwoordiging had, waardoor hij ontvankelijk was in zijn verzoek. De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden geen zwaarwegende aanwijzingen opleverden voor de vrees van partijdigheid van de rechter. De rechter had zijn taak naar behoren uitgevoerd door kritische vragen te stellen aan alle aanwezigen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van verzoeker en heeft het wrakingsverzoek afgewezen.