ECLI:NL:RBROT:2020:11805

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 december 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
C/10/609065 / KG ZA 20-1113
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige handelingen en vorderingen in kort geding tussen VvE-eigenaren

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee eigenaren van appartementsrechten binnen een Vereniging van Eigenaren (VvE). Eiseres, de besloten vennootschap Markmonde B.V., heeft gedaagde, een andere eigenaar, aangeklaagd wegens onrechtmatige handelingen. De kern van het geschil betreft de mededelingen die gedaagde aan de notaris heeft gedaan, die volgens eiseres onjuist zijn en de verkoop van haar appartement frustreren. De procedure begon met een dagvaarding op 4 december 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 december 2020. Eiseres vorderde onder andere dat gedaagde de notaris zou informeren dat haar eerdere correspondentie als niet verzonden kon worden beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door zich als bestuurder van de VvE in te schrijven zonder een rechtsgeldig besluit van de VvE. De rechter oordeelde dat gedaagde binnen drie werkdagen na betekening van het vonnis aan de notaris moest meedelen dat haar eerdere correspondentie moest worden ingetrokken. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde hier niet aan voldeed. De proceskosten werden aan gedaagde opgelegd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/609065 / KG ZA 20-1113
Vonnis in kort geding van 17 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDEL- EN EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ “MARKMONDE” B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. J.J. van de Velde te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
advocaat mr. P.A. Visser te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Markmonde en [gedaagde] genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 4 december 2020;
  • de 17 producties van Markmonde;
  • de e-mail zijdens [gedaagde] van 9 december 2020, met als bijlage een e-mailbericht van [gedaagde] van 8 december 2020 met 9 bijlagen;
  • de akte wijziging van eis van Markmonde, met productie 18;
  • de mondelinge behandeling op 10 december 2020;
  • de pleitnota van Markmonde;
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Bij notariële akte van 20 juni 1977 (hierna: de splitsingsakte) is het pand gelegen aan de [adres 1] gesplitst in twee appartementsrechten en is de ‘ [VvE] ’ (hierna: de [VvE] ) opgericht.
Op de splitsingsakte is het ‘Modelreglement van splitsing van eigendom februari 1973’ (hierna: het reglement) van toepassing verklaard.
2.2.
In het reglement is, voor zover relevant, het volgende bepaald:
“(…)
II Vergadering van eigenaars
Artikel 32
(…)
Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar zal een vergadering worden gehouden, waarin, in overeenstemming met artikel 18 lid 3, door de administrateur de exploitatierekening over het afgelopen boekjaar wordt verstrekt die door de vergadering moet worden goedgekeurd voor de vaststelling van de definitieve bijdrage door iedere eigenaar. In deze of een eerdere vergadering wordt tevens een nieuwe begroting opgesteld voor het aangevangen of het komende jaar.
(…)
8. De aanwezigheid ter vergadering blijkt uit de vóór de aanvang van de vergadering ondertekende presentielijst.
Artikel 35
Ieder der eigenaars is bevoegd, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk gevolmachtigde, de vergadering bij te wonen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, (…).
Artikel 36
Alle besluiten, waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven, worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. (…)
Met een besluit van de vergadering staat gelijk een voorstel, waarmede alle eigenaars schriftelijk hun instemming hebben betuigd.
In een vergadering, waarin minder dan de helft van het in artikel 33 lid 3 bedoelde maximum aantal stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
In dat geval zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven, te houden niet vroeger dan twee en niet later dan zes weken na de eerste. In de oproeping tot deze vergadering zal mededeling worden gedaan, dat de komende vergadering een tweede vergadering is als bedoeld in dit artikel. In deze vergadering zal over de aanhangige onderwerpen een besluit kunnen worden genomen ongeacht het aantal stemmen dat ter vergadering kan worden uitgebracht.
(…)
Artikel 39
1.
Van het behandelde in de vergadering worden, (…), onderhandse notulen gehouden, welke notulen worden ondertekend door de voorzitter en de administrateur.
(…)
III Het Bestuur van de vereniging
Artikel 40
1.
Het bestuur van de vereniging berust bij de administrateur, die benoemd wordt door de vergadering. Deze zal ook een plaatsvervangend administrateur kunnen benoemen.
(…)”
2.3.
Markmonde is sinds december 1999 eigenaar van het appartementsrecht van de bovenwoning gelegen aan de [adres 2] .
2.4.
[gedaagde] is sinds september 2017 eigenaar van het appartementsrecht van de benedenwoning gelegen aan de [adres 3] .
2.5.
Op 7 juni 2018 heeft een algemene ledenvergadering plaatsgevonden. Van die vergadering zijn op 14 september 2020 notulen opgesteld door [gedaagde] .
2.6.
Van 1 september 2008 tot 9 april 2020 stond Pitlo Vastgoed Beheer B.V. (hierna: Pitlo) in het handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven als bestuurder van de [VvE] . Bij e-mail van 9 april 2020 heeft Pitlo aan [gedaagde] het volgende medegedeeld:
“(…)
In de map tevens twee formulieren van de KvK, eenmaal door ons ingevuld en ondertekend voor opzegging en eenmaal voor de nieuwe bestuurders (Markmonde B.V. en u) Deze dient u samen met Markmonde B.V. in te vullen en te ondertekenen daat de KvK anders ons niet uitschrijft. (…)”
2.7.
[gedaagde] heeft zich met ingang van 9 april 2020 ingeschreven als bestuurder van de [VvE] .
2.8.
Bij brief van 18 september 2020 heeft [gedaagde] Markmonde uitgenodigd tot het bijwonen van de algemene ledenvergadering op 29 oktober 2020. Bij deze brief is bijgevoegd de agenda van de komende vergadering, de agenda en de notulen van de vergadering van 7 juni 2018, het jaarverslag van 2020, het onderhoudsrapport van 2010-2020 en het financieel rapport van 2010-2020.
In de bijgevoegde agenda voor de vergadering van 29 oktober 2020 is het volgende vermeld:
“(…)
Presentie
Opening
Verkiezing van de voorzitter
Verkiezing van de plaatsvervangende voorzitter
Verkiezing van de beheerder (administrateur)
Verkiezing van de plaatsvervangende beheerder (plaatsvervangende administrateur)
Verkiezing van de raad van commissarissen, accountant of kaskommissie
Vaststelling van de notulen van de vorige ledenvergadering
Vaststelling van het jaarverslag 2020
Vaststelling van de jaarrekening van 2020
Vaststelling van de audit 2010-2020
Vaststelling van de bijdragen aan het reservefonds
Vaststelling van de bijdragen aan verzekeringen
Vaststelling van de bijdragen aan de accountant
Vaststelling van het Meerjarenonderhoudsplan 2021-2030
Vaststelling van de begroting voor 2021
Vaststelling van de maandelijkse [VvE] bijdrage 2021
Actualisering van het splitsingsreglement naar het modelsplitisingsregelement van 19 december 2017
Overige ingezonden stukken en rondvraag
Vaststellen van de volgende ledenvergadering
Sluiting”
2.9.
Bij e-mail van 1 oktober 2020 heeft Markmonde aan [gedaagde] het volgende medegedeeld:
“Hierbij wil ik u graag informeren dat de woning [adres 2] per 1 december 2020 door Markmonde BV is verkocht. Het is daarom beter om de ALV die nu gepland staat op 29 oktober a.s. te verplaatsen naar een datum na 1 december a.s. , zodat u in overleg kunt met de nieuwe eigenaar over uw gezamenlijk belang. Dat is zowel voor u als de nieuwe eigenaar zinvoller. Mocht u echter de vergadering toch op 29 oktober doorgang willen laten vinden, dan zal ik u een volmacht toesturen waarbij wij tegen alle door u opgestelde agendapunten zullen stemmen.
(…)”
2.10.
Nadat Markmonde een herinneringsmail van 15 oktober 2020 aan [gedaagde] had gestuurd en [gedaagde] daarop niet reageerde, heeft Markmonde bij e-mail van 22 oktober 2020 een volmacht verzonden aan [gedaagde] , waarbij zij [gedaagde] volmacht verleent om op de komende vergadering op alle punten tegen te stemmen.
2.11.
Bij brief van 6 november 2020 heeft [gedaagde] aan Markmonde het volgende medegedeeld:
“aangezien bij de algemene ledenvergadering die op donderdag 29 oktober 2020 plaats vond geen besluiten genomen werden, nodig ik u uit voor de tweede vergadering die volgens artikel 36 van de statuten op zaterdag 21 november 2020 te [adres 3] , (…) om 13.00 uur zal aanvangen.
(…)”
2.12.
In het kader van de verkoop van het appartementsrecht van Markmonde heeft de notaris van De Randamie & Verstoep Notarissen (hierna: de notaris) [gedaagde] , als zijnde de bestuurder van de [VvE] , aangeschreven met het verzoek opgave te doen van de verschillende bijdragen die eventueel door Markmonde nog dienden te worden betaald aan de [VvE] . Bij brief van 7 november 2020 heeft [gedaagde] aan de notaris het volgende medegedeeld:
“(…)
De maandelijkse bijdrage die door beide eigenaren vanaf 1 december 2020 telkens uiterlíjk op de eerste dag van de betreffende maand (…) dient te zijn voldaan bedraagt €320,30. Het in het financieel rapport vermelde bedrag werd na wijziging van de hoogte van de verzekering bijgesteld.
De éénmalige bijdrage voor het achterstallig onderhoud die door de eigenaar van appartement [adres 2] uiterlijk op 1 december 2020 (…) dient te zijn voldaan bedraagt €87.342,50.
De bijdrage aan het reservefonds die door de eigenaar van appartement [adres 2] uiterlijk op 1 december 2020 (…) dient te zijn voldaan bedraagt in overeenkomst met artikel 5:126.2a BW €35.386,67 per eigenaar.
(…)
Volgens Annex 1 artikel 20.1 van de statuten zal geen toestemming voor verhuur van appartement [adres 2] worden verleent.
Volgens Annex 1 artikel 25a.1 van de statuten zal toestemming voor ingebruikname van appartement [adres 2] door de eigenaar enkel verleend worden indien na persoonlijke voorstelling van de eigenaar tijdens een ledenvergadering, na overhandiging van een geldig legitimatiebewijs, na overhandiging van een Verklaring omtrent goed gedrag door het Ministerie van Justitie en Veiligheid die niet ouder als één maand is en na betaling van de éénmalige bijdrage aan achterstallig onderhoud, de bijdrage aan het reservefond, en alle openstaande bijdragen aan de V.v.E. zoals vastgesteld zoals vastgesteld tijdens de ledenvergadering, de ledenvergadering zich hiertoe besluit.
(…)”
2.13.
Bij e-mail van 16 november 2020 heeft Markmonde aan [gedaagde] verzocht de algemene ledenvergadering op een andere locatie en op een andere datum plaats te laten vinden.
2.14.
Bij e-mail van 21 november 2020 om 13:08 uur heeft Markmonde aan [gedaagde] het volgende medegedeeld:
“Conform uw uitnodiging voor een [VvE] vergadering (…), sta ik nu - in gezelschap van een man die dit kan bevestigen - bij u voor deur (te weten [adres 3] ). Ik heb zowel bij [adres 3] als [adres 2] aangebeld. Er wordt niet open gedaan, waardoor de vergadering niet kan plaatsvinden.”
2.15.
Bij brief van 21 november 2020 heeft [gedaagde] het volgende aan Markmonde medegedeeld:
“Uit uw schrijven van 16 november 2020 verneem ik dat u niet wilt deelnemen aan de vergadering die voor vandaag 21 november gepland is. Verder geeft u aan dat donderdag 26 november 13:30 uur u schikt dus verplaats ik de vergadering naar donderdag 26 november 13:30 uur. Deze vergadering zal eveneens aan de [adres 3] plaatsvinden. (…)”
2.16.
Op 26 november 2020 zijn [naam 1] en [naam 2] namens Markmonde verschenen in de woning van [gedaagde] . Naast [gedaagde] was tevens [naam 3] (hierna: [naam 3] ) aanwezig. [naam 3] is door [gedaagde] ingeschakeld als notulist. Er heeft vervolgens een vergadering plaatsgevonden, waarvan zowel [gedaagde] als [naam 3] notulen hebben opgesteld.
2.17.
Bij e-mail en deurwaardersexploot van 26 november 2020 heeft Markmonde [gedaagde] gesommeerd haar brief van 7 november 2020 aan de notaris in te trekken.
2.18.
Bij e-mail van 1 december 2020 heeft [gedaagde] de door haar zelf opgestelde voorlopige versie van de notulen van de (algemene leden)vergadering van 26 november 2020 verzonden aan de notaris. Verder verzoekt zij de notaris om de toekomstige eigenaren erop te wijzen dat zij voor betaling van de bedragen een betalingsregeling kunnen treffen.
2.19.
Bij e-mail van 8 december 2020 heeft [gedaagde] tien bijlagen verzonden aan de notaris. Het betreft de volgende bijlagen:
  • Bouwkundige keuring [adres 3] - [adres 2] 2020.pdf;
  • Financieël rapport 2010-2020.pdf;
  • Funderingsrapport [adres 1] .pdf;
  • Jaarverslag 2020.pdf;
  • Notulen Vergadering 26-11-2020.pdf;
  • Notulen Vergadering 29-10-2020.pdf;
  • Notulen Vergadering 2018.pdf;
  • Onderhoudsrapport 2010-2020.pdf;
  • Funderingsherstel kostenschatting Van Dijk Maasland BV.pdf;
  • Brief omtrent overdracht van 1 december 2020 Rox Randamie.pdf.
2.20.
De laatste bijlage bevat een brief van 1 december 2020, waarin [gedaagde] het volgende aan de notaris mededeelt:
“(…)
Graag deelt u uw kopende en verkopende partijen volgende mede.
De juistheid van de bewering die in mijn brief van 7 november 2020 werden gedaan laat ik aan uw oordeel over.
Aangezien dat de huidige eigenaren van het appartement b beweren dat door mijn brief de levering van het appartement niet kan plaatsvinden informeer ik u dat u mijn brief van 7 november 2020 en
e-mail van 1 december 2020 als niet verzonden kunt beschouwen. Er worden door mij geen voorwaarden aan de levering gesteld.
(…)”

3..Het geschil

3.1.
Markmonde vordert (na eiswijziging) bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
  • de notaris de brief toe te zenden die Markmonde in concept heeft opgesteld en welke als productie 18 in het geding is gebracht;
  • dan wel aan de notaris schriftelijk mee te delen dat zij haar brief van 7 november 2020, haar e-mail van 1 december 2020 en haar e-mail van 9 december 2020 intrekt, alsmede de bijlagen bij deze brief en e-mails en deze als niet verzonden kunnen worden beschouwd door de notaris en de notaris deze correspondentie, alsmede de bijlagen bij deze correspondentie, kan negeren, alsmede schriftelijk te bevestigen dat de correspondentie en bijlagen louter onwaarheden bevatten;
  • een en ander binnen 24 uur na betekening van het vonnis en onder verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per dag, met een maximum van € 500.000,00 dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
  • met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, waaronder de nakosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van Markmonde en daarbij aangevoerd dat de gewijzigde eis geen connexiteit meer heeft met de feiten in het lichaam van de dagvaarding, zodat het processueel debat nu wezenlijk ergens anders over gaat. Dat is in strijd met de eisen van de goede procesorde, aldus [gedaagde] .
Dit bezwaar wordt verworpen. Voor zover al wordt uitgegaan van het door [gedaagde] gestelde gebrek aan connexiteit tussen de eiswijziging en de feiten vermeld in de dagvaarding, is dat een inhoudelijke beoordeling die niet in de weg staat aan een eiswijziging. Verder is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] door de eiswijziging is geschaad in haar verdediging dan wel dat die wijziging heeft geleid tot een onredelijke vertraging van de procedure. Bij de formulering van het geschil onder 3.1. is reeds rekening gehouden met de eiswijziging.
4.2.
Markmonde heeft gesteld dat de verschillende documenten die [gedaagde] aan de notaris heeft gezonden, niet alleen onjuistheden bevat maar dat [gedaagde] daarmee ook de verkoop van de woning van Markmonde frustreert. De aanvankelijke levering die op
1 december 2020 stond gepland, is niet doorgegaan en de koper wacht thans het verloop van dit geding af. Indien de levering doorgaat, zal de notaris als gevolg van de brief van [gedaagde] de daarin vermelde bedragen ten onrechte inhouden en verrekenen met de koopsom. Indien de levering niet doorgaat, zal Markmonde een boete verbeuren jegens de koper. Daarmee is het spoedeisend belang van Markmonde bij haar vorderingen voldoende gegeven. [gedaagde] heeft weliswaar betwist dat de vorderingen spoedeisend zijn, maar heeft dat verder niet nader toegelicht. Het enkele argument dat de vorderingen los staan van de gestelde feiten, vergt zoals eerder gezegd een inhoudelijke beoordeling en doet niet af aan het spoedeisende karakter van de vorderingen.
4.3.
Aan haar vorderingen heeft Markmonde ten grondslag gelegd dat [gedaagde] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door zich op onrechtmatige wijze in te schrijven als bestuurder van de [VvE] , door zelf onjuiste notulen op te stellen en deze samen met andere onjuiste documenten te zenden aan de notaris, als gevolg waarvan Markmonde schade lijdt. Aan de door [gedaagde] genoemde bedragen in haar brief van 7 november 2020 ligt geen rechtsgeldig besluit van de [VvE] ten grondslag.
[gedaagde] betwist dat in de door haar aan de notaris gezonden documenten onjuistheden staan en zij stelt zich op het standpunt dat op de vergadering van 26 november 2020 rechtsgeldige besluiten zijn genomen.
4.4.
Vooropgesteld wordt dat het hier gaat om een [VvE] , waarvan partijen de enige twee leden zijn. Partijen zijn voor de wijze waarop zij zich tot elkaar dienen te gedragen en waarop besluiten moeten worden genomen, niet alleen gebonden aan hetgeen is bepaald in de splitsingsakte en het reglement, maar ook aan het bepaalde in artikel 2:8 lid 1 BW. Dit laatste houdt in dat zij zich tegenover elkaar dienen te gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
4.5.
Artikel 40 lid 1 van het reglement bepaalt dat het bestuur van de [VvE] berust bij de administrateur, die benoemd wordt door de vergadering. Vaststaat dat er geen besluit van de [VvE] is geweest waarbij [gedaagde] is aangewezen als bestuurder of administrateur. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat zij het als haar verantwoordelijkheid zag om actie te ondernemen, omdat er binnen de [VvE] niets gebeurde. Dat is echter geen rechtvaardiging om, zonder dat daar een [VvE] -besluit aan ten grondslag ligt, zich in te schrijven als bestuurder van de [VvE] bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dat klemt temeer nu [gedaagde] daartoe is overgegaan buiten medeweten van Markmonde. Ondanks dat Pitlo de [VvE] -stukken en KvK-formulieren aan [gedaagde] heeft verzonden met het verzoek deze samen met Markmonde in te vullen en te ondertekenen, heeft [gedaagde] nagelaten Markmonde daarvan te berichten. Haar stelling dat Markmonde tijdens de algemene ledenvergadering van 7 juni 2018 had doorgegeven geen interesse te hebben in een bestuursfunctie, is betwist door Markmonde en blijkt vooralsnog niet uit de door [gedaagde] opgestelde notulen van die vergadering (waarvan het nog de vraag is of die notulen goedgekeurd zijn). In die notulen is vermeld dat over de verkiezing van de voorzitter en de administrateur geen akkoord is bereikt. Los daarvan, indien dat al het geval zou zijn geweest, dan nog is dat geen reden om in april 2020 ervan uit te gaan dat een mededeling van bijna twee jaar eerder nog steeds zou gelden. Het lag op de weg van [gedaagde] om daarover in contact te treden met Markmonde.
Door zich buiten medeweten van Markmonde in te schrijven in het handelsregister als bestuurder, terwijl zij daartoe niet door de vergadering is benoemd, heeft [gedaagde] naar voorlopig oordeel onrechtmatig jegens Markmonde gehandeld.
4.6.
Voorts is voldoende gebleken dat [gedaagde] , wat betreft de gang van zaken rondom het houden van en de besluitvorming op de algemene ledenvergaderingen, zich niet naar redelijkheid en billijkheid heeft gedragen jegens Markmonde. Het volgende wordt in aanmerking genomen:
Naar aanleiding van de uitnodiging voor de vergadering van 29 oktober 2020 heeft Markmonde bij e-mails van 1 oktober en 15 oktober 2020 aan [gedaagde] gevraagd de vergadering uit te stellen vanwege de op handen zijnde levering van haar woning aan de koper. Omdat [gedaagde] niet reageerde, heeft Markmonde vervolgens een volmacht verstrekt aan [gedaagde] om namens Markmonde een tegenstem uit te brengen op alle voorstellen die op de agenda stonden. [gedaagde] heeft die volmacht geweigerd te aanvaarden. Hoewel het haar vrij staat een volmacht te weigeren, mag van [gedaagde] worden verwacht dat zij reageerde op de berichten van Markmonde en haar tijdig in kennis had gesteld van haar weigering de volmacht te aanvaarden, zodat Markmonde daar rekening mee kon houden. Dat heeft zij nagelaten.
Formeel gezien was Markmonde op de vergadering van 29 oktober 2020 niet aanwezig. [gedaagde] heeft bevestigd dat er op die vergadering geen besluiten zijn genomen..
- Vervolgens heeft [gedaagde] Markmonde uitgenodigd voor de tweede vergadering op
21 november 2020. Markmonde heeft op 16 november 2020 aan [gedaagde] gevraagd de vergadering op een andere locatie en op een andere datum te laten plaatsvinden. Het kan zijn dat [gedaagde] , zoals zij stelt, dit bericht pas op 21 november 2020 onder ogen kreeg, maar uit dat bericht had zij niet mogen opmaken dat Markmonde niet wilde of niet zou deelnemen aan de vergadering. Het is niet onbegrijpelijk dat Markmonde zonder tegenbericht van [gedaagde] toch maar naar de woning van [gedaagde] ging om de vergadering bij te wonen. Van [gedaagde] mocht worden verwacht direct telefonisch dan wel per e-mail contact op te nemen met Markmonde. Aangezien zij daar niet voor koos, had zij in ieder geval thuis moeten zijn voor het geval Markmonde zou verschijnen ter vergadering. Dat heeft zij niet gedaan, waarna Markmonde voor een gesloten deur stond. De vergadering is vervolgens door [gedaagde] verzet naar 26 november 2020. Vaststaat dat [naam 1] en [naam 2] namens Markmonde fysiek aanwezig waren op die vergadering, naast [gedaagde] en [naam 3] (die door [gedaagde] was ingeschakeld om als notulist op te treden). De voorzieningenrechter begrijpt dat Markmonde heeft geweigerd de presentielijst te ondertekenen. In plaats daarvan heeft [naam 2] zijn bezwaar genoteerd op de presentielijst en daarbij aangegeven dat er geen sprake was van een officiële vergadering, omdat die al op 21 november 2020 had plaatsgevonden. Wat daar ook van zij, van deze vergadering zijn zowel door [gedaagde] als [naam 3] notulen opgemaakt. Hoewel de inhoud van de notulen van elkaar verschilt, kan uit beide notulen worden afgeleid dat [gedaagde] als zelfbenoemde voorzitter (hetgeen zij formeel niet is) elk agendapunt afliep en het bijbehorende voorstel goedkeurde waarbij zij Markmonde (die bij elk voorstel tegenstemde) negeerde.
[naam 1] en [naam 2] hebben na agendapunt 9 de vergadering verlaten. In haar notulen heeft [naam 3] vermeld dat met het vertrek van Markmonde, de vergadering voor de notulist ook was beëindigd en dat zij toen is vertrokken. Blijkens de notulen van [gedaagde] is [gedaagde] daarna verder gegaan met de bespreking van de resterende agendapunten en heeft zij alle punten vastgesteld dan wel goedgekeurd.
4.7.
Nog los van de vraag of de vergadering op 26 november 2020 als een tweede vergadering kan worden aangemerkt (volgens [gedaagde] wel, volgens Markmonde niet), heeft te gelden dat Markmonde fysiek aanwezig was op die vergadering, haar bezwaar had genoteerd op de presentielijst en daarna (tot haar vertrek) op alle agendapunten tegen had gestemd. Gelet daarop en gezien de onder 4.6. omschreven gang van zaken voorafgaand aan de vergadering, kan [gedaagde] in redelijkheid niet aan Markmonde tegenwerpen dat zij (krachtens artikel 32 lid 8 van het reglement) door het niet tekenen van de presentielijst niet bij de vergadering aanwezig was. Ook kan [gedaagde] na het vertrek van Markmonde in redelijkheid niet alleen de vergadering voortzetten. Uit elke handeling van Markmonde blijkt overduidelijk dat zij de agendapunten niet goedkeurde en [gedaagde] kan daar in redelijkheid niet overheen stappen op de wijze zoals zij dat heeft gedaan.
De voorzieningenrechter acht het dan ook met voldoende mate van zekerheid aannemelijk dat in de bodemprocedure wordt geoordeeld dat de bij de agendapunten behorende voorstellen niet zijn goedgekeurd dan wel niet rechtsgeldig zijn genomen.
4.8.
In de brief van 7 november 2020 die [gedaagde] aan de notaris heeft gezonden, deelt zij mee welke bedragen ter zake van de maandelijkse bijdrage en de eenmalige bijdrage aan het achterstallig onderhoud en het reservefonds dienen te worden betaald en dat die bedragen uiterlijk op 1 december 2020 dienen te zijn voldaan. Over die punten was op dat moment echter nog geen besluit genomen, dus die mededeling was in ieder geval onjuist. Ook met die handelwijze heeft [gedaagde] jegens Markmonde onrechtmatig gehandeld. Evenmin is die mededeling later ‘gerepareerd’, aangezien (zoals eerder overwogen) niet aan te nemen is dat de bedragen zijn goedgekeurd op de vergadering van 26 november 2020.
4.9.
Bij e-mail van 1 december 2020 heeft [gedaagde] de concept-notulen van de vergadering van 26 november 2020 aan de notaris verzonden. Nog daargelaten dat zij die concept-notulen heeft gestuurd, zonder dat zij die eerst aan Markmonde heeft voorgelegd, heeft zij ook nagelaten de notulen van de door haar zelf ingeschakelde notulist
[naam 3] aan de notaris te zenden. Ook verwijst zij weer naar betaling van bedragen, waarvan niet aannemelijk is dat die zijn gebaseerd op een rechtsgeldig besluit van de [VvE] . Daarmee heeft zij de notaris onjuist en onvolledig geïnformeerd.
4.10.
Markmonde heeft het over een e-mail van [gedaagde] van 9 december 2020. Ter zitting stelt de voorzieningenrechter vast dat Markmonde daarmee doelt op de e-mail van de advocaat van [gedaagde] aan de wederpartij en de rechtbank van 9 december 2020, waarin als bijlage is gevoegd de e-mail van [gedaagde] zelf aan de notaris van 8 december 2020 met daarbij 10 bijlagen (zie 2.19.). Aldus gaat het Markmonde om intrekking door [gedaagde] van haar
e-mail aan de notaris van 8 december 2020 inclusief bijlagen. Ten aanzien van de verschillende bijlagen wordt het volgende overwogen:
- Het bouwkundig adviesrapport inzake een aankoopkeuring en de rapportage funderingsonderzoek ten aanzien van het gehele pand ( [adres 3] / [adres 2] ) zijn, blijkens de rapporten, opgesteld in opdracht van [gedaagde] . De kostenschatting voor het funderingsherstel van Van Dijk Maasland B.V. is opgevraagd door [gedaagde] .
Geen van deze werkzaamheden is goedgekeurd door de [VvE] .
  • Het financieel rapport 2010-2020, het jaarverslag 2020 en het onderhoudsrapport 2010-2020 zijn opgesteld door [gedaagde] zelf en zijn niet goedgekeurd door de [VvE] .
  • De notulen van de vergaderingen van 7 juni 2018, 29 oktober 2020 en 26 november 2020 zijn niet goedgekeurd door de [VvE] .
  • In de brief van [gedaagde] aan de notaris van 1 december 2020 deelt [gedaagde] weliswaar mede dat haar eerdere brief van 7 november 2020 en haar e-mail van 1 december 2020 als niet verzonden kunnen worden beschouwd, maar zendt zij tegelijkertijd bij dat mailbericht 9 andere bijlagen die bij de notaris vragen oproepen en het leveringsproces frustreren.
4.11.
Uit het overwogene onder 4.8. t/m 4.10. blijkt voldoende dat de correspondentie die [gedaagde] heeft gezonden aan de notaris op wezenlijke punten onjuist en onvolledig is en dat zij daarmee onrechtmatig jegens Markmonde heeft gehandeld. In zoverre is sprake van een deugdelijke grondslag voor de vorderingen van Markmonde.
4.12.
De vordering [gedaagde] te veroordelen de notaris de brief toe te zenden die Markmonde als productie 18 in het geding heeft gebracht, wordt echter afgewezen.
De inhoud van die brief gaat verder dan alleen het intrekken van correspondentie. Zo is in die brief onder meer vermeld dat [gedaagde] verklaart dat er op de bijeenkomst van 26 november 2020 geen besluiten konden worden genomen, omdat over de agendapunten reeds was gestemd tijdens de vergadering op 29 oktober 2020 en de stemmen toen reeds staakten, hetgeen betekent dat de voorstellen waren verworpen, alsook dat op 26 november 2020 de stemmen wederom staakten. Of dat het geval is, dient in de bodemprocedure te worden vastgesteld. Toewijzing in kort geding zou materieel leiden tot een verklaring van recht, hetgeen niet past bij het voorlopige karakter van een kort geding.
4.13.
[gedaagde] zal worden veroordeeld om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis aan de notaris schriftelijk mede te delen dat zij haar correspondentie aan de notaris van 7 november 2020, 1 december 2020 en 8 december 2020, inclusief alle bijlagen bij die correspondentie, intrekt en dat de notaris deze correspondentie met bijlagen als niet verzonden kan beschouwen en kan negeren.
Gezien de handelwijze van [gedaagde] , is het opleggen van een dwangsom geïndiceerd.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt, zoals hierna vermeld.
4.14.
De gevorderde schriftelijke bevestiging aan de notaris door [gedaagde] dat de correspondentie en bijlagen louter onwaarheden bevatten, voert eveneens te ver om in kort geding toe te wijzen. Nog daargelaten dat ook deze vordering een declaratoir karakter draagt, heeft Markmonde onvoldoende onderbouwd dat de correspondentie en bijlagen
louteronwaarheden bevatten.
4.15.
Nu [gedaagde] terecht door Markmonde in rechte is betrokken, zal [gedaagde] in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Markmonde worden, naast de toe te wijzen nakosten, begroot op:
- betekening oproeping € 83,38
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
€ 980,00
Totaal € 1.719,38

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 3 werkdagen na betekening van dit vonnis aan de notaris schriftelijk mede te delen dat zij haar correspondentie aan de notaris van 7 november 2020, 1 december 2020 en 8 december 2020, inclusief alle bijlagen bij die correspondentie, intrekt en dat de notaris deze correspondentie met bijlagen als niet verzonden kan beschouwen en kan negeren;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Markmonde een dwangsom te betalen van € 2.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Markmonde tot op heden begroot op € 1.719,38;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 82,00 indien het vonnis moet worden betekend;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2020.
2091 / 676