In deze zaak vordert eiseres, een besloten vennootschap, betaling van openstaande facturen en schadevergoeding van gedaagde, BAAS B.V., in het kader van een aannemingsovereenkomst. De procedure begon met een dagvaarding op 20 januari 2020, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De rechtbank heeft op 9 december 2020 vonnis gewezen.
Eiseres heeft in 2016 een overeenkomst gesloten met BAAS B.V. voor graafwerkzaamheden. In oktober 2017 werd een schriftelijke overeenkomst gepresenteerd, die een einddatum en opzegtermijn bevatte. Eiseres heeft werkzaamheden verricht in Numansdorp en Rijswijk, maar betaling voor deze werkzaamheden is uitgebleven. Eiseres vordert onder andere betaling van € 18.954,33 voor werkzaamheden in Numansdorp, € 1.627,57 voor Rijswijk en € 245,72 voor de Malakkastraat, alsook schadevergoeding van € 35.000 wegens vermeende onrechtmatige opzegging van de overeenkomst door BAAS B.V.
De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat de factuur voor Numansdorp te hoog was, omdat de kostenverhogende omstandigheid van puinverharding niet gedurende het gehele traject aan de orde was. De rechtbank heeft eiseres een bedrag van € 16.454,33 toegewezen voor de werkzaamheden in Numansdorp, en de vordering voor Rijswijk is volledig toegewezen. De vordering voor de Malakkastraat werd ook toegewezen, omdat BAAS B.V. had erkend dat betaling zou plaatsvinden. De schadevergoeding werd echter afgewezen, omdat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor de opzegging van de overeenkomst.
In totaal is een bedrag van € 19.285,90 toegewezen aan eiseres, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.