Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 180 uren, een gevangenisstraf voor de duur van 100 dagen met aftrek van voorarrest waarvan 97 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals verwoord op de zitting en in het reclasseringsrapport van 27 maart 2020;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van de op te leggen bijzondere voorwaarden en het uit te voeren toezicht;
- opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
Feiten 1 en 2
5..Kwalificatie
6..Strafbaarheid feiten en verdachte
7..Motivering straf
- een meldplicht bij Reclassering Nederland;
- een ambulante behandeling met de mogelijkheid tot het innemen van medicijnen;
- een contactverbod met de aangever;
- het meewerken aan controle op het gebruik van middelen; en
- een inspanningsverplichting op het gebied van het vinden van een gepaste dagbesteding, het verkrijgen van een legaal inkomen en het aflossen van schulden.
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de reclassering dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 100 (honderd) dagen;
97 (zevenennegentig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- zich zal melden bij een nader door Reclassering Nederland aan te wijzen reclasseringsorganisatie, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- zich onder ambulante behandeling zal stellen van een ambulante (forensische) zorginstelling voor zijn problematiek, te bepalen door de reclassering, welke behandeling start op een door de reclassering te bepalen moment en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, met bepaling dat het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling alsmede dat de veroordeelde zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zich zal onthouden van direct of indirect contact met de heer [naam slachtoffer] ;
- zal meewerken aan controle op middelengebruik (alcohol en drugs) door urine- of ademonderzoek (blaastest) om inzicht te krijgen in het middelengebruik, waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
- zich zal inspannen voor het meewerken aan begeleiding gericht op dagbesteding, volgen van een opleiding, vrijwillig of passend werk of andere soort dagactiviteiten zolang de reclassering dit nodig vindt;
- zich zal inspannen tot het verwerven van een legaal inkomen en het aflossen van schulden en treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of beschermingsbewindvoering, met bepaling dat de veroordeelde de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
€ 7.500,- (zegge: zevenduizendvijfhonderd euro),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 7.500,-(hoofdsom,
zegge: zevenduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
72 dagen;