ECLI:NL:RBROT:2020:11680

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 november 2020
Publicatiedatum
16 december 2020
Zaaknummer
10/712045-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 20-jarige jongen tot TBS met voorwaarden en gedragsbeïnvloeding wegens bedreiging van zijn vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 20-jarige jongen, die zijn vader met de dood heeft bedreigd. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was in de RJJI de Hartelborgt te Spijkenisse, heeft meerdere dreigende voicemailberichten naar zijn vader gestuurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een reactieve hechtingsstoornis, ADHD, en een cluster B persoonlijkheidsstoornis, wat zijn gedrag beïnvloedt. Gezien de ernst van de bedreiging en de complexe problematiek van de verdachte, heeft de rechtbank besloten om hem ter beschikking te stellen (TBS) met voorwaarden. Dit houdt in dat hij onder toezicht van de reclassering moet blijven en dat hij zich moet laten opnemen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). De rechtbank heeft de TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd voor een maximale duur van negen jaar, waarbij de nadruk ligt op langdurige klinische behandeling en gedragsbeïnvloeding. De rechtbank heeft ook de bijzondere voorwaarde van opname in een FPC benadrukt, gezien de hoge kans op recidive en de noodzaak voor een veilige behandelomgeving. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar geacht, wat heeft geleid tot de beslissing om geen straf op te leggen, maar in plaats daarvan de focus te leggen op behandeling en begeleiding.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/712045-19
Datum uitspraak: 27 november 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte]
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
uit anderen hoofde gedetineerd in RJJI de Hartelborgt te Spijkenisse.
Raadsman mr. W.H. Teusink, advocaat te Wezep.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 27 augustus en 27 november 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met voorwaarden zoals deze zijn genoemd in het rapport van Reclassering Nederland van 23 november 2020 alsmede oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 05 mei 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, zijn vader, [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door voicemailbericht(en) op de telefoon van die [naam slachtoffer] in te spreken met hierin dreigend de woorden toe te voegen "He Pap, Pap je gaat eraan, je gaat eraan, zweer het, je gaat eraan" en "ik heb mijn informatie, hem ik mijn mensen die, mensen die iets heel ergs kunnen aanrichten" en "Je weet ook dat ik iemand ten staat bent tot te doden, als ik hieruit ben dan gaan wel zien. Je weet, ik weet toch precies met welke spullen je een heel dodelijk wapen kan maken" en "Papa, un he papa weet je nog die mensen, die ik neer gestoken had" en "Ikke weet steeds waar hoe lang het duurt voordat iemand bloedt, hoe lang het duurt iemand gewurgd maar jij ben een grote kerel" en "ik heb al mensen gestoken en zometeen maak ik mezelf nog meer wees" en "zo niet dan heb je een zelfgemaakt mesje in je keel".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.
5.1.
Conclusie
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

6..Motivering maatregelen

6.1.
Algemene overweging
De maatregelen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
6.2.
Feit waarop de maatregelen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zijn vader woordelijk met de dood bedreigd. De verdachte heeft vanuit de JJI (alwaar hij verbleef voor zijn tweede PIJ-maatregel) tot vijf keer toe de voicemail van zijn vader ingesproken en daarbij gedreigd zijn vader dood te steken.
Zowel de vader als de moeder van de verdachte waren bang dat hij zijn dreigementen zelf dan wel door iemand anders ten uitvoer zou (laten) brengen, zodra hij of een medegedetineerde verlof zou krijgen of op vrije voeten zou komen. Door zijn vader met de dood te bedreigen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op diens persoonlijke levenssfeer.
6.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
6.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
4 november 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
6.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Op 28 juli 2020 is een Forensisch Triple rapportage opgemaakt door drs. [naam deskundige 1] ,
GZ- en kinder- en jeugdpsycholoog, drs. [naam deskundige 2] , psychiater en [naam deskundige 3] , forensisch milieurapporteur. Dit rapport houdt kort gezegd en voor zover van belang het volgende in.
De rapporteurs stellen vast dat bij de verdachte sprake is van een reactieve hechtingsstoornis, een aandachtsdeficientie-/hyperactiviteitsstoornis (gecombineerd beeld), een cluster B persoonlijkheidsstoornis met narcistische, antisociale en borderline trekken, inclusief randpsychotische overschrijdingen en een lichte verstandelijke beperking.
Zowel tijdens als na het incident heeft de verdachte door zijn lacunaire gewetensontwikkeling, gebrekkige empathische functies en gebrekkig mentaliseren vermogen weinig gevoel voor wat dit voor zijn vader betekent. Hij toont weinig schuld en berouw en vindt dat zijn ouders ook schuld hebben aan de situatie.
De verdachte wordt, vanuit de multiple en complexe problematiek, beperkt in staat geacht om zijn impulsen en gedrag onder controle te houden en andere gedragskeuzen te maken. De licht verstandelijke beperking en de ADHD hebben waarschijnlijk de mogelijkheden van de verdachte om andere gedragskeuzes te maken nog verder beperkt. Geadviseerd wordt om het feit in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Voortkomend uit de problematiek van betrokkene is er sprake van een terugkerend gedragspatroon van agressieve impulsdoorbraken, waardoor de kans op herhaling, zowel vanuit klinisch oogpunt als volgend uit de risicotaxatieinstrumenten, als zeer hoog wordt ingeschat. Het juridisch kader van de PIJ maatregel is ontoereikend gebleken.
Bij de verdachte is sprake van zeer complexe ernstige problematiek die vrijwel niet te behandelen blijkt. Voor zover nu te overzien lijkt de realiteit te zijn dat de verdachte blijvend van anderen afhankelijk zal zijn en dat de problematiek onvoldoende behandelbaar zal blijven. De inzet van de behandeling zou dan ook vooral gericht moeten zijn op klachtenvermindering en vergroting van de zelfredzaamheid op basale gebieden. Medicamenteuze behandeling draagt daaraan bij. Tot slot dient te worden opgemerkt dat de verdachte gebaat is bij het geven van duidelijkheid over zijn toekomstperspectief, te weten een langdurig verblijf in een klinische instelling, waar middelen en maatregelen kunnen worden ingezet om hemzelf en anderen te kunnen beschermen. De verdachte wordt onrustig als er sprake is van onduidelijkheid. Bij duidelijkheid en daarmee rust zijn de eventuele ontwikkelingskansen van betrokkene het grootst.
Gezien de ernst en de complexiteit van de problematiek van de verdachte, de grote kans op recidive, is het - ter bescherming van de maatschappij en vanuit zorg - van belang dat de verdachte in een behandelsetting wordt geplaatst, waar zorg, bescherming, begrenzing en veiligheid geboden kunnen worden. Er is bij de verdachte sprake van een structureel onvermogen, dat mogelijk alleen door middel van een langdurige, gesloten klinische behandeling enigszins bewerkt zal kunnen worden. Een TBS met dwangverpleging lijkt de enige resterende mogelijkheid om dit te realiseren en te waarborgen.
Het advies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) ‘Rechtszitting voorbereiding TBS met voorwaarden’ opgemaakt door de heer [naam medewerker reclassering] op 23 november 2020 houdt onder meer het volgende in.
De reclassering schat het risico op recidive in als hoog. De verdachte pleegt zelfs in een gecontroleerde en gestructureerde omgeving als die van een JJI agressieve feiten en is nauwelijks stuurbaar. Daarnaast verheerlijkt hij geweld en zedendelicten. Hier lijkt sprake van enige grootspraak te zijn, maar de reclassering sluit zeker niet uit dat deze gevoelens wel degelijk aanwezig zijn. De verdachte benoemt zijn wens op verschillende plaatsen en laat met zijn agressieve verleden zien dat hij weinig respect heeft voor regels en wetten. Langdurige klinische behandeling in een kliniek met een zo hoog mogelijk beveiligingsniveau is noodzakelijk om de kans op recidive te doen verminderen.
Gelet op het feit waarvoor de verdachte veroordeeld kan worden, komt hij in aanmerking voor een gemaximeerde TBS-maatregel. Hierdoor zou de verdachte over vier jaar klaar moeten zijn voor zijn terugkeer in de maatschappij. Gezien de heftigheid van de problematiek ziet het ernaar uit dat deze periode veel te kort is. Dit betekent dat er grote zorgen en risico’s zullen ontstaan als de verdachte dan al terugkeert in de maatschappij. Aan de reclassering is gevraagd de mogelijkheid van een TBS met voorwaarden te onderzoeken daar dit traject langer zou kunnen duren (maximaal negen jaar).
De reclassering heeft een Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) aangevraagd en gekregen voor een Forensische Psychiatrisch Centrum (FPC). De Divisie individuele zorg van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (DIZ)heeft nog geen kliniek bereid gevonden om de verdachte onder de noemer van een TBS met voorwaarden op te nemen. Uit overleg van de reclassering met DIZ blijkt dat dit makkelijker te realiseren is op moment dat er een vonnis ligt, waarin deze maatregel is opgelegd. De reclassering kan dan samen met DIZ tijdens de zorgconferentie op 15 december 2020 het gesprek aangaan met een aantal FPC’s om de casus te bespreken. Alsdan kan een definitieve oplossing gevonden worden voor de plaatsing van de verdachte in een dergelijke kliniek.
Gezien de ernst van de problematiek is het op dit moment prematuur om een traject voor de lange termijn uit te stippelen. De meest wenselijke situatie is - als het gevaarsrisico dit toelaat - dat de verdachte op (lange) termijn doorstromt naar een beschermde woonvorm. Alleen kan op dit moment niet worden ingeschat of dit haalbaar gaat zijn.
Als de rechtbank besluit om aan de verdachte TBS met voorwaarden op te leggen dan adviseert de reclassering dit te doen onder de volgende (bijzondere) voorwaarden:
1. Geen strafbaar feit plegen
2. Meewerken aan reclasseringstoezicht
3. Meewerken aan een time-out
4. zich laten opnemen in een FPC of soortgelijke setting
5. Meewerken aan ambulante behandeling, na afloop van de klinische behandeling
6. Verblijven in een instelling voor begeleid/beschermd wonen na behandeling in de kliniek
7. Alcohol en drugsverbod.
De reclassering adviseert ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden na de TBS met voorwaarden. Dan is er daarna ook nog een kader om de verdachte te begeleiden.
De heer [naam medewerker reclassering] heeft ter zitting het rapport van de reclassering toegelicht en het advies gehandhaafd.
De heer [naam medewerker DIZ] van DIZ heeft ter zitting medegedeeld dat hij benaderd is om mee te denken over een haalbare plaatsing voor de verdachte. Op basis van een TBS met voorwaarden zou de verdachte voor negen jaar geplaatst kunnen worden in een FPC. Dit levert voor de verdachte de meeste zekerheid op. Er kan geen indicatie worden gegeven op welke termijn de verdachte vanuit de JJI zou kunnen worden doorgeplaatst naar een FPC. Wel zal vanuit het Ministerie worden geprobeerd om de verdachte zo snel mogelijk doorgeplaatst te krijgen.
6.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid ten tijden van de bedreiging en de noodzaak voor behandeling in plaats van afstraffing zal de rechtbank geen straf opleggen, maar volstaan met de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden.
TBS met voorwaarden
De rechtbank onderschrijft de conclusie van de psychiater en de psycholoog dat de terbeschikkingstelling van de verdachte noodzakelijk is.
Aan de eisen die de wet aan het opleggen van een TBS-maatregel stelt is voldaan.
Bij de verdachte bestond ten tijde van het plegen van het feit een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, het door de verdachte begane feit is een misdrijf dat is genoemd in artikel 37a lid 1 onder 2 van het wetboek van Strafrecht (Sr) en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist de maatregel. Het juridisch kader van de PIJ-maatregel is ontoereikend gebleken. Verdere behandeling van de verdachte is noodzakelijk om het recidivegevaar te verminderen.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of aan de verdachte de TBS-maatregel met bevel tot verpleging van overheidswege of de TBS-maatregel met voorwaarden dient te worden opgelegd.
Uit zowel het triple rapport als het rapport van de reclassering blijkt dat gezien de ernst en de complexiteit van de problematiek van de verdachte en de grote kans op recidive het van belang is dat de verdachte een langdurige klinische behandeling krijgt in een kliniek met een zo hoog mogelijk beveiligingsniveau. Daarnaast is in het triple rapport aangegeven dat de verdachte gebaat is bij het geven van duidelijkheid over zijn toekomstperspectief.
TBS met bevel tot verpleging van overheidswege kan maximaal vier jaar duren, tenzij deze maatregel wordt opgelegd wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (artikel 38e, eerste lid Sr). Daarmee wordt niet alleen op misdrijven gedoeld waar in de wettelijke omschrijving het geweld expliciet als bestanddeel is opgenomen, maar ook op delicten waaraan feitelijk een geweldselement kleeft.
De rechtbank stelt vast dat in dit geval - woordelijke bedreigingen met de dood - niet zonder meer sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat de TBS met bevel tot verpleging van overheidswege maximaal vier jaar kan duren.
De TBS met voorwaarden kan maximaal negen jaren duren (artikel 38e, tweede lid Sr).
Ter beveiliging van de maatschappij en om de verdachte de behandeling en duidelijkheid te kunnen geven die hij nodig heeft, acht de rechtbank een zo lang mogelijk TBS-traject noodzakelijk. In het geval van de verdachte is dat de TBS maatregel met voorwaarden. De rechtbank zal gelasten dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld onder de voorwaarden zoals door de reclassering in het rapport van Reclassering Nederland van 23 november 2020 is geadviseerd. Deze voorwaarden zijn ook ter zitting met de verdachte besproken en de verdachte heeft verklaard zich hieraan te willen houden. Hierbij is vooral de bijzondere voorwaarde van opname in een FPC belangrijk. Het is noodzakelijk dat de verdachte vanuit de Hartelborgt waar hij nu verblijft in het kader van de PIJ-maatregel, zo spoedig mogelijk over gaat naar een FPC om daar de behandeling te kunnen starten die beter aansluit op hetgeen hij nodig heeft.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr
De rechtbank zal, in navolging van het advies van de reclassering en zoals geëist door de offcier van justitie, aan de verdachte de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van deze maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen.
De rechtbank leidt uit de rapportages af dat de psychische problematiek van de verdachte structureel van aard is en dat de kans op recidive groot is. Gelet op de inschatting van de deskundigen en de reclassering, is de rechtbank van oordeel dat het creëren van een mogelijkheid om de verdachte, ook na beëindiging van de TBS met voorwaarden – die naar huidig recht maximaal negen jaren kan duren – langdurig onder toezicht te stellen noodzakelijk is om het recidiverisico in de toekomst naar een aanvaardbaar risico te kunnen terugdringen of op een aanvaardbaar niveau te houden.De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zelf ook vindt dat hij langdurig toezicht nodig heeft.
De rechtbank merkt ten overvloede op dat deze maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking pas kan worden tenuitvoergelegd, na een daartoe strekkende vordering van het openbaar ministerie voor beëindiging van de TBS en een daaropvolgende beslissing van de rechtbank.

7..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 38, 38a, 38z en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

8..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

9..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende
voorwaardenbetreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
  • De ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
  • De ter beschikking gestelde laat zich opnemen in FPC of soortgelijke setting, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing (DIZ). De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de instelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle hierop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
  • De ter beschikking gestelde verblijft na zijn behandeling in de kliniek, in een nader te bepalen instelling voor begeleid danwel beschermd wonen zolang zijn behandelaren en de reclassering dit noodzakelijk achten.
  • De ter beschikking gestelde laat zich na zijn klinische behandeling ambulant behandelen door nader te bepalen instelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en de behandelaar dat nodig vinden. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
  • De ter beschikking gestelde gebruikt geen alcohol of drugs en werkt mee aan controles hierop. Bij een positieve score werkt hij mee aan de door de reclassering voorgestelde interventie.
  • De ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
• De ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
• De ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage aan.
• De ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
• De ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn/haar gezicht herkenbaar is.
• De ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken.
• De ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
• De ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
• De ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
• De ter beschikking gestelde geeft openheid over alle leefgebieden.
  • De ter beschikking gestelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.
  • De ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van het openbaar ministerie.
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
legt de veroordeelde op
de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, voorzitter,
mr. M.P. van der Stroom en mr. A. Wijsman- van Veen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.E.M. Broeders, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 november 2020.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 05 mei 2019 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
zijn vader, [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,
door één of meer voicemailbericht(en) op de telefoon van die [naam slachtoffer] in te spreken
met hierin dreigend de woorden toe te voegen "He Pap, Pap je gaat eraan, je
gaat eraan, zweer het, je gaat eraan" en/of "ik heb mijn informatie, hem ik
mijn mensen die, mensen die iets heel ergs kunnen aanrichten" en/of "Je weet
ook dat ik iemand ten staat bent tot te doden, als ik hieruit ben dan gaan wel
zien, Je weet, ik weet toch precies met welke spullen je een heel dodelijk
wapen kan maken" en/of "Papa, un he papa weet je nog die mensen, die ik neer
gestoken had" en/of "Ikke weet steeds waar hoe lang het duurt voordat iemand
bloed, hoe lang het duurt iemand gewurgd maar jij ben een grote kerel" en/of
"ik heb al mensen gestoken en zometeen mak ik mezelf nog meer wees" en/of "zo
niet dan heb je een zelfgemaakt mesje in je keel", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;