“(…) De reden dat ik met [naam 1] gesproken heb dat ik van mening was dat het dienstverband met [verzoekster] zou moeten worden beëindigd was dat ik vond en van de medewerkers van mijn team had gehoord dat er mogelijk sprake was van een mismatch in de praktijk, want dat er dingen gebeurd waren op de praktijk die hebben geleid tot veel onrust door het optreden en de houding van [verzoekster] . Vanuit het team kreeg ik de melding dat [verzoekster] had gezegd dat zij vond dat de praktijk een chaos was, een cultuurshock. Medewerkers klaagden over de houding van [verzoekster] op de werkvloer, met name over haar houding die binnen ons team niet gewenst is. U vraagt mij welke medewerkers dan hebben geklaagd over het optreden van [verzoekster] . [naam 5]
heeft gezegd dat [verzoekster] had verteld dat er sprake was van een
cultuurshock, een chaos en dat zij twijfels had over de duur van haar dienstverband, of zij er
wel langer zou willen blijven. [naam 6] heeft mij gezegd dat zij op basis van
mededelingen die [verzoekster] aan haar had gedaan, twijfelde of [verzoekster] zelf
dacht of zij daar wel lang zou blijven. [naam 3] liet mij weten dat zij veel onrust
voelde als gevolg van het optreden van [verzoekster] , gezien de wijze waarop zij met haar
werd gesproken. [verzoekster] had een arrogante houding en was van mening dat zij als
mondhygiëniste bepaalde werkzaamheden niet hoefde te doen. Van [naam 7] heb
ik begrepen dat er tijdens een lunchpauze een discussie is geweest over het opruimen van
vieze instrumenten. [verzoekster] zou hebben gezegd dat zij van mening was dat dat niet
de taak was van een mondhygiëniste maar van de assistenten was. Dit alles speelde een
aantal dagen nadat [verzoekster] met werk was begonnen bij ons.
Naar aanleiding van de klachten van [naam 5] heb ik telefonisch contact op genomen met de
heer [naam 1] om het een en ander te bespreken. De dagen daarna kreeg ik meerdere
klachten vanuit het team over [verzoekster] . Ik heb toen opnieuw contact gezocht met
meneer [naam 1] en wij hebben toen besloten het dienstverband met [verzoekster] te
beëindigen. [verzoekster] is uitgenodigd voor een gesprek. Dat gesprek had het doel de
beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat gesprek hebben de heer [naam 1] en ik
gevoerd met [verzoekster] op de locatie in Barendrecht. De beëindiging hield inderdaad
verband met de klachten van de verschillende medewerkers over het optreden en de houding
van [verzoekster] . Tijdens dat gesprek is [verzoekster] medegedeeld dat het
dienstverband per direct zou worden gestopt. De ziekte van [verzoekster] als gevolg van
haar zwangerschap heeft absoluut geen rol gespeeld bij de beslissing tot beëindiging van het
dienstverband.
Op vragen van mr. Krumpelman antwoord ik als volgt:
Woensdag 6 maart 2019 zegt u mij was de eerste werkdag van [verzoekster] . De maandag
daarna is [naam 5] bij mij gekomen met klachten over [verzoekster] . Ik heb [verzoekster]
niet aangesproken over de klachten. Ik heb dat niet gedaan omdat ik van mening was dat er zoveel onrust in mijn team was dat ik daar verder geen energie in wilde steken. Ik bedoel
daarmee dat als iemand wel positief is en wil meewerken aan het bouwen van het bedrijf dat
ik dan daar ook mijn energie wel wil insteken. Daarnaast merk ik op dat ik [verzoekster]
toen niet onmiddellijk op haar gedrag had aangesproken omdat zij nog in haar proeftijd zat.
[verzoekster] heeft op haar eerste werkdag klachten over rugpijn bij mij gemeld. Ik kan
mij niet herinneren dat ik dat toen aan meneer [naam 1] heb gemeld. Toen heb ik
contact gehad met [verzoekster] om weer halve dagen te gaan werken omdat dit door haar
specialist was aangeraden. Dat heeft [verzoekster] toen gedaan, maar dat lukte niet. De
exacte data wanneer dat heeft plaatsgevonden kan ik nu zo niet noemen. U vraagt mij of ik
een nauwkeurig tijdspad kan aangeven. Ik antwoord daarop dat dat binnen vier weken is
gebeurd. Het eerste telefoongesprek met [naam 1] ging over de onrust in de praktijk en
niet over het ziek zijn van [verzoekster] . Wanneer ik [naam 1] precies had verteld dat
[verzoekster] was uitgevallen wegens klachten verband houdende met haar zwangerschap
dat weet ik niet. Ik kan geen concrete datum noemen. Het tweede gesprek met [naam 1]
over de onrust in de praktijk, zoals ik verklaarde meerdere klachten van meerdere
werknemers over [verzoekster] bij mij waren binnengekomen, kan ik mij niet exact
herinneren. Ik weet niet meer of toen de ziekte van [verzoekster] ter sprake is gekomen. Ik
heb toen in het tweede telefoongesprek gesproken over de onrust op de praktijk en de rol
van [verzoekster] hierin, Op uw vraag of de andere werknemers van de praktijk naar mij
toe zijn gekomen met klachten over [verzoekster] of dat ik zelf op onderzoek ben
uitgegaan, antwoord ik als volgt: nadat [naam 5] bij mij was langskomen met klachten, was
als eerste bij mij langsgekomen [naam 6] en daarna [naam 7] . Daarna
ben ik zelf op pad gegaan om het uit te zoeken en heb ik andere medewerkers gevraagd. Dat
is geweest voor 13 maart 2019, de tweede werkdag van [verzoekster] . Die dag heb ik niet
persoonlijk op de werkvloer met [verzoekster] gesproken. Volgens mij heb ik haar nog
wel gebeld. Ik weet niet meer wanneer dat precies is geweest. (…)”