ECLI:NL:RBROT:2020:1165

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 februari 2020
Publicatiedatum
13 februari 2020
Zaaknummer
C/10/590507 / FA RK 20-530
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging in het kader van verplichte zorg voor betrokkene op een gesloten afdeling

Op 3 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, die op dat moment verbleef in een gesloten afdeling van een accommodatie. De oorspronkelijke zorgmachtiging was op 22 januari 2020 afgegeven en betrof het opnemen in een accommodatie. De officier van justitie verzocht om wijziging van deze zorgmachtiging, waarbij de beperking van de bewegingsvrijheid aan de zorgmachtiging moest worden toegevoegd. Dit verzoek werd ingediend op 28 januari 2020, met bijlagen van de geneesheer-directeur en de zorgverantwoordelijke.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 februari 2020, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, werd vastgesteld dat de betrokkene op een gesloten afdeling verbleef en dat het noodzakelijk was om de bewegingsvrijheid te beperken. De rechtbank oordeelde dat de huidige situatie van de betrokkene een grotere inperking van zijn vrijheden met zich meebracht dan de oorspronkelijke zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging toegewezen, waarbij de beperking van de bewegingsvrijheid werd toegevoegd aan de bestaande zorgmachtiging.

De rechtbank heeft bepaald dat deze wijziging van de zorgmachtiging geldt tot en met 22 maart 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar en is op 6 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/590507 / FA RK 20-530
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg (wijziging)
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 februari 2020 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Suriname,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie Kasperspad te Dordrecht,
advocaat mr. S. Kandemir te Dordrecht.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 22 januari 2020 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de aanvraag van de geneesheer-directeur H.W. van der Does tot wijziging van de zorgmachtiging van 23 januari 2020;
  • het advies van de geneesheer-directeur H.W. van der Does van 23 januari 2020;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke tot wijziging van de zorgmachtiging van 23 januari 2020;
  • het zorgplan van 3 januari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
3 februari 2020, in voornoemde verblijfplaats van betrokkene.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • [naam] , verpleegkundig specialist, verbonden aan Yulius, locatie Kasperspad.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 22 januari 2020 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen: het opnemen in een accommodatie, het toedienen van medicatie en het houden van toezicht.
2.2.
Het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging strekt ertoe daaraan toe te voegen ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ als vorm van verplichte zorg, voor de duur van twee maanden, nu de rechtbank in de zorgmachtiging van 22 januari 2020 heeft bepaald dat betrokkene voor de duur van twee maanden in een accommodatie opgenomen mag worden. Reden daarvoor is dat betrokkene op een gesloten afdeling verblijft.
2.3.
Het huidige verblijf van betrokkene op een gesloten afdeling levert een grotere inperking van de vrijheden van betrokkene op dan de zorgvorm ‘opname in een accommodatie’ (artikel 3:2, tweede lid, onderdeel j van de Wvggz) en valt onder de zorgvorm ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ (artikel 3:2, tweede lid, onderdeel b van de Wvggz).
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat, naar ook niet wordt betwist, het noodzakelijk is dat betrokkene, zolang hij in de accommodatie is opgenomen, op een gesloten afdeling verblijft. Het verzoek zal daarom worden toegewezen. Omdat betrokkene op grond van de zorgmachtiging van 22 januari 2020 gedurende twee maanden, dus tot
en met 22 maart 2020, in de accommodatie mag worden opgenomen, zal die termijn ook gelden voor de beperking van de bewegingsvrijheid van betrokkene.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging zoals die op 22 januari 2020 ten aanzien van betrokkene is afgegeven ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg eveneens de volgende maatregel kan worden getroffen:
- beperken van de bewegingsvrijheid,
3.2.
bepaalt dat deze machtiging ten aanzien van deze specifieke vorm van verplichte zorg geldt tot en met 22 maart 2020.
Deze beschikking is op 3 februari 2020 mondeling gegeven door mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechter, in tegenwoordigheid van K.J. Gielen, griffier en op 6 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.