Uitspraak
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
Rechtbank Rotterdam
Op 28 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die oorspronkelijk was gelast bij vonnis van 2 oktober 2017. De rechtbank ontving op 28 augustus 2020 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 28 oktober 2020 werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, en deskundige B.L.G. Willems van de Reclassering Nederland, werden gehoord. De reclassering en psychiater W.J. Canton adviseerden beide tot beëindiging van de terbeschikkingstelling, omdat de ter beschikking gestelde zich aan de voorwaarden had gehouden en geen risicofactoren meer aanwezig waren. De officier van justitie concludeerde tot afwijzing van de vordering tot verlenging. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde zich goed had ontwikkeld en dat er geen sprake meer was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis. Daarom werd de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen.