ECLI:NL:RBROT:2020:11630

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
10/711160-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling

Op 28 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die oorspronkelijk was gelast bij vonnis van 2 oktober 2017. De rechtbank ontving op 28 augustus 2020 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 28 oktober 2020 werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, en deskundige B.L.G. Willems van de Reclassering Nederland, werden gehoord. De reclassering en psychiater W.J. Canton adviseerden beide tot beëindiging van de terbeschikkingstelling, omdat de ter beschikking gestelde zich aan de voorwaarden had gehouden en geen risicofactoren meer aanwezig waren. De officier van justitie concludeerde tot afwijzing van de vordering tot verlenging. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde zich goed had ontwikkeld en dat er geen sprake meer was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis. Daarom werd de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/711160-16
Datum uitspraak: 28 oktober 2020
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
wonende aan de:
[adres ter beschikking gestelde] ,
raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat te Den Haag.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 2 oktober 2017 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en daarbij zijn voorwaarden gesteld betreffende het gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van medeplegen van zware mishandeling. De
termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 2 oktober 2017.
Bij beslissing van deze rechtbank van 27 juni 2019 is één van de opgelegde voorwaarden gewijzigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 17 oktober 2020 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 augustus 2020 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling (artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht). Bij die vordering zijn de daarbij op grond van artikel 6:6:12 Wetboek van Strafvordering (Sv) vereiste stukken gevoegd.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2020 behandeld. De officier van justitie mr. R.J.A. Segerink, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en als deskundige B.L.G. Willems, werkzaam bij de Reclassering Nederland, zijn gehoord.
De raadsvrouw is, in verband met (de maatregelen ter bestrijding van) het coronavirus, met haar instemming en die van haar cliënt, door middel van een videoverbinding gehoord.

3..Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport gedateerd 5 augustus 2020 de terbeschikkingstelling te beëindigen.
De ter beschikking gestelde heeft laten zien dat hij zich kan houden aan de aan hem gestelde voorwaarden. Er hebben zich, voor zover bij de reclassering bekend, gedurende de terbeschikkingstelling geen incidenten of overtredingen voorgedaan. Hij heeft zich begeleidbaar opgesteld naar toezichthouders en begeleiders en probleempunten bespreekbaar gemaakt. Ten tijde van het vorige verlengingsadvies functioneerde de ter beschikking gestelde al geruime tijd stabiel. Destijds werd gedacht dat grote veranderingen mogelijk voor spanningen zouden kunnen zorgen, maar dat is niet gebeurd. De ter beschikking gestelde functioneert nog altijd stabiel, beschikt over een eigen woning, een baan, volgt een opleiding en heeft een druk sociaal leven. Daarnaast wordt hij ondersteund door zijn familie. Ook wanneer de terbeschikkingstelling wordt beëindigd blijft hulpverlening via GGzE de Boei voor hem aanwezig. De reclassering ziet geen risicofactoren of redenen om de terbeschikkingstelling nog te verlengen.
De deskundige, de heer Willems, heeft dit standpunt op de terechtzitting bevestigd.
Advies psychiater
Psychiater, W.J. Canton, adviseert in het rapport gedateerd 26 juni 2020 de terbeschikkingstelling te beëindigen. De psychiater heeft bij de ter beschikking gestelde geen stoornis kunnen vaststellen. Daarnaast wordt de kans op herhaling van het plegen van soortgelijke strafbare feiten laag geschat. Verder risicomanagement in een gedwongen kader wordt niet langer als nodig of nuttig gezien.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw hebben afwijzing van de vordering bepleit.

5..Beoordeling

De rechtbank stelt vast dat de ter beschikking gestelde zich gedurende de terbeschikkingstelling volledig aan de gestelde voorwaarden heeft gehouden en de terbeschikkingstelling goed heeft doorlopen. De ter beschikking gestelde heeft zich volledig ingezet en laten zien dat hij zich op een verantwoorde wijze kan handhaven binnen en deelnemen aan de maatschappij.
De rechtbank is op grond van de adviezen van de reclassering en de psychiater van oordeel dat thans geen sprake (meer) is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde. De kans op herhaling van het plegen van soortgelijke strafbare feiten wordt laag geschat. Gelet hierop wordt niet langer voldaan aan de wettelijke criteria voor verlenging van de terbeschikkingstelling, zodat de vordering daartoe moet worden afgewezen.

6..Beslissing

De rechtbank
wijst afde vordering van de officier van justitie.
Deze beschikking is gegeven door
mr. M.K. Asscheman-Versluis, voorzitter,
en mrs. V.M. de Winkel en W.M. Stolk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.