Uitspraak
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
Rechtbank Rotterdam
Op 28 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die eerder op 14 juli 2016 was gelast vanwege poging tot zware mishandeling en bedreiging. De rechtbank ontving op 6 juli 2020 een vordering van het openbaar ministerie tot het alsnog bevelen van dwangverpleging. Deze vordering werd behandeld op een openbare zitting op 14 juli 2020, maar de rechtbank besloot de behandeling aan te houden om aanvullende rapportages te laten opstellen. Op 28 oktober 2020 werd de behandeling voortgezet, waarbij de officier van justitie, de ter beschikking gestelde en deskundigen werden gehoord.
De reclassering adviseerde in haar rapport van 12 juni 2020 om dwangverpleging te bevelen, maar in een aanvullend rapport van 25 oktober 2020 werd aangegeven dat er nog mogelijkheden waren om het traject met voorwaarden voort te zetten. De forensisch psychiater drs. H.A. Gerritsen concludeerde dat omzetting naar dwangverpleging geen oplossing zou zijn en adviseerde voortzetting van psychotherapie en dagbesteding. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde nog een laatste kans moest krijgen om zich aan de voorwaarden te houden, ondanks eerdere overtredingen. De rechtbank wees de vordering tot dwangverpleging af, maar waarschuwde dat bij verdere overtredingen opnieuw een vordering kan worden ingediend.