Uitspraak
geboren te [geboortpelaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde] ,
1..Inleiding
2..Procesverloop
3..Advies van de inrichting
4..Standpunt van partijen
5..Beoordeling
6..Beslissing
1 (één) jaar;
Rechtbank Rotterdam
Op 28 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 30 september 2008 onder toezicht staat na een veroordeling voor mishandeling en poging tot zware mishandeling. De rechtbank ontving op 28 augustus 2020 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting werd behandeld. De ter beschikking gestelde werd gehoord via videoverbinding in verband met coronamaatregelen. De inrichting adviseerde om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, gezien de antisociale persoonlijkheidsstoornis van de ter beschikking gestelde en het hoge recidiverisico bij beëindiging van de terbeschikkingstelling. De officier van justitie steunde deze verlenging, terwijl de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouw pleitten voor aanhouding om een maatregelenrapport op te laten stellen door de reclassering.
De rechtbank oordeelde dat er nog steeds sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde en dat de veiligheid van anderen eiste dat de terbeschikkingstelling werd verlengd. De rechtbank wees het verzoek tot aanhouding af, omdat de ter beschikking gestelde pas sinds mei 2020 in een appartement van de inrichting verbleef en het contact met de reclassering zich nog in de beginfase bevond. De rechtbank concludeerde dat de verlenging van de terbeschikkingstelling niet disproportioneel was en dat de duur en zwaarte van de verlenging in verhouding stonden tot de aard van de stoornis en het risico op herhaling van strafbaar gedrag. De rechtbank verlengde de terbeschikkingstelling met één jaar en wees het verzoek tot aanhouding af.